Omdat persoonlijkheidspsychologie een moeilijk vak is met enorm veel concepten en theorieën die op elkaar lijken maakte ik er mindmaps van.
Mindmaps zorgen ervoor dat je brein in één oogopslag de structuur van een blad kan opslaan en zo later gemakkelijker het ene concept aan de juiste theor...
wat als normaal wordt gezien is relatief ifv het tijdstip/de plaats en de persoon die het gedrag
stelt
hoe bepalen?
a) statistische definitie: frequentie van bepaald gedrag: iets wat zelden voorkomt =
“abnormaal”
LES 8: PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN b) sociale definitie obv wat de maatschappij tolereert
→beiden onderhevig aan de tijdsgeest/tijdstip
c) definitie obv “dysfunctioneren”: niet makkelijk (wat de ene beschouwt al dysfunctioneel is
voor de ander anders)los van de (abnormale eigenschappen die iemand vertoont) hoe
sterk disfunctioneert iemand
→ combinatie van deze definities: het terrein van “abnormal psychology”, waarbij de dsm-5,
een leidend diagnostisch systeem is om mentale problemen vast te stellen
→ Een apart “hoofdstuk” in DSM-5 = persoonlijkheidsstoornissen
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN: DE GEMEENSCHAPPELIJKE DELER PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN VS ANDERE KLINISCHE STOORNISSEN
kerneigenschappen van persoonlijkheidsstoornissen persoonlijkheidsstoornissen worden apart gezet van andere klinische
stoornissen omdat: aandacht vestigen op stoornissen die in schaduw staan
- ernstige en aanhoudende patronen (continuïteit)
van de meer ‘opvallende’ klinische stoornissen
- van innerlijke beleving en gedrag
(persoonlijkheidsstoornissen zijn minder extreem)
- die ernstig afwijken van hetgeen binnen de cultuur wordt verwacht
- die resulteren in blijvende emotionele stress en beperkingen belangrijke verschillen:
- professioneel leven + in interpersoonlijke relaties (brede
- early onset en chronisch (ph) vs episodisch (ks)
functioneringscontext)
- egosyntone (ph) vs egodystone beleving (patiënt ziet het wel als
- eigenschappen door de persoon als egosyntoon ervaren= vinden zelf
probleem)(ks)
dat er geen probleem is omdat ze eigenschap als deel van zichzelf
beschouwen, terwijl omgeving omgekeerde zegt →maar: belangrijke relaties tussen beiden, zijn niet onafhankelijk van
elkaar (etiologische modellen persoonlijkheid-psychopathologie)
somatische problemen met mentale component en omgekeerd
,HISTORISCH PERSPECTIEF OP PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN DSM-IV: INTRODUCTIE VAN DE ALGEMENE DIAGNOSTISCHE CRITERIA
DSM-I: 1e constructie handleiding voor beschrijving/standaardisatie van hier moet iemand eerst aan voldoen voordat je op zoek gaat naar welk
psychiatrische diagnoses soort persoonlijkheidsstoornis er is:
→ theoretisch gebaseerd (expertopinie, geen onderliggende
1. duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die
onderzoeksbasis, vage beschrijving, obv soldaten)
duidelijk binnen de cultuur afwijken van de verwachtingen --patroon
wordt zichtbaar op twee (of meer) van de volgende terreinen:
DSM-II: parallel met uitgave ICD-8
- cognities
→ICD (WHO) en DSM (APA) brachten tegelijk modellen uit
- affecten
→meer klemtoon op observeerbare, meetbare en stabiele eigenschappen
- functioneren in contact met anderen
voor conceptualisering pd’s
- beheersing van impulsen
2. duurzame patroon is star en uit zich op een breed terrein van
DSM-III: introductie multi-axiaal systeem/ specifieke pd criteria
persoonlijke en sociale situaties
→ persoonlijkheidsstoornissen kregen een aparte as (as 2)
3. duurzame patroon veroorzaakt lijden of beperkingen in het sociaal en
→klemtoon op betrouwbaarheid diagnoses, meer en meer empirisch
beroepsmatig functioneren
onderzoek naar pd’s
4. het patroon is stabiel en van lange duur en het begin kan worden
gevonden in ten minste de adolescentie/vroege volwassenheid
DSM-III-R: revisie obv onderzoeksbevindingen; integratie empirie + theorie
5. duurzame patroon is niet toe te schrijven aan consequentie van een
(empirische bevindingen integreren met bestaande classificaties)
andere psychische stoornis
→klemtoon op klinische bruikbaarheid diagnoses
6. duurzame patroon is niet het gevolg van directe fysiologische effecten
van een middel (vb drug, geneesmiddel) of een somatische
DSM-IV: introductie algemene diagnostische criteria van PD
aandoening (vb. schedeltrauma, tumor, ..)
