Samenvatting Aantekeningen Wetenschapsfilosofie - Hoorcolleges en Werkgroepen
17 vues 0 fois vendu
Cours
Wetenschapsfilosofie (522044410)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Zeer complete samenvatting van Wetenschapsfilosofie. Bevat de samenvattingen/aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen.
Het bestand is zeer overzichtelijk door consistent gebruik van kopjes en opmaak. Zie ook mijn andere samenvattingen, ik gebruik altijd dezelfde layout om een zo overzicht...
Deze week beginnen we met een introductie in de wetenschapsfilosofie. Maar ook de
vraag: wat is wetenschappelijke kennis? We kijken naar vragen rondom wetenschappelijk
kennis, welke gebaseerd kunnen worden op verschillende stromingen:
- Ontologie: vragen over de aard van het zijnde; wat bestaat er (de wereld om ons
heen)
- Epistemologie: vragen over kennis; hoe kunnen wij als mens de wereld om ons heen
kennen.
- Methodologie: hoe kunnen we de wereld om ons heen kennen; dienen we bepaalde
procedures te volgen.
o We kijken bij dit vak voornamelijk naar deze laatste.
En wetenschappelijke kennis ontwikkeld zich, denk maar aan de vraag of sigaretten
schadelijk zijn. Maar ook de vraag of de aarde opwarmt door menselijk toedoen. Maar ook de
vraag of de ontwikkeling van wetenschap en technologie te ver kan gaan. Dit zijn belangrijke
vragen die van belang zijn voor de maatschappij en het heeft invloed op ons onderzoek.
Wetenschappelijke kennis heeft ook een politieke en maatschappelijke impact:
- Denk aan de VVD-mentaliteit om alsmaar harder te gaan straffen
- De rollen van uitspraken over etniciteit.
Belangrijke vragen in dit vak zijn:
- Wat is wetenschappelijke kennis
- Hoe onderscheiden we wetenschappelijke kennis van andere kennisvormen?
- Wat is de ‘wetenschappelijke methode’ die tot speciale of betrouwbare resultaten leidt
- Geldt het succes van de natuurwetenschappelijke methode ook voor de sociale
wetenschappen?
- Hoe bedrijf je op ene ethische manier wetenschap?
Dan de leerdoelen van dit vak:
- Verschillende wetenschapsfilosofische stromingen differentiëren;
- Beargumenteren wat de status is van wetenschappelijke kennis;
- Wetenschapsfilosofische vragen toepassen op de criminologie;
- Een visie formuleren op de hedendaagse discussie over het belang van de
wetenschap voor de samenleving;
- Ethische dilemma’s die samenhangen met de rol van wetenschap in onze
samenleving kritisch bespreken en dit wetenschappelijk rapporteren.
,De functie van de wetenschapsfilosofie is:
- Waarde wetenschap bezien: Kritisch zelfbeeld, sceptici weerleggen.
- Grenzen wetenschap bevatten: methodisch, ethische grenzen
- Kritisch denkvermogen ontwikkelen.
- Overtuigingskracht & argumentatie ontwikkelen.
Een algemeen idee binnen de wetenschapsfilosofie is dat: wetenschap is afgeleid uit feiten en
niet gebaseerd op persoonlijke meningen. Hierbij zijn van belang:
- Aard van het waarnemingsproces; is eerder vergaarde kennis wel zo eenduidig en
betrouwbaar als van oudsher wordt aangenomen?
- Aard van het logisch redeneren; hoe kunnen we kennis afleiden uit feiten?
- Wat leert ons de geschiedenis van de wetenschap? Zijn de aannames uit de
geschiedenis van de wetenschapsfilosofie wel standkrachtig?
Over de aard van feiten worden drie aannames gedaan, die ieders zo hun problemen geven:
1. Feit via zintuig: feiten zijn via de zintuigen direct toegankelijk voor nauwkeurige en
onbevooroordeelde waarnemers.
a. Homo mensura: waarneming varieert, is feilbaar en is privé.
2. Feit voor theorie: feiten gaan aan theorie vooraf en zijn daar onafhankelijk van.
a. Kennis nodig voor juiste observatie;
ik kan als medisch leek niet
röntgenfoto beoordelen, hiervoor
dien ik een medische achtergrond te
hebben.
b. Kennis nodig voor gerichte
observatie: we moeten weten waar
we naar moeten kijken willen wij
kennis opdoen uit observaties. Zonder die kennis kun je weinig observaties
doen (tautologie??***). Als we naar de criminologie in een stad willen kijken,
moeten wij wel weten waar we naar dienen te observeren zoals routine
activiteit of broken windows.
