INLEIDING PSYCHOLOGISCHE
DIENSTVERLENING
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1.1 INLEIDING VAN DE INLEIDING
1.1.1 EEN BREDE KIJK OP VELE STROMINGEN
- Psychologische stromingen = verschillende visies op de mens en de psychologie.
Wordt vergeleken met rivieren:
Grillig en veranderlijk
Bronnen zijn niet duidelijk
Vertakkingen = substromingen
- Metafoor van het zoeklicht:
Licht helpt focussen/bepaalde dingen beter te zien
Maakt het blind voor alles wat niet in straal van het zoeklicht staat
- Begeleiders zijn geneigd om vanuit hun bril naar situaties te kijken
Het is slechts een kijk, niet dé kijk
Verrijkend om eens vanuit een andere bril naar een situatie te kijken
1.2 DE FILOSOFISCHE ROOTS VAN DE PSYCHOLOGIE
1.2.1 ZELFBEWUSTZIJN
- Zelfbewustzijn = het kunnen stilstaan bij en reflecteren over ons mens-zijn.
Anil Seth: onze realiteitservaring is een gecontroleerde hallucinatie
Voorspelling gemaakt door ons brein (‘raadmachine’)
Gebaseerd op waarnemingen van buitenaf en van binnenin
Een machine kan wel intelligent zijn, maar niet zelfbewust want het heeft geen lichaam
- We lopen vooruit op onze waarneming → Seth: verwachtingen worden door bepaalde signalen vanuit
ons ganse lichaam voortgebracht
1.2.2 LICHAAM ALS GRENSSTRUCTUUR TUSSEN BEWUSTZIJN EN ANDER
- Ons zelfbewustzijn is een complexe wisselwerking tussen waarnemen en denken van lichaam en
omgeving
- We vormen een beeld van ons lichaam in relatie tot onze omgeving, dit lichaamsbeeld vormt de basis
van ons zelfbewustzijn
- J.A. Deelder: de omgeving van de mens is de medemens
Hoe we onszelf kunnen begrijpen hangt af van onze relatie tot de andere
De ander als omgeving, lichaam, persoon en psyche
De ervaring van het vertrouwde en het andere
- Extimiteit = het lichaamsbeeld vormt tegelijk de grens en de verbinding tussen het eigene en het
vreemde.
1.2.3 WAARHEID, WETEN EN TAAL
- Epistemologie stelt zich de vraag “hoe weten we dat wat we weten”
Beweringen gebaseerd op waarnemen, weten en geloven zijn niet noodzakelijk de waarheid want:
(eigen) waarneming is onbetrouwbaar
1
, (ervaring van) de ander is niet rechtstreeks toegankelijk
- Bij gebrek aan directe en betrouwbare waarnemingen maken we gebruik van voorstellingen
Mensen drukken namelijk hun ervaringen uit in één of andere taal
Wetenschappers proberen die taal in modellen te gieten die toelaten betrouwbare voorspellingen
te maken
1.2.4 WAAR OF NIET WAAR?
- Mensen handelen niet alleen uit van kennis en weten, maar ook vanuit overtuigingen
We hechten hier waarde aan en laten hier ons ook door leiden
Hoeven noodzakelijk niet waar te zijn om er in te geloven
- Mensen worden ook bepaald door denkprocessen
Spelen zich af onder de radar van hun zelfwaarneming
We storen ons er niet aan dat ze onlogisch, irrationeel of gewoon fout zijn
Cognitivisten: ‘bias’ of ‘dysfunctioneel schema’
Psychiaters: ‘waandenkbeelden’
Psychoanalysten: ‘onbewuste’
- De psychologische dienstverlening bestudeert en handelt niet t.a.v. materiële objecten, maar met en
voor mensen
Dienstverlener en cliënt zijn beide gegrepen door het zelfde lot: zoeken naar de waarheid, de
grenzen van het weten en de effecten van de manier waarop we ons uitdrukken
1.2.5 HET BELANG VAN TAAL
- Uitdaging om een passende ‘taal’ te vinden om een psychische ervaring bij de lurven te grijpen
- Psychologische stromingen hebben hun eigen begrippenkader en drukken daarmee ook uit hoe ze de
mens en de menselijke conditie opvatten
- Taal is ook het bindmiddel in de toepassing van kennis, nl. bij psychologische interventies
1.2.6 NEGATIVE CAPABILITY
- Neutraliteit, afstandelijkheid en objectiviteit om onzekerheden in onderzoek te neutraliseren
- Andere dienstverleners zoeken met onvoorspelbaarheid en subjectiviteit van de ontmoeting een
opening of hefboom tot verandering
‘ontmoeting’, ‘band’ of ‘overdracht’
- Als dienstverlener is het erg belangrijk om deze onzekerheden te kunnen verdragen (= negative
capability)
1.3 MENSBEELD, RELIGIE EN WETENSCHAP
- Mensbeelden = manieren om naar de wereld te kijken.
- Twee belangrijke kaders die het mensbeeld gestalte geven: religie en wetenschap
Evolueren voortdurend en geven onze maatschappij en wereld vorm
In historisch perspectief: tijdsgeest
1.3.1 MECHANISTISCH MENSBEELD
- Mens wordt vergeleken met een mechaniek
Een gebruiksvoorwerp zoals een klok, een auto of een computer
Ook dieren worden vergeleken met mechanismen
- De mens is maakbaar, kan doelbewust veranderen (vanuit zichzelf of door hulp van anderen)
- Het geheel is gelijk aan de som van de delen
De mens als som van zijn moleculen, cellen, weefsels, organen, …
2
, Zowel biologisch als psychologisch vlak
Persoonlijkheid het geheel van een aantal trekken (5?)
