College 1 Cerebrale Ontwikkeling
Algemene principes van de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel
• Eerst werd er gedacht dat het brein modulair georganiseerd was. Dit betekent dat er
een 1-op-1 relatie is met de locatie in het brein en een bepaalde functie. Nu we meer
kennis hebben van het brein en een MRI-scan kunnen doen, is er te zien dat dit niet
het geval is.
• Er is meer sprake van een connectionistische organisatie. Hierbij worden complexe
functies van het brein gemedieerd door complexe neurale netwerken. Zowel de
morfologie (structuur van het brein) als de connectiviteit (verbindingen tussen
hersengebieden) is hierbij van belang.
• Ook werd er eerst gedacht dat er sprake is van aangeboren specialisatie. Hierbij zijn
bepaalde hersengebieden van tevoren al bedoeld voor een bepaalde functie.
• Het kan ook zijn dat er sprake is van equipotentie. Hierbij kunnen gebieden
verantwoordelijk zijn voor meerdere functies. Dit heeft ook te maken met de
plasticiteit van het brein.
• De meest recente theorie hierover is dat er sprake is van interactieve specialisatie.
Hierbij is de specialisatie van een bepaald gebied afhankelijk van de input vanuit de
omgeving.
Het brein is relatief groot bij de geboorte ten opzichte van andere lichaamsdelen. Je brein
groeit nog wel door na de geboorte, maar is grotendeels al af voordat we überhaupt
geboren worden. Dingen zoals ledematen groeien nog flink na de geboorte.
Cerebrale ontwikkeling
• Prenatale ontwikkeling
o Hierbij is er structurele formatie van het centrale zenuwstelsel (morfologie)
o Dit is genetisch bepaald
o Verstoringen zorgen voor een abnormale cerebrale structuur
• Postnatale ontwikkeling
o Hierbij is er functionele rijping van het centrale zenuwstelsel (connectiviteit)
o Heeft een grotere invloed van de omgeving en ervaringen
o Verstoringen zorgen voor een abnormale ontwikkeling van verbindingen en
functionele neurale netwerken
Rijping van het brein
• Additieve/lineaire ontwikkeling → dit begint al na de conceptie als de eerste neurale
netwerken zijn gevormd. Er is een toenemende gefaseerde groei, zoals de toename
van myelinisatie (witte stof). Dit is een lineaire toename tot aan je 30 ste levensjaar.
• Rise-and-fall patroon → ons brein maakt constant neuronen en synapsen aan, terwijl
deze niet allemaal nodig zijn. Ze worden daarom geëlimineerd. Voor de geboorte zal
het aantal neuronen al minder worden. Na de geboorte worden dan ook de onnodige
synapsen en dendrieten geëlimineerd (grijze stof).
,In het plaatje rechts is de ontwikkeling van witte
en grijze stof te zien. Linksboven zie je van de
witte en grijze stof samen. Rood is de meisjes lijn,
blauw is de jongens lijn.
• Jongens hebben een groter brein dan
meisjes
• De witte stof is een lineaire toename
• Bij meisjes is er eerder een piek (8 jaar)
met meeste grijze stof dan bij jongens (11
jaar). Daarna is er voor beide een afname
van grijze stof
Baby’s kunnen nog onderscheid maken in hele kleine details in gezichten.
• Dit verliezen ze echter als synapsen specialistischer worden of afsterven, anders
zouden onze hersenen waarschijnlijk heel overprikkeld voelen van alle informatie.
• Na ongeveer 6 maanden kunnen baby’s dus niet meer vergelijkbare gezichten
onderscheiden.
Placenta is een beschermingsmechanisme voor alle negatieve invloeden (=teratogenen) op
de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel.
• De placenta houdt stoffen tegen, maar stoffen kunnen ook zo “slim” zijn dat ze door
de placenta heen kunnen gaan.
• Op een gegeven moment wordt ook de blood-brain barrier ontwikkeld, deze houdt
bepaalde stoffen ook tegen.
De oorzaak van aangeboren afwijkingen is voornamelijk de interactie tussen de genen en
omgeving.
• Er is bijvoorbeeld bij alcohol te zien dat baby’s al verschillen in hoeverre het alcohol
kan afbreken. Als een moeder bijvoorbeeld alcohol inneemt (omgevingsfactor), zal je
zien dat dit verschillende effecten kan hebben op de baby aan de hand van genen.
,Prenatale ontwikkeling
In de eerste twee weken is er sprake van celdeling en nestelt het zich in de baarmoeder.
Hierbij is de bloedbaan nog niet verbonden met de moeder, waardoor de invloed van
omgevingsfactoren vrijwel nihil is (zoals alcohol).
• De blauwe lijn is morfologisch, de groene is de vorming van netwerken. Je ziet dus
dat het centrale zenuwstelsel zich heel traag ontwikkeld.
• Als er dus trauma ontstaat in de embryonische periode, heeft dit de meeste en grote
gevolgen. Ook is de kans op miskraam het grootst.
• In de fetale periode heeft trauma meer invloed op de ontwikkeling van het brein,
minder op de lichamelijke delen, die zijn al bijna ontwikkeld.
Invloeden op centrale zenuwstelsel ontwikkeling
Prenatale (congenitale) factoren
• Genetische factoren
• Intra-uterien trauma / teratogenen
o Infecties (bacterieel [toxoplasmose] of viraal [rode hond])
o Schadelijke stoffen
▪ Drugs (nicotine, alcohol, heroïne, cocaïne, cafeïne)
▪ Giftige stoffen (lood, kwik) en straling (radiotherapie)
▪ Hormonen (Diethylstilbestrol [DES])
▪ Medicatie (Thalidomide [Softenon], paracetamol)
o Ongeval
• Maternale factoren
o Leeftijd, stress, voeding, diabetis, hypertensie
Peri-/postnatale factoren
• Geboortecomplicaties (vasa previa, afklemming door navelstreng)
• Cerebrale infecties
• Niet-aangeboren hersenletsel
, Het brein gaat een aantal fases door tijdens de ontwikkeling.
• Neurolatie → het proces waardoor de neurale buis wordt gevormd tijdens intra-
uteriene ontwikkeling. De neurale buis is fundamenteel voor de differentiatie van de
cellen van het centrale zenuwstelsel, terwijl de neurale toppen, geassocieerde
structuren waar het ons om gaat, zijn voor de vorming van het perifere zenuwstelsel.
• Neurogenesis → de aanmaak van neuronen. In week 20 zijn alle neuronen
aangemaakt en is er sprake van maximale groei
• Migratie → neuronen gaan naar de juiste plek in het brein toe
• Competitieve eliminatie → start na de geboorte. Hierbij is er sprake van synaptische
snoei. De synapsen die niet meer nodig zijn zullen afsterven
Neurolatie → de ontwikkeling van de neurale plaat begint al vanaf week 3-4. Deze gaat zich
vouwen en vormt in een vroeg stadium al de neurale buis. Later zal aan de ene kant het
brein ontstaan, aan de andere kant het ruggenmerg. In week 4-5 zullen de prosencephalon,
mesencephalon en rhombencephalon zich ontwikkelen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessbeekhof. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.