Aantekeningen Leer- en onderwijsproblemen
College 1 – Leerlingenzorg binnen het Nederlandse onderwijssysteem
Invoering passend onderwijs
In 1994 heeft Nederland het Salamanca statement van UNESCO ondertekent. Elk kind heeft hierdoor
fundamenteel recht op onderwijs. Onderwijssystemen moeten rekening houden met de brede
diversiteit aan eigenschappen en behoeften van leerlingen. Daarnaast moeten kinderen met speciale
onderwijsbehoeften toegang hebben tot reguliere scholen.
In 2006 ondertekende Nederland het VN-verdrag voor mensen met een handicap. Hierin staat dat
personen met een handicap toegang hebben tot inclusief hoogwaardig gratis onderwijs.
In 2014 kwam de Wet passend onderwijs. Dit zorgde voor decentralisatie van budgetten en
bevoegdheden en voor zorgplicht. Zorgplicht is de plicht van een schoolbestuur om een passende
plek te zoeken voor een leerling.
Verschil inclusief onderwijs en passend onderwijs
Bij passend onderwijs geldt dat elke leerling een passende plek binnen het regulier of speciaal
(basis)onderwijs moet krijgen, waarbij rekening gehouden wordt met de kwaliteiten/mogelijkheden
van het kind.
Bij inclusief onderwijs geldt dat de algemene onderwijsvorm zo wordt aangepast dat iedereen er
binnen past.
Ondersteuningsvormen
Door de invoering van de Wet passend onderwijs moesten er wijzigingen plaatsvinden in de
ondersteuning van leerlingen. Hierdoor ontstonden er regionale samenwerkingsverbanden (SWV)
tussen het reguliere onderwijs, het speciaal basisonderwijs (SBO) en het speciaal onderwijs (cluster 3
en 4). Zij kregen de taak om het onderwijs voor deze leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften
naar eigen inzicht in te richten. Zo zijn ze verantwoordelijk voor de verdeling van de middelen voor
passend onderwijs in hun regio en ook voor de beheersing van de kosten voor ondersteuning van
leerlingen.
Alle leerlingen krijgen basisondersteuning. Als deze ondersteuning niet toereikend is voor een
leerling, wordt er een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld. Voor specialistische
ondersteuning is daarnaast ook een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig.
In het algemeen geldt: hoe breder de basisondersteuning en hoe sterker de kwaliteit van het
onderwijs, hoe minder leerlingen extra ondersteuning nodig zullen hebben en dus hoe minder
verplichte OPP’s.
Bij een leerling met een visuele beperking (cluster 1), een auditieve beperking en/of spraak-
taalproblemen (cluster 2) zijn een OPP en een TLV niet nodig. Er wordt een landelijke aanvraag
gedaan.
1
,Ontwikkelingsperspectiefplannen (OPP)
Het doel van een ontwikkelingsperspectiefplan is om actief en doelgericht het onderwijs te plannen
op basis van hoge en realistische verwachtingen. Binnen de mogelijkheden van de leerling legt de
school de lat hoog.
Een OPP bevat 3 elementen:
1) Verwachte uitstroombestemming > Waar de leerling naar toe gaat, kijkend naar het maximaal
haalbare. Dit kan naar VSO-arbeid of praktijkonderwijs, vmbo-bb/kb of vmbo-gt/tl of naar havo,
vwo of vso-diplomagericht
2) Belemmerende en bevorderende factoren van het onderwijs, de leerling en de omgeving. Dit
dient als onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling. Door gericht
factoren aan te pakken die de ontwikkeling van de leerling belemmeren, streeft de school na dat
een leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen en een zo hoog mogelijk uitstroomniveau
realiseert.
3) Beschrijving van de te bieden ondersteuning in concreet leerkrachtgedrag: “Om deze doelen te
behalen heeft deze leerling een instructie nodig die…/een leeromgeving of werkvormen nodig
die …”
Het OPP dient opgesteld te worden binnen 6 weken na aanvang van de ondersteuning, na
aanmelding van een leerling met behoefte voor extra ondersteuning of na aanmelding van een
leerling voor het speciaal basisonderwijs.
De verplichting om een individueel handelingsplan op te stellen komt door het OPP te vervallen.
Het liefst wil je zo vroeg mogelijk ingrijpen en een OPP opstellen, zodat problemen niet groter
kunnen worden. Maar dan moet er ook al op jonge leeftijd (bijv. 8 jaar) een uitstroombestemming
vastgesteld worden. Hierdoor heeft de uitstroombestemming een voorlopig karakter; het dient nog
bijgesteld te worden. Tenminste jaarlijks evalueert de school met de ouders en leerling het OPP.
Vanaf eind groep 6 is een kan een uitstroombestemming goed geschat worden.
Doelen binnen het OPP worden per leergebied opgesteld. Voor rekenen heeft een leerling
bijvoorbeeld alleen de basisondersteuning nodig, maar voor taal extra ondersteuning. De doelen
2
,kunnen specifiek zijn of overstijgend. Daarnaast worden de doelen SMART(I/O) opgesteld, zodat ze
geëvalueerd kunnen worden.
