Samenvatting over de ademhaling en circulatie. Op school heb ik de methode 10 voor biologie en dit zijn hoofdstukken 14 en 15. In de samenvatting zijn de volgende onderwerpen:
- Functies van het circulatiestelsel
- Bloed
- Bloedplasma
- Bloedeiwitten
- Bloedcellen
- Bloedplaatjes
- Vorming v...
Hoofdstuk 14 - Circulatie
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
14.2 Functies van het circulatiestelsel
Het circulatiestelsel bestaat uit het bloedvatenstelsel en het lymfatisch stelsel. Het
bloedvatenstelsel bestaat uit het hart, de bloedvaten en het bloed. De functies van het
circulatiestelsel zijn:
1) Aanvoer van voedingsstoffen;
Voedingsstoffen worden vanuit het maagdarmkanaal via de darmwand overgedragen
aan het bloed. Het bloed vervoert de voedingsstoffen via de lever naar de organen
en weefsel, waar ze gebruikt worden voor de bouw- en/of energiestofwisseling.
2) Afvoer van afvalstoffen;
De bij de stofwisseling vrijgekomen afvalstoffen in de organen en weefsels worden in
het bloed en de lymfe opgenomen en vervoerd naar de uitscheidingsorganen.
3) Transport van gassen;
Bloed vervoert de voor de energiestofwisseling benodigde zuurstof vanuit de longen
naar de weefsel. En de koolstofdioxide die bij de verbranding vrijkomt wordt door het
bloed vanuit de weefsels naar de longen getransporteerd.
4) Transport van hormonen en beschermende stoffen;
Hormoonklieren produceren op veel verschillende plaatsen in het lichaam hormonen.
Deze worden afgegeven aan het bloed waardoor ze naar de eindbestemming
komen. Ook worden beschermende stoffen door het hele lichaam verspreid. Het
lymfatisch systeem speelt hierbij een grote rol.
5) Verspreiding van warmte;
Het bloed zorgt voor verspreiding en afvoer van warmte door je lichaam.
14.3 Bloed
Ongeveer 7,5% van je lichaamsgewicht is bloed. Bloed bestaat uit bloedcellen die in een
waterige tussencelstof rondzweven. Wanneer je bloed onstolbaar maakt en het een tijdje
laat staan ontstaat er een bezinksel met daarboven een lichtgele vloeistof.
14.3.1 Bloedplasma
Bloedplasma bestaat voor 91% uit water. In de darmen wordt water opgenomen in het
bloed.
➞ Water dient als warmtebuffer in het lichaam; het kan warmte opnemen en afgeven zonder
zelf van temperatuur te veranderen.
➞ Ook dient water als oplosmiddel; veel stoffen kunnen alleen vervoerd worden als ze opgelost
zijn in water.
Afvoer van water vindt plaats in de nieren, de huid, de longen en de ontlasting. De
bloedeiwitten in bloedplasma zijn albuminen, fibriogeen en globulinen.
Bloedplasma bestaat voor ongeveer 1% uit opgeloste zouten, vooral natrium-, kalium- en
calcium ionen. Deze worden aangevuld vanuit het spijsverteringskanaal. Afvoer van
overtollige zouten gebeurt vooral via de nieren en de huid. De verhouding tussen de
verschillende ionen moet constant blijven, anders wordt het functioneren van zenuwen en
, spieren verminderd. Het bloedplasma heeft een bepaalde constante osmotische waarde
die door de opgeloste zouten op peil blijft.
Bloedplasma vervoert bloedgassen. Dit zijn opgeloste zuurstof, koolstofdioxide en stikstof.
Echter wordt de stikstof niet gebruikt.
14.3.2 Bloedeiwitten
In het bloedplasma zitten veel bloedeiwitten. Deze worden vooral in de lever aangemaakt
en ook weer afgebroken. De bloedeiwitten bepalen de stroperigheid van het bloed.
De bloedeiwitten hebben invloed op de zuurgraad; ze houden de pH van het bloedplasma
zeer constant.
De bloedeiwitten hebben ook een rol in het constant houden van een osmotische waarde.
Wanneer de osmotische waarde te laag is kan er vochtophoping komen.
Er zijn drie soorten bloedeiwitten:
1) Albuminen
Vorm: langgerekte eiwitmoleculen
Functie: albuminen spelen een rol bij de colloïd-osmotische waarde.
2) Globulinen
Vorm: kleine bolvormige eiwitmoleculen
Functie: er zijn verschillende typen globulinen.
Sommige globulinen hebben een transportfunctie: bepaalde stoffen worden aan het eiwit
gekoppeld en vervoerd.
Immunoglobulin hebben de functie als antistoffen, deze beschermen het lichaam tegen
ziekteverwekker en lichaamsvreemde stoffen.
3) Fibrinogeen
Vorm: vrij grote eiwitmoleculen
Functie: fibrinogeen heeft een belangrijke functie bij bloedstolling.
Bloedplasma waar fibrinogeen uit gehaald is heet serum.
14.3.3 Bloedcellen en bloedplaatjes
Bijna 95% van je bloedcellen zijn rode bloedcellen. Rode bloedcellen leven niet lang en
worden dus de hele tijd aangemaakt. De bloedcel heeft een kleine indeuking waardoor de
cel soepel en vervormbaar is, hierdoor kan die door kleine bloedvaatjes.
Een rode bloedcel bezit geen kern, mitochondriën of andere grote organellen. Naast water
bevat de cel veel hemoglobine. Hemoglobine is rood en bevat ijzer. Hemoglobine heeft een
groot zuurstofbindende vermogen in een zuurstofrijke omgeving. In een zuurstofarme
omgeving geeft het zuurstof af. Ook spelen rode bloedcellen een rol bij het vervoer van
koolstofdioxide. Rode bloedcellen bepalen je bloedgroep.
Witte bloedcellen (leukocyten) zijn minder aanwezig. Drie typen witte bloedcellen zijn:
monocyten, lymfocyten en granulocyten. Witte bloedcellen zijn groter dan rode bloedcellen
en ze hebben een kern en organellen. De levensduur van de cel varieert. Witte bloedcellen
hebben te maken met de verdediging van het lichaam.
Bloedplaatjes zijn celfragmenten, omgeven door een membraan en ooit afgesnoerd van
stamcellen in het rode beenmerg. Bloedplaatjes hebben geen kern en geen organellen. De
cel leeft voor 7 à 8 dagen. Bloedplaatjes bevatten de plaatjesfactor, dit is belangrijk bij
bloedstolling.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jadeheidemans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.