Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting van ALLE HISTORISCHE CONTEXTEN voor het VWO examen geschiedenis (Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022 ) €5,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting van ALLE HISTORISCHE CONTEXTEN voor het VWO examen geschiedenis (Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022 )

 13 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type
  • Book

Hierbij een samenvatting van alle historische contexten voor het VWO examen Geschiedenis. Namelijk: 1. Steden en Burgers in de Lage Landen 2. Verlichting 3. Duitsland in Europa 4. China Ik heb hiervoor het boek Training voor het Examen met Historische Contexten samengevat. LET OP! ...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 4 sur 63  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 2 tot hoofdstuk 5, dus alle historische contexten
  • 30 mars 2023
  • 30 mars 2023
  • 63
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 6
avatar-seller
Samenvatting Geschiedenis ‘Training voor het Examen met Historische
Contexten’
Hoofdstuk 1 over het examenprogramma goed doorlezen!
Hoofdstuk 2 – Steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700
Intro
925: Groot Duits Rijk – in handen van Duitse keizer (gekozen door keurvorsten) o.a. NL/BE

Eigenlijke macht in handen hertogen/graven/bisschoppen

14e/15e eeuw: meer eenheid dankzij

1. Stedengroei sinds 12e eeuw
2. Streven van Hertogen om La Pays-Bas (Lage Landen) in bezit te krijgen
 Lukte Filips de Goede (ca. 1400-1470) dankzij erfenissen/oorlogen – had ¾ van NL in bezit
o 1477: Habsburgers krijgen de macht in NL  deel van Heilige Romeinse Rijk

2.1 – De opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten
Veranderingen in Europa in de late Middeleeuwen:
Landbouw veranderde/bevolkingsgroei/handelsbloei/opkomst monetaire economie

Veranderingen in de landbouw leiden tot een groei van de bevolking
Veranderingen in landbouw leiden tot groei van de bevolking

o Klimaat verbeterde/vernieuwingen in de landbouw
o Productie landbouw nam toe:
 Ontginning bos/heide
 Windmolens legden overstroomde gebieden droog
 Verbetering landbouwwerktuigen (ploeg/eg)
 Invoering drieslagstelsel (zie p. 62 HC-boek)
o Meer/beter voedsel  bevolkingsgroei
 1000-1300: verdubbeling bevolking
o Late Middeleeuwen: slechter klimaat  daling bevolking
o 1350: Pest/Zwarte Dood: bevolkingsdaling – ziekte verspreid door handelsroutes

Opbloeiende handel gaat gepaard met groei nijverheid
Hogere productie landbouw  overschotten  aangeboden in dorpen  niet iedereen meer nodig
voor landbouw  specialisatie, o.a. ambachtslieden die producten ook aanboden

Handelscontacten tussen gebieden – o.a. groei internationale handel: goederen die er te weinig
waren werden van ver aangevoerd (bijv. wol uit Engeland)  ontstaan stapelplaatsen/jaarmarkten

Handel groeide ook dankzij verbeteringen in transport (bijv. nieuw schip: kogge  meer
vrachtvervoer)

Toename handel  toename nijverheid – internationale handel voerde grondstoffen aan voor bouw
van schepen/gebouwen en textiel voor textielnijverheid

Groei bevolking  grotere steden met meer inwoners  meer bakkers/groentemannen etc. nodig

Buitenlandse producten  groei nijverheid  verdere groei handel

,Er ontstaat weer een monetaire economie van grotere omvang
Internationale handel  betalen een groter probleem

Betaling geschiedde met zilveren/gouden munten (geen nationale munten) – steden sloegen eigen
munten van verschillende waarde – er waren geldwisselaars

Bezit geldveiliger/handel makkelijker  Italiaanse bankiers vinden wisselbrief uit – eigen bank geld
inruilen voor brief die ergens anders weer ingeruild kan worden voor geld

Handelscontacten tussen Italiaanse steden en Lage Landen  snel veel gebruikt

De Lage Landen worden een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa
De Lage Landen ontwikkelden zich (vooral Vlaanderen), dankzij:

1. Gunstiger geografische omstandigheden
o Bevaarbare rivieren mondden uit in Noordzee en vormden zo verbinding met EN en
andere delen van Noord/West/Zuid Europa
 Schelde/Maas (FR en Vlaams Brabants)/Rijn/Waal (Duits gebied)/IJssel
(Zuiderzee/Noordzee)
o Kanalen in Vlaanderen
o Gunstige plekken voor handel en verkeer:
 Samenvloeiingen van rivieren
 Kruispunten tussen land en waterwegen
 Plek bij burcht of abdij (gezagscentrum)
o Later ook landwegen met elkaar in verbinding
 Watervervoer was sneller
2. Meer bescherming van landsheren, hoge edelen en geestelijken
o Zij zagen in dat beschermen en helpen van handel voordelen had: welvaart groeide
 eigen inkomsten ook
o Bescherming/bouw havens of opslagruimten
o Marktvrede/hulp bij recht/minder tol e.d.
o Geld lenen – later leenden rijke kooplieden en bankiers ook uit
3. Meer samenwerking tussen steden
o Noord-Europese steden – Hanze
 Onderlinge handel/handel met andere gebieden
 Blauwe blok:
 Vanaf 12e eeuw handelsnederzettingen van Duitsers in DEN/NOR
 Later ook in NE/EN
 Handelsconflict  samenwerking handelaars omgezet in
handelssteden
 200 steden werkten samen – handel van Oostzee aar Noordzee en
Rusland
 1669 Hanze opgeheven – op het laatst zelfs nog bevordering van
handelsbelangen door onderhandelen en militair ingrijpen

Stedelingen bevechten en kopen zelfbestuur
Economische belangen beschermen: stedelingen kochten zelfbestuur (stadsrechten) – hadden eerst
verplichtingen aan landsheer, maar door meer welvaart konden zij daarvan af (stadsrechten).