3. Feit als basis van kennis: feiten vormen een stevig en betrouwbaar fundament van
wetenschappelijke kennis.
a. Specifiek universeel
Maar hoe kunnen we dan feiten als basis van kennis creëren. Zoals we al hebben gezien gaan
feiten niet vooraf aan kennis, maar kunnen we wel zeggen dat kennis logisch wordt
afgenomen uit feiten. Dit kan volgens Chalmers (boek) niet worden gestaafd. We hebben het
dan over de logica. Zouden we nieuwe kennis logisch kunnen vergaren doormiddel van
deductie?:
- Als de premissen waar zijn, dan moet de conclusie óók waar zijn
- Vertelt ons niet de waarheid over de feitelijke uitspraken (premissen)
- Alleen dat áls de premissen waar zijn, de conclusie ook waar is (dus geen nieuwe
kennis)
- We deduceren dus op al bestaande kennis
- Conclusie: deductie geeft geen nieuwe kennis
,En inductie dan, kan dit ons nieuwe kennis verschaffen?:
- Van specifiek (singulier) naar algemeen (universeel)
- Principe van inductie: als een groot aantal Y’s zijn geobserveerd onder een groot
aantal condities en al deze Y’s bezitten zonder uitzondering eigenschap X, dan
hebben alle Y’s kenmerk X. (Hume’s ‘Principle of uniformity of nature’)
- Maar dit inductieprincipe levert ook een aantal problemen op:
o Wat is precies een juiste inductieve redenering
De vaagheid van een ‘groot’ aantal
Vaak is het ongepast om een groot aantal waarnemingen te vereisen
Herhaalde experimenten worden niet gepubliceerd
Wat geldt als een significante variatie in omstandigheden
Groot deel kennis verwijst naar het onwaarneembare
Exacte wetten o.b.v. onnauwkeurig bewijsmateriaal te rechtvaardigen
o Inductieprobleem
Hoe moeten we het inductieprincipe op zichzelf rechtvaardigen
(tautologie).
Het inductieprobleem houdt in dat om inductie te kunnen
rechtvaardigen, je een beroep dient te doen op inductie. Het bewijst
zichzelf. Hume zei dan ook: “We have no logical reason to believe
that the future will continue to resemble the past.”.
Dat elke dag een kip wordt gevoerd, haalt nog niet weg dat
uiteindelijk zijn nek wordt omgedraaid.
Week 2 - Ethiek
Belang van Ethiek
Utilisme
Deontologie
Ethische normen
Waarom is de ethiek nou zo’n belangrijk onderwerp in de wetenschap. De aandacht hiervoor
is toegenomen door een aantal:
- Ethische schandalen: Stanford Prison Experiment
- Mensrechtendebat: recht op privacy/lichamelijke integriteit/
- Technische innovaties: deze vergrote het debat over de eerdere mensenrechten
- Wetenschapsfraude:
Hierdoor kwamen vragen als:
- Hoe ver mag je bij experimenten schade toe brengen?
, - Tot hoe ver mag je iemand niet informeren?
Dit heeft er toe geleid dat we steeds meer, als onderzoekers, ons dienen te houden aan
ethische codes en regels. De belangrijkste van deze ethische normen zijn:
- Privacy en anonimiteit/vertrouwelijkheid
- Openheid en informed consent
- Vermijden van schade aan individuen en gemeenschappen
o Denk aan criminaliteit onder bepaalde etnische minderheden welke stigma’s
kunnen veroorzaken voor deze groepen.
- Onafhankelijkheid en integriteit
Het moeilijke hieraan is echter dat we tegen bepaalde dilemma’s aanlopen:
- Heimelijk onderzoek toelaatbaar als openlijk onderzoek niet mogelijk is?
- Schadelijkheid versus belang van het onderzoek?
o Is het belang van het onderzoek groter dan de schade?
- Onafhankelijkheid en toegepast onderzoek?
Ethiek gaat over het juist handelen. Niet over wat is (=beschrijvend/descriptief), maar over
wat zou moeten zijn (=prescriptief). Het is niet ad hoc, maar systematisch. We proberen een
samenhangende set van regels te vinden vanuit waaruit we kunnen afleiden wat juist
handelen is. Voorbeelden hiervoor zijn:
- Deugdenthiek
- Sociaal contractethiek
- Rechtenethiek
- Utlisme (act en regel)
- Plichtethiek (Kant)
Hierbij dienen we een viertal vragen te stellen:
1. Wat kunnen we gebruiken als grondslag van de normen?
a. God, natuur, sociaalcontract
2. Of normen absoluut of relatief zijn?
3. Welk mensbeeld ligt ten grondslag van normen?
a. Is de mens rationeel/egoïstisch/evenbeeld van god
4. Wat is dan goed gedrag?
Wij gaan het hebben over twee van de eerder besproken voorbeelden;
- Het utilisme
- De plichtethiek
Laten we het als eerst hebben over het utilisme. Grondlegger van het utilisme is David
Hume (1711-1776):
- Grondlegger van het utilisme
- Ratio alleen kan niet ons handelen verklaren
o Zoals andere mensen wel dachten
- Dus ook handelingsethiek is gegrond in gevoel
- Theory of moral sentiment
- You can not derive an ought from an is
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Svenvdk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.