Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Belastingrecht box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Belastingrecht box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning

 12 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting wordt het belastbaar inkomen uit werk en woning behandeld zoals beschreven in het boek van Convoy. Er wordt in deze samenvatting ingegaan op hoofdstuk 4, het belastbaar inkomen uit werk en woning berekenen door middel van een vermogensvergelijking. Hierbij komen onderwerpen als...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 23  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 4: box 1 belastbaar inkomen uit werk en woning
  • 28 mars 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Belastingrecht
H4 box 1: winst uit onderneming
Onderdeel A: Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden

De belastbare winst uit onderneming wordt in art. 3.2 Wet IB omschreven als: ‘het
gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of
meer ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling.’

Een onderneming is:
- Een duurzame organisatie,
- Van kapitaal en arbeid,
- Die erop is gericht om deel te nemen aan het maatschappelijke productieproces (het
economisch verkeer),
- Met het oogmerk winst te behalen.

Een duurzame organisatie  de onderneming heeft een niet incidenteel karakter.

Organisatie van arbeid en kapitaal:
Bij een zelfstandig uitoefenend beroep (art. 3.5 Wet IB) is het element van kapitaal
ondergeschikt aan de kennis en arbeid van degene die de prestatie levert (bijv. artsen,
advocaten, notarissen). Bij de vraag of er sprake is van een onderneming kunnen onder
andere de volgende elementen een rol spelen: zelfstandigheid, aantal opdrachtgevers,
inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het voeren van een administratie.

Voor de inkomstenbelasting zijn drie bronnen van arbeidsinkomen:
1. Winst uit onderneming;
2. Loon uit dienstbetrekking;
3. Resultaat uit overige werkzaamheden.

Deelname aan het economisch verkeer  is sprake. An als activiteiten worden verricht
buiten de eigen kring en bijvoorbeeld niet alleen in de familie- of hobbysfeer. Meestal is er
sprake aan het economisch verkeer als voor de prestatie een vergoeding wordt ontvangen.

Winstoogmerk:
Wil er sprake zijn van een onderneming, dan moet er naar winst worden gestreefd en moet
winst ook redelijkerwijs te verwachten zijn. Soms blijkt dat activiteiten die eerst niet als
onderneming werden aangemerkt, na verloop van tijd wel winstgevend zijn. Dan wordt de
winst vanaf dat moment alsnog in de heffing betrokken. De verliezen uit de
‘vóórondernemingsperiode’ (maximaal 5 jaar) mogen dan alsnog in aanmerking worden
genomen (art. 3.10 Wet IB en art. 5 Uitv.reg IB).

Art. 3.4 Wet IB geeft aan dat als ondernemer wordt aangemerkt de belastingplichtige voor
rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden
voor verbintenissen betreffende die onderneming. In art. 3.3 lid 1 Wet IB worden nog twee
andere winstgenieters genoemd, namelijk:
1. De belastingplichtige die winst geniet, anders dan als ondernemer of aandeelhouder,
als medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming (medegerechtigden);

, 2. De belastingplichtige die voordelen geniet uit hoofde van een bepaalde
schuldvordering op een ondernemer, ten behoeve van een voor zijn rekening
gedreven onderneming (schuldeisers met specifieke vorderingen).

Een ondernemer moet zelfstandig een onderneming drijven, waarbij sprake is van een
zekere continuïteit. Essentieel is dat de ondernemer ondernemersrisico loopt.

Eenmanszaak  degene die voor eigen rekening een onderneming drijft, is rechtstreeks
aansprakelijk voor verbintenissen van zijn eenmanszaak. Hij is dus ondernemer, ook al zou
hij bijna al het werk door werknemers of anderen laten verrichten.

De vennootschap onder firma (vof) / maatschap  samenwerkingsverbanden van personen.
Ze zijn geen rechtspersonen, schuldeisers kunnen verhaal halen op het gehele
privévermogen van alle deelnemers.
- Vof: iedere deelnemer is geheel aansprakelijk voor alle schulden van de
vennootschap;
- Maatschap: iedere deelnemer is slechts aansprakelijk voor zijn aandeel in de
schulden van de maatschap.

Bij een vof of maatschap geeft iedere vennoot/maat zijn aandeel in de winst van het
samenwerkingsverband aan. Bij een man-vrouwfirma of -maatschap wordt de onderneming
voor rekening en risico van beiden gedreven. Hierdoor heeft zowel de man als de vrouw
recht op de ondernemersfaciliteiten en mag de winst verdeeld worden over beide
echtgenoten wat meestal tot een tariefvoordeel leidt in box 1.

