Maya Arnaout
Samenvatting bestuursrecht
Deel I: Bestuursrecht: Definitie, Indeling, Functies,
Kenmerken en Bronnen
Hoofdstuk 1. Begrip ‘bestuursrecht’
Onderscheid publiek- en privaatrecht, maar onderscheid vervaagt.
Binnen publiekrecht: onderscheid grondwettelijk recht – bestuursrecht.
§ Grondwettelijk recht: basisstructuren van ons constitutioneel bestel
3 mogelijke wijzen van omschrijving:
1. Formeel-juridische definitie
2. Definitie vanuit de relaties die worden beheerst door het bestuursrecht
3. Omschrijving vanuit de materiële bevoegdheid van het bestuur: het begrip openbare
dienst
Afdeling 1. Formeel-juridische omschrijving vanuit organiek en functioneel oogpunt
Vertrekt vaak vanuit een organieke benadering: focus op de organen of instellingen die
worden gereguleerd uitvoerende macht (idee: besturen = tenuitvoerlegging van beleid en
wetgeving). => die taak is toevertrouwd aan de Koning en ministers (art. 108 Gw. + art. 20
BWHI)
Leidt tot definitie vanuit driemachtenleer:
“Het bestuursrecht omvat het geheel aan rechtsregels m.b.t. de organisatie, de
bevoegdheden en de werking van de organen die met uitvoerende macht zijn bekleed.”
Goed uitgangspunt, maar vraagt aanvulling en nuancering, want…
- Veronderstelt dat we scherp kunnen omschrijven wie ‘organen van de UM’ zijn.
o Er is een harde kern waarvan we zeker zijn dat behoren tot de UM => de
Koning, deelregeringen, college van burgemeester en schepenen,…
o Kind en gezin is een deel van de UM, maar draagt een eigen
rechtspersoonlijkheid => niet erkend door de Gw.
- Driemachtenleer roept een te vereenvoudigd beeld op van uitoefening taken in een
moderne staat. Zie klassieke schema op p. 4 handboek.
Organieke benadering moet worden aangevuld met functionele benadering.
Functionele benadering = erkenning dat instellingen / organen die organiek tot de UM
worden gerekend, niet alleen een rol spelen binnen de tenuitvoerleggingsfunctie, maar
tevens binnen de wetgevende / normatieve functie én de rechtsprekende /
rechtshandhavende functie.
Deze organen kunnen ook reglementen uitvaardigen vb. gemeentelijk politiereglement.
Reglementen = besluiten die een algemene, abstracte rechtsregel formuleren die van
toepassing is op een onbepaald aantal personen en/of zaken (= wetgeving in de materiële
zin: Art. 108 Gw./ art. 20 BWHI). Het is de Koning die uitvoering moet geven aan de
wetgeving via reglementen.
,Maya Arnaout
Zie art. 105 Gw. / art. 78 BWHI: delegatie normatieve bevoegdheid los van uitvoering
wetgeving => Vaak worden de taken van de wetgever gedelegeerd aan de UM. Deze
delegaties kunnen ver gaan vb. Covid-regeling werd via een MB uitgevaardigd.
Steeds meer aandacht voor ‘rule-making powers’ uitvoerende macht.
Taken van (rechts) handhaving en geschiloplossing
- Via kennisname van georganiseerde bestuurlijke beroepen.
- Regulatoren (vb. BPT, CRGE) in de nutssectoren.
- Kunnen n.a.v. een klacht of op eigen initiatief een onderzoek instellen en een
administratieve maatregel/sanctie opleggen
WM + RM moeten ook taken van ‘bestuurlijke aard’
- Naturalisaties door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
= gunst om aan iemand de Belgische nationaliteit te geven niets met wetgeving te
maken
- KvV neemt beslissingen inzake personeel, overheidsopdrachten,…
Zie genuanceerd schema p. 6 handboek.
Wie zijn bovendien ‘de organen van de UM’?
- Niet alle staatsorganen worden door de Grondwet onder één van de klassieke
staatsmachten gebracht.
- Provinciale en gemeentelijke instellingen? Hun statuut wordt in een afzonderlijk
hoofdstuk besproken.
- Bestuurlijke rechtscolleges? (= bestuursrechters).
o = administratieve rechtscolleges – zie DEEL VI
o rechtsprekende functie, maar behoren niet tot RM
o sui generis-statuut zoals GwH (artt. 160-161 Gw.);
o hoogste en algemene bestuursrechter = Raad van State.
Conclusie:
1) Het bestuursrecht omvat het geheel van regels m.b.t. alle handelingen van de
uitvoerende macht in de ruime zin van het woord, ongeacht of deze handelingen een
bestuurlijke, een normatieve, een sanctionerende of een geschilbeslechtende inhoud
hebben. => diverse verzelfstandigde besturen vallen onder de regels van beginselen van
bestuursrecht
2) Sommige activiteiten van de uitvoerende macht worden evenwel niet gereglementeerd
door het bestuursrecht. Het gaat om activiteiten die zij verrichten als privaat bedrijf en
waarbij zij dus geen staatsgezag uitoefenen (zie infra, DEEL IV).
