RECHT VAN DE EUROPESE UNIE
HET EUROPESE INTEGRATIEPROCES
Het belang van geschiedenis
Positie van Duitsland en Frankrijk – nog steeds relevant binnen de Eu-constellatie
Terughoudendheid of voortvarendheid
Europa heeft een lange geschiedenis, vooral focus op na WO II
Positie VK Brexit
Europa: een lange geschiedenis
1939-1945: WO II
Post-WO II heropbouw
o Koude oorlog
o VSA en USSR als 2 nieuwe supermachten positie Europa zwaar verzwakt
o Positie FR en DUI = tegenstanders (waren verzwakt)
Internationale en regionale samenwerking
o VN, Wereldbank, IMF, GATT
o BENELUX 1944: douane-unie, later economische unie, sinds 2008 ‘Benelux Unie’
o 1946: speech Winston Churchill –“a kind of United States of Europe” (bronnenboek p.465)
leidende rol voor FR en DUI
1948: Organisatie voor Europese Economische Samenwerking
o Truman-doctrine = reactie van de VS tegen het communisme
Opbouw DUI als partner tegen USSR
“to support free peoples who are resisting attempted subjugation by armed
minorities or outside pressure”
o Marshall-plan OESO
Enorme financiële en materiële hulp
1949: NAVO en Raad van Europa (1950, EVRM)
MAAR FR en DUI: risicovolle samenwerking?
9 mei 1950, het Schuman-plan (Monnet/Schuman): “L’Europe ne se fera pas d’un coup, ni dans une
création d’ensemble, elle se fera par des réalisations concrètes, créant d’abord une solidarité de fait”
(bronnenboek p.469)
o Economische en politieke doeleinden
Duitse economische reconstructie onder auspiciën van een supranationale organisatie open
voor andere Europese landen (was een ambitieus idee)
o Supranationaal ipv klassiek intergouvernementeel model
Overdracht van bevoegdheden aan hoger, onafhankelijk niveau ipv samenwerking
tussen soevereine staten
o Concrete, pragmatische aanpak, weliswaar met ambitieuze langetermijnvisie
o Aanvankelijk beperkte visie en toepassing: Kolen en Staal
o Hoge Autoriteit: neutraliseren van lidstaten
o De facto onmogelijk maken van unilaterale oorlogsinitiatieven
18 april 1951: Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
o BE, DUI, FR, IT, LUX en NL
o Treed in werking 1952
, Samenwerking EGKS and beyond: zeer ambitieus
o Economische samenwerking: ✓
o Mislukking Europese Defensiegemeenschap en Europese Politieke Gemeenschap
1957: Toch verdere stappen met EEG en EURATOM – verdrag van Rome
o BE, FR, DUI, IT, LUX, NED
o Supranationale samenwerking avant la lettre
Verschillen tussen verdragen
o EGKS als “traité-loi”, EEG als “Traité-cadre
o 3 gemeenschappen met klassieke intergouvernementele elementen
o Vooral gekenmerkt door supranationale benadering (communautaire methode)
Tweesporen: Supranationaal én Intergouvernementeel
Maar kern EU is al aanwezig: Hof van Justitie (’60)
- Nieuwe rechtsorde obv teleologische interpretatie – niet op basis van verdragen an sich
- Autonome, nieuwe rechtsorde
- Kenmerken: voorrang en rechtstreekse werking
- Geen rekening houden met interne receptie van internationaal recht van de lidstaten
8 april 1965 Fusieverdrag (gemeenschappelijke instellingen voor de drie gemeenschappen)
Hof van Justitie
1 Raad
1 Commissie
MAAR: terughoudendheid en verzet vanuit FR:
o Verzet president de Gaulle – niet langer voorstander van supranationaliteit
o Conflict over landbouwbeleid
o Geen afschaffing veto – geen meerderheidsbeslissingen
o “legestoelpolitiek” in de Raad
o Akkoord van Luxemburg 1966: geen meerderheidsbeslissingen (bronnenboek p.471)
Jaren ’70: economische crisis de facto eenparigheidscrisis
1 Januari 1973: Toetreding Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (na 2 veto’s)
=> sneeuwbaleffect
Jaren ’70-80: economische crisis en oliecrisis
1 Januari 1981: Toetreding Griekeland
1 januari 1986: Toetreding: Portugal en Spanje
Jaren ’80: nieuwe richting, nieuw elan voor Europese Gemeenschappen
o Positieve dynamiek
o Kohl, Mitterrand, Delors …
1986: Europese Akte
o “interne markt” ipv “gemeenschappelijke markt”
o QMV
o ‘Europa 1992’
Europese Akte is de voorloper van alle andere verdragen = scharniermoment in de
Europese integratie
Verschillende politieke omwentelingen
o 9 november 1989: Val Berlijnse Muur