,Niet alle landsheren wilden stadsrechten afstaan – sommigen wel in ruil voor erkenning/militaire
bescherming/belasting.

Stadsrechten hielden in:

 (Soms eigen munt slaan)
 Geen verplichtingen tegenover grootgrondbezitter
 Zelf bestuur en rechtspraak regelen
 Zelf bepalen wie poorter (stadsburger) is

Sommigen steden verzetten zich tegen landsheer (bijv. Guldensporenslag blz. 32 HC)

Netwerken binnen en tussen verzorgingsgebieden zorgen voor noodzakelijke toestroom van
poorters
Steden/omgeving = eenheid = verzorgingsgebied  economische en politieke verbondenheid
(platteland: voedsel/grondstoffen  steden verwerken en verkopen)

Beide vielen onder grondgebied landsheer

Jaarmarkten belangrijk: netwerken tussen steden en verzorgingsgebieden – jaarmarkten sloten dan
ook goed op elkaar aan (meestal op feestdagen in steden)

Steden: meer sterfte dan geboorte – steden waren ongezond  nieuwe burgers van buitenaf nodig
voor groei: die wilden ook vanwege: kans op werk/juridische bescherming/scholing

Migratiestroom: platteland  kleine steden  grote steden

Grotere steden haalden arbeiders uit kleinere steden

2.2 – Opkomst van Vlaanderen en Brabant in de Late Middeleeuwen
Atrecht wordt centrum van stedelijke dynamiek
Atrecht belangrijk dankzij:

1. Hoge landbouwproductiviteit
2. Schapenhouderij
a. Leidden tot centrale plaats in lakennijverheid
b. Lakenhandelaren vanuit deze stad reisden tot Italië

Organisatie van rijke kooplieden in gilden, die o.a. leningen aan edellieden verstrekten  daardoor
kregen zij stadsbestuur in handen (kapitaal/winst handelaren wordt uitgeleend)

Atrecht wordt overvleugeld door steden als Brugge
Gebeurt rond 1300 – Brugge: zuidelijkste Hanzestad – centrum tussen Noord- en Zuid-Europa/via
Noordzee contact met andere Hanzesteden

Patriciërs en adel komen tegenover ambachtslieden en boeren te staan
Patriciërs: burgers die in steden de macht hadden (rijke kooplieden) – adellijke levensstijl

Gemeen: rest van de stedelijke bevolking – aangevoerd door ambachtslieden

Leidde tot conflicten:

 Patriciërs zaten alleen in het stadsbestuur (terwijl kleinere minderheid)

,  Dagloners deden zwaarste werk en waren slecht georganiseerd en verdienden weinig 
onvrede  vaak ook geen werk/honger

Guldensporenslag (1302) ambachtslieden en boeren vs. Patriciërs en feodale heren (gebeurde bij
Kortrijk in Vlaanderen)

Filips de Schone (Franse koning): Vlaanderen bij zijn rijk – Gwijde van Dampierre (graaf van
Vlaanderen): wilde dat niet. Beiden maakten handig gebruik van het hier bovengenoemde conflict

Franse koning: sluit bondgenootschap met Patriciaat

Graaf van Vlaanderen: sluit bondgenootschap met ambachtslieden en boeren – deze winnen 
Vlaanderen blijft zelfstandig  van historisch belang (blauw blok):

 Guldensporenslag = guldensporenslag omdat ridders hun gouden sporen verloren
 Slag betekende einde middeleeuwse strijdwijze van ridderlegers
o Onmiddeleeuws: zoveel mogelijk doden
o Middeleeuws: vechten volgens bepaalde regels en andere ridders gevangen nemen
(losgeld)

Vlaanderen en Brabant worden het economisch zwaartepunt van de Nederlandse gewesten
Gebeurt rond 1300: beide sterk verstedelijkte gebieden met veel handelssteden die internationaal
handelen, bijvoorbeeld in het Oostzeegebied/Frankrijk/Engeland.

16e eeuw: Vlaamse steden overvleugeld door Antwerpen. Ook qua belastingen brachten Vlaanderen
en Brabant het meeste op.

Brugge wordt het handelscentrum in de Lage Landen
Atrecht: gunstige economische positie rond 1300 door ligging (vlak bij bloeiende Franse jaarmarkten)

Na 1300: maritieme handel komt op  Brugge nieuwe handelscentrum (goede verbinding met zee
dankzij uitdieping/bedijking/kanalisering etc.)

12e eeuw: Brugse en andere handelaren vormen Vlaamse Hanze. Bovendien kwamen er jaarmarkten
Ook waren er handelscontacten met Rijnland/Friesland/Amsterdam etc.  Brugge zuidelijkste punt
Duitse Hanze en noordpunt Italiaanse en Iberische handel (o.a. Barcelona/Valencia)

Binnen netwerk versterkten steden zich door:

 Innovatie op allerlei gebieden
o Uitvinding kogge/kanalen/opheffing tol voor handel/grote
opslaglocaties/verbetering landbouw etc.  grotere productie  betere voeding
bevolking
 Schaalvergroting
o Meer bebouwing in steden en meer landbouw
o Meer (water)wegen en betere havens en schepen
o Stadsbestuurders investeerden hierin – want meer werk (daarom ook migratie
bevorderd)

Stedelijk netwerk: elke stad eigen positie

 Antwerpen:
o Goede verbinding met achterland en grote haven
 Brugge

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur henrivds1210. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,48
  • (0)
  Ajouter