3) Daarbij komt dat het bestuursrecht ook sommige handelingen van de organen van de
wetgevende en rechterlijke macht reguleert, met name wanneer zij taken van ‘bestuur’ of
‘uitvoering’ uitoefenen.
4) Ten slotte vormen ook de organisatie en de werking van de lokale besturen en de
bestuursrechtspraak een onderdeel van het bestuursrecht.
Zie p. 7-8 handboek. Voorbeelden: zie volgende delen cursus.
,Maya Arnaout
Afdeling 2. Omschrijving vanuit de relaties die door het bestuursrecht worden
beheerst
Relatie bestuurde (=burger) / bestuur / rechter = extern werkende bestuursrecht
- Verkrijgen vergunning, erkenning, leefloon etc.
- Wanneer een burger dat ten onrechte geweigerd werd, kan hij dit aanvechten voor
een ander bestuur en erna door een rechter
Relatie bestuur / bestuur / rechter
- Beslissingen van de gemeenten zijn onderworpen aan bestuurlijk toezicht van de
toezichthoudende overheid
- Een gemeentebestuur dat vindt dat de toezichthoudende overheid ten onrechte zijn
beslissing heeft vernietigd, kan het aanvechten bij RvS
Relatie personeelslid bestuur/bestuur/rechter = intern werkende bestuursrecht
- Enkel de relatie tussen bestuur en statutaire personeelsleden wordt beheerst door
het bestuursrecht
- Van contractueel personeel door arbeidsovereenkomstenrecht, maar ook hier is een
toenemende invloed van het publiekrecht.
- Statutair ambtenaar kan beroep instellen bij RvS. Contractueel personeel moet naar
een burgerlijke rechter stappen (arbeidsrechtbank).
Op besturen is er steeds toezicht mogelijk door een rechter (de gewone rechter of de
bestuursrechter). Soms ook door een hoger bestuur of een ombudsman.
Afdeling 3. Omschrijving vanuit de materiële bevoegdheid van het bestuur
Taken openbare dienst - bestuursrecht = ‘recht van de openbare diensten’?
Geen definitie van openbare diensten. De afbakening is voortdurend in evolutie. Er zijn een
aantal die zeker een openbare dienst uitmaken: bus- en tramvervoer, onderwijs, politie.
- Gaat over diensten die op algemene en voortdurende wijze ter beschikking moeten
staan van hele bevolking en waartoe iedereen effectief toegang moet hebben.
Maar: niet alleen overheid oefent taken van openbare dienst uit, ook privé-instanties +
gevolgen economische liberalisering.
- Vrije onderwijsinstellingen en mutualiteiten => opgericht op privé-initiatief, maar zij
voorzien in een openbare dienst
- Gevolg eco-liberalisering:
o Elektriciteit en gas, telefonie, postdiensten
- overheid heeft mee ingestemd haar monopolies voor deze diensten op
te geven en marktwerking toe te laten,
- maar ze maken wel dat alle burgers hier toegang tot hebben
- nog steeds overheidsbedrijven actief (Bpost, Proximus,…)
o Dus:
- Bestuursrecht is niet (meer) “hét recht van de openbare diensten”.
- Soms houdt de overheid toezicht op de openbare diensten
- Maar overheid heeft door liberalisering cruciale sectoren
(nutssectoren) wel een nieuwe rol gekregen: markttoezicht.
, Maya Arnaout
- Doel: verzekeren dat regels van mededinging worden
gerespecteerd, eerlijke tarieven en prijzen worden
aangerekend,…
- Geschiedt via politiek onafhankelijke, verzelfstandigde
sectorregulatoren
Hoofdstuk II. Indeling van het bestuursrecht
Afdeling 1. Algemeen versus bijzonder bestuursrecht
Permanente wisselwerking
- Voor de interpretatie van heel wat regels in de praktijk moet u het algemeen
bestuursrecht kennen. Een bestuur die een vergunning gaat verlenen
(omgevingsrecht) zal heel vaak adviezen moeten indienen. Dit wordt bijgestaan bij
omgevingsambtenaren, maar toch zal je adviezen moeten indienen bij
publiekrechtelijke organen. Gevolg: als je het advies niet indient (wat een
substantiële vormvereiste is) dan is je aanvraag tot vergunning vaak ongeldig.
- Het algemeen bestuursrecht helpt je met vragen als ‘is een advies bindend?’, ‘moet
het bestuur rekening houden met niet-bindende adviezen?’, ‘aan welke eisen moet
het advies voldoen?’
Aanvullende werking van het algemeen bestuursrecht
- Wat we niet terugvinden in vb. Omgevingsrecht kunnen we altijd verder aanvullen
met het algemeen bestuursrecht.
Afdeling 2. bestuursorganisatierecht, materieel bestuursrecht, procedureel
bestuursrecht, bestuursprocesrecht.
Bestuurlijk organisatierecht = geheel van regels en beginselen dat bepalend is voor het
organigram van de overheid
Materieel bestuursrecht = inhoud van bestuurlijke beslissingen beheerst vb. criteria ter
beoordeling van een vergunningsaanvraag
Procedureel bestuursrecht = welke procedures moet de overheid volgen t.a.v. u in een
proces naar een bestuurlijke beslissing toe.
Bestuursprocesrecht = recht dat de procedures bij de bestuursrechter beheerst