Ook beschrijft het OPP leergebiedoverstijgende domeinen. Het kan namelijk zo zijn dat een leerling
ondanks het cognitieve niveau toch vanwege het gedrag niet wordt toegelaten tot een type
voortgezet onderwijs of na instroom snel uitvalt. Globaal zijn er 2 domeinen binnen de
leergebiedoverstijgende doelen:
1) Sociaal-emotionele ontwikkeling > Samenwerken, interactie met de leerkracht en medeleerling,
omgaan met conflicten, competent voelen, etc.
2) Leren > Werkhouding, taakaanpak, leerstijl, werkgeheugen, concentratie, motivatie, interesse,
reflectie op het eigen werk, etc.
Het is een misverstand dat een OPP altijd volledig individueel uitgevoerd dient te worden. De
instructie- en leertijd komen dan sterk onder druk te staan en de mogelijkheden om van én met
andere leerlingen te leren zijn dan minimaal. De uitvoering van het OPP vindt daarom voor een
belangrijk deel binnen het groepsplan plaats.
Aan de hand van methodegebonden toetsen en observaties van leerkrachten kan er gekeken worden
of tussendoelen gehaald zijn. Beheerst de leerling de leerstof die de afgelopen periode is
aangeboden? Aan de hand van methodeongebonden/methodeonafhankelijke toetsen (CITO LOVS)
kun je kijken of de geplande vaardigheidsgroei gehaald is. De resultaten hiervan laten zien of het
nodig is om het aanbod en/of verwachting bij te stellen.
Kritiek op het ontwikkelingsperspectief
Het vaststellen van een meerjarig toekomstperspectief en het nemen van beslissingen over het
vervolg van het onderwijs zijn niet eenvoudig. Daarom worden er vraagtekens gezet bij
geautomatiseerde procedures om het ontwikkelingsperspectief vorm te geven. Deze procedures
zouden namelijk geen rekening houden met wederzijdse beïnvloeding van sociaal-emotioneel
functioneren, leerwerkhouding en schoolvorderingen. Bovendien gaan de procedures uit van lineaire
ontwikkelingslijnen en wordt er geen rekening gehouden met individuele verschillen in
ontwikkelingssnelheid en -kwaliteit.
Naarmate kinderen jonger zijn en de problematiek complexer is, wordt het lastiger om met
zekerheid voorspellingen te doen over de ontwikkelingsmogelijkheden.
Stel nou dat je een inschatting maakt van de rekenvaardigheid van de leerling. Hieruit blijkt dat daar
niet al te veel van verwacht moet worden. Als leerkracht stem je je onderwijsaanbod af op het
vaardigheidsniveau van de leerling. Het verminderen van het aanbod, vanwege de lage
verwachtingen, zorgt ervoor dat de rekenvaardigheid ook niet hoger kan komen (> selffulfilling
prophecy).
Het uiteindelijk behaalde leerrendement staat niet per definitie vast gegeven het startniveau.
Effecten van passend onderwijs
De verwachtingen die er waren bij de invoering van passend onderwijs waren:
- Reductie van het aantal thuiszitters > De zorgplicht zorgt er namelijk voor dat voor elke leerling
met extra ondersteuningsbehoefte een passend aanbod gevonden moet worden, op de eigen
school/scholen of elders in het samenwerkingsverband. Moeilijk plaatsbare leerlingen kunnen
hierdoor niet steeds meer ‘doorgeschoven’ worden en uiteindelijk geen passende onderwijsplek
vinden.
- Meer leerlingen in het reguliere onderwijs en dus minder verwijzingen naar het speciale
onderwijs, doordat er meer samenwerking is tussen reguliere en speciale scholen er meerdere
tussenvormen van ondersteuning komen.
- Meer hulp op maat zou de kansen op onderwijssucces moeten verhogen voor de leerlingen met
extra ondersteuningsbehoeften en moeten leiden tot meer welbevinden op school.
3
, De zorgen die er waren, hadden betrekking op de aandacht die leerkrachten nu moesten gaan geven
aan zorgleerlingen en dat dit ten koste zou gaan van de aandacht voor de normale leerlingen. Het
bleek echter dat deze zorgen over beschikbare aandacht ongegrond zijn. Er zijn namelijk geen directe
risico’s dat andere leerlingen geschaad worden door de aandacht die nodig is voor zorgleerlingen.
Echter is het aantal thuiszitters niet gereduceerd. Daarnaast is de initiële daling van instroom in het
speciaal (basis)onderwijs van tijdelijke aard. Ook blijft de prestatie van leerlingen met
ondersteuningsbehoefte achter. Toch voelen de leerlingen zich goed geholpen.
De initiële daling was van tijdelijke aard doordat dit kwam door verevening van het budget voor
de samenwerkingsverbanden. Elk verband was erbij gebaat om minder leerlingen door te
verwijzen naar het speciaal onderwijs.
Een verklaring voor het niet krimpen van het speciaal onderwijs is dat er sprake zou zijn van
steeds meer leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en van toenemende problematiek
bij leerlingen.
Problemen bij de evaluatie waren dat de doelen niet goed gedefinieerd werden, de doelgroep
onduidelijk was, er onvolledige data was, er geen nulmeting was en een wisselend beleid.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brttlvld8. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.