Gedrag
- Voordelen:
Objectief en positief wetenschappelijk beschreven
Mensen kunnen met elkaar vergeleken worden
Evolutie kan in kaar worden gebracht
Lineair-causaal denken
Slaagt er in om relatief simpele verschijnselen op korte termijn te verklaren, te verhelpen en soms
zelfs te voorspellen (bv. exposure in vivo)
- Nadelen:
Reductionistisch
Voor heel wat complexere fenomenen nog geen of beperkte verklaringen en oplossingen (trial and
error)
1.3.2 PERSONALISTISCH MENSBEELD
- Elk mens (elk wezen) is uniek
- Diagnoses zijn niet (of beperkt) zinvol omdat iedereen anders is en dus ook anders reageert op
therapie/begeleiding
- Wetenschappelijk onderzoek beperkt zich voornamelijk tot beschrijven van casussen
- Op zoek gaan door gesprekken naar het unieke van de mens
Bewuste/onbewuste wensen, angsten en/of ontwikkelingskansen
Zoektocht naar de zin van het leven (uniek voor elke persoon)
- Voordeel: komt wellicht het meest tegemoet aan de uniciteit van een individu
- Nadeel: vraagt inspanning om niet te categoriseren en de begeleider niet-oordelend de persoon helpt
in zijn zoektocht
- Geen ‘one-size-fits-all’-behandelingen
- Begeleiding is uniek en vraagt een ‘diep proberen te begrijpen’
- Visie leent zich het minst tot wetenschappelijk onderzoek, in de zin van evidence based
1.3.3 ORGANISTISCH MENSBEELD
- Vergelijkt de mens met iets natuurlijks, zoals een plant
- Geheel is meer dan de som van de delen
Het is niet omdat je wortels, stam, takken en bladeren samenvoegt dat je een levende boom hebt
Omgeving is ook cruciaal in de ontwikkeling
- Gaat uit van een zekere onverklaarbaarheid die wezenlijk is aan het leven (het leven zelf?)
Er kan maar een beperkte invloed uitgeoefend worden
Je kan wel zorgen voor optimale omstandigheden
Bv. je kan zorgen voor gezonde levensomstandigheden, een opvoeding volgens het boekje, een
optimaal onderwijssysteem, goede partnerkeuze en goede loopbaanbegeleiding maar dit zal geen
garantie zijn op geluk. Je verhoogt kansen, maar er blijft een onverklaarbaarheid bestaan
- Context waarin een persoon zich bevindt oefent een belangrijke invloed uit
- Bouwt onzekerheid in: niets werkt overal en altijd bij iedereen
- Voordeel: houdt rekening met de complexiteit en onvoorspelbaarheid van de realiteit
- Nadeel: de onzekerheid
- Hiërarchische systeemniveaus:
Algemene systeemtheorie = hogere niveaus omvatten lagere niveaus.
Open systeem (verschillende niveaus beïnvloeden elkaar)
1.3.4 RELATIONEEL-HOLISTISCH MENSBEELD
3
, - Holisme = de opvatting dat het geheel meer is dan de som van de delen.
Door het samengaan van kleinere onderdelen verschijnen grotere geheel (emergentie)
Deze onderdelen kunnen het grotere geheel verklaren, maar niet bepalen of voorspellen
Het geheel wordt vooral bepaald door de onderlinge samenhang en wisselwerking van die
onderdelen (complexiteit)
Bv. Picasso’s Stierenkop: bestaat uit een fietszadel en een fietsstuur, doen ons aan een fiets
denken maar doordat ze zo worden samengebracht verschijnt er iets helemaal anders, namelijk
een beeld van een stierenkop
1.4 PSYCHOLOGIE ALS WETENSCHAP
- Psychologie = controversieel
Kan een menselijk brein sterk genoeg zijn om het menselijk brein te begrijpen?
William James: schreef het eerste standaardwerk over psychologie
Maar twijfelt ook aan de waarde van psychologie en zichzelf
Niels Bohr: “psychologie is geen wetenschap, het is een subjectief gebied. Je kan het ofwel
wetenschappelijk bestuderen of niet-wetenschappelijk”
1.5 IN ZIEKTE EN GEZONDHEID
1.5.1 INLEIDING
- Psychologische dienstverlening = de psychologische consulent faciliteert psychische en gedragsmatige
veranderingsprocessen gericht op het voorkomen en inperken van psychosociale problemen, en op het
beschermen en bevorderen van welbevinden en gezondheid
1.5.2 ZIEKTE EN GEZONDHEID ALS TOESTAND
- Gezondheid volgens de World Health Organisation: “health is a state of complete psychical, mental
and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity”
Gebaseerd op een ziektetoestand, een acute ziekte
- Ziekte en gezondheid als twee uitersten op een continuüm
Zowel fysieke als psychische en sociale factoren zijn belangrijke componenten van gezondheid
1.5.3 ZIEKTE EN GEZONDHEID ALS EEN PROCES
- Vandaag: veel chronische ziekten → belangrijk om ziekte en gezondheid vanuit andere invalshoeken te
benaderen
- Biopsychosociaal model: men houdt rekening met de complexiteit en onderlinge wisselwerking tussen
biologische, sociale en psychologische factoren
4