Een commanditaire vennootschap (cv) is een samenwerkingsverband met één of meer
beherende vennoten, die met hun gehele vermogen aansprakelijk zijn voor zakelijke
schulden, en één of meer commanditaire vennoten.
- Beherende vennoot  ondernemers;
- Commanditaire vennoot (stille vennoot)  een geldschieter die geen beheersdaden
mag verrichten. Hij is slechts aansprakelijk voor zijn aandeel of storting in de
vennootschap. Hij mag niet aangemerkt worden als ondernemer, maar geniet wel
winst uit de onderneming als medegerechtigde.

Bij een open commanditaire vennootschap kan een stille vennoot zijn belang verkopen
zonder dat hij daarvoor toestemming van andere vennoten nodig heeft. De open cv wordt
belast in de vennootschapsbelasting. Het belang van de commanditaire vennoot in een open
cv wordt belast in box 2 (indien 5% of meer belang) of in box 3 (minder dan 5% belang).

De besloten of naamloze vennootschap (bv of nv) is een rechtspersoon en onderworpen aan
de vennootschapsbelasting. Een bv of nv betaalt dus vennootschapsbelasting over haar
winst, een geen inkomstenbelasting. De aandeelhouders in een bv of nv worden niet
rechtstreeks verbonden voor verbintenissen aan de vennootschap.

Om te vermijden dat alle ondernemersfaciliteiten (zoals zelfstandigenaftrek, mkb-
winstvrijstelling en de oudedagsreserve) ook bij activiteiten met een zeer geringe omvangen
binnen handbereik komen, heeft de wetgever het urencriterium geïntroduceerd (art. 3.6

, Wet IB). Dit houdt in dat een minimumaantal uren besteed moet zijn aan de onderneming
om in aanmerking te komen voor bepaalde ondernemersfaciliteiten. Dit urencriterium geldt
niet voor de mkb-winstvrijstelling (art. 3.79a Wet IB) en de stakingsaftrek (art. 3.79 Wet IB).

Een belastingplichtige voldoet aan het urencriterium als:
- Hij gedurende een kalenderjaar ten minste 1.225 uur besteedt aan werkzaamheden
voor een of meer ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst geniet, en
- De tijd die in totaal wordt besteed aan die ondernemingen en het verrichten van
werkzaamheden in de zin van de afdelingen 3.3 (belastbaar loon) en 3.4 (resultaat uit
overige werkzaamheden), grotendeels (50% of meer) wordt besteed aan de
ondernemingen. [Geldt niet als de ondernemer in een of meer van de vijf
voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was  startende ondernemer].

Bij een zwangerschap vindt er een versoepeling plaats. In dat geval wordt de onderneemster
namelijk geacht om ook tijdens haar zwangerschapsverlof de ‘normale’ uren te hebben
gemaakt (art. 3.6 lid 5 Wet IB).

Samenwerkingsverbanden:
Als de werkzaamheden van een vennoot (uit een maatschap of vof) voornamelijk van
ondersteunende aard zijn (bijvoorbeeld tussen echtgenoten, ouders of kinderen), tellen de
werkzaamheden van die vennoot niet mee voor ‘zijn’ urencriterium (art. 3.6 lid 2a Wet IB).

Verder blijven de binnen een samenwerkingsverband gewerkte uren ook buiten
beschouwing voor het urencriterium als de samenwerking verband houdt met een
onderneming waaruit de belastingplichtige zelf geen inkomen geniet, maar een aan hem
verbonden persoon wél (de zogenoemde ondermaatschap) (art. 3.6 lid1b Wet IB).

Als verbonden personen van de belastingplichtige worden in dit verband aangemerkt:
- Personen die behoren tot het huishouden van de belastingplichtige; en
- Bloed- of aanverwanten in de rechte lijn, of personen die tot hun huishouden
behoren.

Medegerechtigden (art. 3.3 lid 1 Wet IB)
Naast de ‘echte’ ondernemers genieten ook de zogenoemde medegerechtigden winst uit
onderneming, hoewel zij niet voldoen aan het fiscale ondernemersbegrip.
Medegerechtigden zijn personen die wel (financieel) deelnemen in een onderneming, maar
niet – of slechts beperkt – aansprakelijk zijn voor de schulden van die onderneming. In de
praktijk gaat dit vaak om de commanditaire (niet open) vennootschap.

Schuldeisers met specifieke vorderingen (art. 3.3 lid 3 Wet IB)
De vordering leidt tot winst uit onderneming onder de volgende omstandigheden:
- De schuldvordering die is aangegaan onder zodanige voorwaarden dat deze in feite
functioneert als eigen vermogen van de onderneming (de lening hoeft bijvoorbeeld
niet te worden afgelost);
- Een schuldvordering waarvan de vergoeding op het tijdstip dat deze – rechtens dan
wel in feite – bezien over de gehele looptijd grotendeels afhankelijk is van de winst.
De vergoeding heeft dan eigenlijk meer weg van een winstaandeel dan van rente.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmavalkenier. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter