De samenvatting bevat literatuur voor het eindexamen 'Farmacotherapie' binnen de opleiding 'Apothekersassistente'. Behaalde resultaat een dikke voldoende.
Hoofdstuk 20: Infectieziekten
20.1. Bacteriën:
Bacteriën: Eencellige organismen met een celwand.
Exponentiële groei wordt bepaald door de hoeveelheden voedingstoffen, afvalstoffen en zuurstof. Niet
ziekteverwekkende bacteriën zitten vooral in de darmen, vagina en op de huid. Ze mogen zich niet
bevinden in het weefsel, bloed of urine.
Pathogeen: Bacteriën die schadelijk zijn voor de mens.
Pathogeen = ziekteverwekkers
Ze kunnen op twee manieren schadelijk zijn, namelijk ze onttrekken voedingsstoffen aan hun gastheer
en produceren afvalstoffen. Deze afvalstoffen zijn soms giftig (toxinen) en kunnen koorts en koude
rillingen veroorzaken.
Pyrogenen: Koortswekkende afvalstoffen.
Groepsindeling bacteriën
Bacteriën:
1. Bolvormig = kokken
2. Spiraalvormig = spirocheten
3. Staafvormig = bacillen
Deze bekendste hoofdgroepen zijn weer onderverdeeld in subgroepen, namelijk stafylokokken,
streptokokken, pneumokokken, gonokokken, colibacillen, tyfusbacillen, difteriebacillen en
tuberkelbacillen.
Grampositief: Bacteriën nemen kleurstoffen op.
Gramnegatief: Bacteriën nemen kleurstoffen niet op.
20.1.1. Antibacteriële middelen:
Antibiotica: Is een antibacteriële middel die gebruikt wordt tegen infectieziekten die
veroorzaakt worden door bacteriën.
- Antibiotica zijn stoffen die gemaakt zijn uit andere micro-organismen, zoals schimmel.
De meest antibacteriële middelen worden parenteraal toegediend, anders maakt het maagsap het
onwerkzaam. Bij bacterie-infectie op de huid, oren of ogen wordt het lokaal toegediend.
Werkingsmechanisme:
o Bacteriedodende = Bactericide
o Bacteriegroei remmende = Bacteriostatische
Werkingsgebied:
Smalspectrum: Antibacteriële middelen die werkzaam zijn tegen een beperkt aantal
bacteriën.
Breedspectrum: Antibacteriële middelen die werkzaam zijn tegen veel soorten bacteriën.
Gevoeligheidsbepalingen:
Als allereerst testen (kweek) ze de bacteriën of ze gevoelig zijn voor antibacteriële middelen en of het
de zieke organen bereikt, want deze vaststelling gebeurt in vitro.
Resistentie:
, Resistentie: Een bacterie is ongevoelig voor het antibacteriële middel.
Het kan komen door dat bacteriën al vooraf ongevoelig zijn voor het middel of dat ze na een verloop
van tijd ongevoelig raken. Het komen door een te lage dosis of als een patiënt de kuur niet af heeft
gemaakt.
Kruisresistentie: Is een bacterie niet alleen ongevoelig voor antibacteriële middelen, maar
ook voor andere middelen in de antibacteriële groep.
Bijwerkingen:
Meeste bijwerkingen van antibiotica:
- Overgevoeligheid
- Diarree
20.1.2. Gebruiksinstructies antibacteriële middelen:
Kuur afmaken
Kuur: Zo moeten antibacteriële middelen moeten, nadat de klachten zijn verdwenen, nog drie
tot vijf dagen worden gebruikt.
Het aantal dagen verlengen ook al zijn de klachten al verdwenen, hierdoor wordt met de antibacteriële
middel eerst de ‘zwakste’ bacteriën aanpakt en daarna pas de ‘sterkste’. Als te vroeg gestopt wordt
met de kuur blijven de sterkste bacteriën over en gaan ze zich opnieuw vermenigvuldigen.
Chronisch gebruik van antibacteriële middelen komt soms voor bij mensen met een verhoogd
infectierisico, bijvoorbeeld bij bepaalde luchtweginfecties.
Goede bloedspiegel
Het is belangrijk dat een antibacterieel middelen regelmatig over de dag wordt ingenomen,
bijvoorbeeld om de acht uur bij een voorschrift van drie keer per dag innemen (08:00 – 15:00 –
23:00).
Sommige antibacteriële middelen moeten op de lege maag worden ingenomen, omdat ze anders
aangetast worden door het maagzuur of complexe verbindingen vormen met het voedsel. (Bijv.
innemen een half uur vóór of twee uur ná de maaltijd)
20.1.3. Herkomst en indeling van antibacteriële middelen:
Penicillines
Penicillines: Heeft bacteriedodende werking.
- Er zijn verschillende soorten penicillines met smalspectrum en breedspectrum.
Bijwerkingen: Allergische huidreactie, jeukende ogen en diarree. (Geen direct gevaar)
Preparaten
Orale smalspectrumpenicillines:
Feneticilline (Broxil)
Fenoxymethylpenicilline (Acipen-V)
Smalspectrumpenicillines (Oraal en parenteraal):
Flucloxacilline (Floxapen – Flucloxacilline) wordt toegepast bij infecties door stafylokokken.
Breedspectrumpenicillines (Oraal en parenteraal):
, Amoxicilline (Doodt bacteriën)
Amoxicilline met clavulaanzuur (Augmentin)
- Het clavulaanzuur verbetert het effect van amoxicilline en verbreden het spectrum, daarmee is
het werkzaam tegen een groter aantal bacteriën.
Tetracyclines
Tetracyclines: Heeft een bacterie remmende werking.
- Bestrijd bacteriën op een breedspectrum (doxyciline).
Bijwerkingen: Misselijkheid, diarree, tandverkleuring en overgevoeligheid voor zonlicht.
(Tijdens de kuur adviseren om niet naar de zonnebank te gaan of in felle zon liggen)
Preparaten
Doxycycline (Oraal – parenteraal)
Minocycline (Oraal
Tigecycline (Parenteraal)
Demeclocycline (Oraal)
Verschillende toedieningsvormen van tetracycline:
Tetracyclines (Oculair toediening)
Tetracycline (Oraal – Mondspoeling)
Tetracycline (Cutaan)
Macroliden
Macroliden: Remt de aanmaak van een bacterieel eiwit.
- Bestrijd bacteriën op een smalspectrum die worden toegepast bij geslachtsziekten en
luchtwegaandoeningen, maar ze ook bacteriën bestrijden die resistent zijn geworden van
penicillines.
Interactie met erytromycine en claritromycine, waardoor hartritmestoornis kan ontstaan.
Het voordeel ervan is een lage toedieningsfrequentie (eenmaal daags in plaats van drie- tot viermaal
daags) en een korte behandelingsduur (één tot drie dagen in plaats van een week tot tien dagen)
Chinolonen
Chinolonen: Heeft een bacteriedodende werking.
- Bestrijd bacteriën op een breedspectrum die worden toegepast bij wondinfecties en
urineweginfecties.
Preparaten
Ciprofloxacine
Norfloxacine
Lokaal toegepaste antibacteriële middelen
Er zijn antibacteriële middelen die in verband met hun bijwerkingen bijna uitsluitend lokaal worden
toegepast.
Chlooramfenicol (Ooglidinfectie)
Mupirocine (Infectie van de huid/ lokaal)
Fusidinezuur (Ooginfectie – infectie van de huid/ lokaal)
20.1.4. Toepassingsgebieden van antibiotica
Urineweginfectie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sit1530. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.