DSM-5: categoriaal (sectie 2) en dimensioneel perspectief (sectie 3) op PD’s
pas als deze kenmerken aanwezig zijn kan je de problematiek duidelijk
worden gecombineerd
onderscheiden van een gewoon ‘speciale’ persoonlijkheid (klinisch
→ assensysteem verdwijnt
betekenisvolle persoonlijkheidspathologie ≠ opmerkelijke
→ verandering in beschrijving restcategorie sinds 2013
persoonlijkheidskenmerken of voorbijgaand gedrag)
volgens DSM beantwoordt iedereen die aan deze criteria voldoet, aan de
criteria voor een pd
praktijk: weinig systematische toepassing → clinici stellen vooral diagnose
op basis van gedrag tijdens de sessie en de beschrijving van het
interpersoonlijke verkeer en lopen niet alle criteria een voor een af
, PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN IN DSM-5: CATEGORIALE BENADERING DSM-5 CLUSTERS
A: zonderling-excentriek; gestoorde interpersoonlijke beleving:
- stoornissen beschreven als aparte entiteiten= je hebt ofwel het ene
- paranoïde pd
ofwel het andere en iedereen met die stoornis heeft dat
- schizoïde pd
- 10 persoonlijkheidsstoornissen = polythetische (je moet niet aan alle
- schizotypische pd
items op dezelfde manier voldoen om een diagnose te krijgen)
categorieën met 7 à 9 items → klinisch zien ze er wat anders uit maar
B: theatraal-emotioneel; ‘ik’ centraal beleefd
diagnostisch zijn het dezelfde categorieën
- anti-sociale pds
- aanwezigheid pd cutoff score, vanaf 5 items (vanaf dan diagnose)
- borderline pds
- hiërarchisch georganiseerd in 3 clusters (ondanks aparte categorieën
- theatrale pds
veel mensen meerdere stoornissen/tussenin (comorbiditeit))
- narcistische pds
uitgangspunten categoriale classificatie:
- discontinuïteit tussen normaliteit en ziekte C: Bezorgd –bevreesd: klemtoon op negatieve emotionaliteit
- exclusiviteit (ofwel ene ofwel andere) van categorieën - ontwijkende pds
- homogeniteit (iedereen binnen categorie hetzelfde) binnen - afhankelijke pds
categorieën= homogene groep van mensen met dezelfde diagnose - obsessief-compulsieve pds
CLUSTER A: GESTOORDE INTERPERSOONLIJKE BELEVING CLUSTER A: GESTOORDE INTERPERSOONLIJKE BELEVING
schizoïd (detachment= het letterlijk onthecht zijn van de maatschappij) schizotypisch (historisch: ‘latente schizofrenie’)
- geen nood/behoefte aan sociale/intieme relaties + onverschilligheid - angstig en ongemakkelijk in sociale relaties (vreemden)
- beperkte uiting van emoties in interpersoonlijke situaties (emotional - eigenaardig en excentriek gedrag: magisch denken, betrekkingsideeën
coldness= apathisch) (gevoel hebben dat toevalligheden voor hen bedoeld zijn) (“ideas of
- legt moeilijk contact, leeft vaak alleen (‘loners’) reference”)
- monotone, emotie-arme spraak, korte/afstandelijke antwoorden - terugkerende illusies (reële prikkel= iemand zit op een stoel maar is
- seksualiteit vaak enkel in fantasie, onbestaande een trui), vreemde spraak (vaag, metaforisch, stereotiep)
- psychomotorisch; weinig expressie, weinig ritmiek, weinig - geen duidelijk psychotisch beeld: illusies ≠ hallucinaties (er is niets op
levendigheid de stoel)
- we zien hen niet in klinische praktijk want weinig hulpvraag, zien het - gebrek aan coherentie in spraak ≠ associatiezwakte (compleet geen
zelf niet als een probleem helderheid/link met werkelijkheid)
- weinig sociaal contact door sterke angst voor vreemden
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ambervercruysse. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.