o Einde Koude oorlog, Eenmaking van DUI
o Idee van Economische Monetaire Unie
7 februari 1992: Verdrag betreffende de Europese Unie
, o Nieuwe bevoegdheden en procedures, maar ook subsidiariteit
o Economische en Monetaire Unie (invoering euro: 1 januari 2002)
o 1 gemeenschappelijk dak met 3 pijlers
De Europese gemeenschappen (EG, EGKS, Euratom) = communautair
Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) = intergouvernementeel
Samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (SJBZ)
= intergouvernementeel
o => 1 Europees kader, maar 4 verdragen
1 januari 1995: toetreding Oostenrijk, Finland, Zweden
2 oktober 1997: Verdrag van Amsterdam
o Nieuwe bevoegdheden en procedures
o Nauwere samenwerking
o “Ruimte van vrijheid en recht” (RVVR) in de eerste en derde pijler
o Derde pijler: politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
26 februari 2001: Verdrag van Nice
o Institutionele hervorming in licht van nakende uitbreiding (iedereen tevreden houden)
o Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
1 januari 2002: invoering Euromunten e biljetten
23 Juli 2002: EGKS-verdrag verstrijkt en wordt niet verlengd
o Brede toepassing EG-Verdrag
o Verlenging dus de facto onnodig
1 mei 2004: toetreding Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovakije, Slovenië,
Tsjechië
29 oktober 2004: ondertekening Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa
o Terughoudendheid bij veel lidstaten
o MAAR mei-juni 2005: verwerping Europese grondwet negatieve referenda in FR en NL
1 januari 2007: toetreding Bulgarije en Roemenië
13 december 2007: ondertekening Verdrag van Lissabon – inwerkingtreding 1 december 2009
o Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie (VWEU): twee verdragen met dezelfde juridische waarde
Was gelijkaardig aan de grond wet maar vnl. anders verwoord
o 1 kader voor de EU
o EU treedt in plaats van en is opvolgster van EG
o 1 organisatie: de EU, met rechtspersoonlijkheid
o Afschaffing pijlerstructuur
o Institutioneelrechterlijke vernieuwingen
Permanente voorzitter Europese Raad
Bijzondere tweeledige positie Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor
buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
Meer participatie van burgers o.m. versterkt petitierecht en burgerinitiatief
o Handvest Grondrechten zelfde juridische waarde als de Verdragen inzetten op het welzijn
van de burgers
1 Juli 2013: Toetreding Kroatië
29 maart 2017: VK roept Art.50 VEU in
o Onenigheid over het migratiebeleid en de gezondheidszorg
o Termijn van 2 jaar om alles af te handelen bleek te kort
o Brexit-referendum op 23 juni 2016
o 31 januari 2020: Brexit – einde lidmaatschap VK
o Overgangsperiode tot 31 december 2020
, o Handels- en samenwerkingsovereenkomst met ingang van 1 januari 2021
o Met ingang van 1 februari 2020 nog 27 LS (bronnenboek p.554)
Verdere uitbreiding EU?
o 7 kandidaat-LS: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië,
Oekraïne, Servië, Turkije
o 3 potentiële kandidaat-LS: Georgië; Kosovo
Integratie is niet vanzelfsprekend
- Overdracht van bevoegdheden, verschillende beleidsniveaus
- Lidstaten: uiteenlopende visies en belangen
- Overzicht is niet altijd aanwezig: instellingen, procedures, beslissingen
- EU te weinig of te veel bevoegdheden?
- Onvoldoende democratisch = punt van kritiek
- Onvoldoende efficiënt vs technocratisch
MAAR toch ook succesverhaal
- Vrede op het Europees continent (nobelprijs voor de vrede,2012)
- Uitbreiding van 6 naar 27 lidstaten (toch bepaalde aantrekkingskracht)
- Integratie:
o Art. 1 VEU: “proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren
van Europa”
o Politiek, economisch, juridisch, sociaal
o Steeds verder en meer verwevenheid
- Constitutionalisering en democratisering (sui generis democratisch model)
o Door bv. Het aanvullen van de representatieve democratie
- Modernisering
HET UNIERECHT VANDAAG: OVERZICHT EN WEGWIJS
Primair unierecht: (bronnenboek p.3, 35, 271, 421)
HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE (VEU)
- Relatief kort verdrag
o 55 artikelen