Samenvatting boek Bestuurlijke kaart van Nederland
College aantekeningen Bestuurskunde
Samenvatting De bestuurlijke kaart van Nederland - Bestuurskunde
Tout pour ce livre (69)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
2e graads docent Geschiedenis
Staatsinrichting Nederland
Tous les documents sur ce sujet (2)
Vendeur
S'abonner
ivdBroek
Avis reçus
Aperçu du contenu
Bestuurlijke kaart van Nederland: Breeman, van Noort & Rutgers
Hoofdstuk 1: De bestuurlijke kaart van Nederland
Kenmerken van Nederlands openbaar bestuur:
- Constitutionele monarchie: koning is staatshoofd. Het handelen van de koning is
gebonden aan een grondwet.
- Rechtstaat: het overheidshandelen is onderwerpen aan de regels van rechten. Burgers
beschikken over grondrechten.
- Gedeeltelijke scheiding der machten: de wetgevende, de uitvoerende en
rechtsprekende macht zijn onafhankelijk van elkaar en zij controleren elkaar.
- Scheiding van kerk en staat: er is geen staatskerk.
- Parlementair stelsel: de bevolking kiest rechtstreeks het hoogste besluitvormende
orgaan, de Tweede Kamer, waaraan de regering verantwoording schuldig is.
- Ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk, ook voor het
optreden van het staatshoofd. Vertrouwensregel: ministers worden geacht af te treden
zodra zij het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verloren hebben
- Parlementaire stelsel = dualistisch: de volksvertegenwoordiging is onafhankelijk van de
regering en ministers kunnen geen deel uitmaken van de Staten-Generaal.
- Nederlandse bevolking kiest geen bestuurders. Anders dan IN de Verenigde Staten
De leden van de gemeenteraden en Provinciale Staten benoemen de wethouders en de
gedeputeerden.
- Nederland is gebaseerd op stelsel van evenredige vertegenwoordiging: het aantal
zetels voor een partij in overeenstemming is met de aanhang van die partij onder de
bevolking.
- Gedecentraliseerde eenheidstaat: er is sprake van een rijksoverheid die zaken aan
lagere overheden op kan leggen.
- Juryrechtspraak: in Nederland blijft de rechtspraak vertegenwoordigd door deskundige
rechters.
- Functioneel bestuur: bestuursorganen die een beperkt, wettelijk vastgelegd takenpakket
hebben.
Hoofdstuk 2: De Nederlandse staat
Nederlandse wapen: bevat de spreuk Je maintiendrai (ik zal handhaven).
Wat is een staat?
Er is sprake van een staat als:
1. Er een specifiek grondgebied (territorium) aanwezig is.
2. Er een bevolking is.
3. Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend de
wet- en regelgeving kan handhaven.
4. De staat erkend wordt door andere staten.
De Staat der Nederlanden is een rechtspersoon.
Juridische term voor Nederlandse overheid. Is bevoegd om rechtshandelingen te
verrichten.
Nederland maakt deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, dat ook Aruba, Curaçao en
Sint-Maarten omvat.
De Nederlandse koning is staatshoofd van het gehele Koninkrijk der Nederlanden. Op
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten wordt de koning vertegenwoordigd door een gouverneur;
elk eiland heeft zijn eigen gouverneur.
, De regering van het koninkrijk bestaat uit de koning en de Raad van Ministers. De Raad van
Ministers bestaat uit door de koning benoemde ministers en drie gevolmachtigde ministers.
De regering van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten benoemen elk een gevolmachtigde
ministers, die namens de regering van zijn land optreedt.
Nederland is sinds de Grondwet van 1815 (Willem I) een constitutionele monarchie. Dit is
een staat waarin het koningschap verankerd is in een constitutie. De koning staat niet boven
de wet. Een constitutie is het geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels
met betrekking tot de organisatie van een staat. Zijn vastgelegd in een grondwet. Soms
heeft een staat geen grondwet maar wel een constitutie. Bijv. In Groot-Brittannië zijn de
belangrijkste staatsregels neergelegd in gewoonterecht of conventies, die niet in wetten zijn
vastgelegd.
Bij de vorming van de Grondwet van Nederland is Thorbecke (1798-1872) van groot belang
geweest. Bedacht de Grondwet van 1848. Uitgangpunten voor de staatsorganisatie
uitgeschreven die nog steeds terug te vinden zijn in de huidige Grondwet.
Uitgangspunten:
1. Parlementair stelsel.
2. Rechtsstaat.
3. Gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Parlementair stelsel
Nederland is een democratie waarin de bevolking van 18 jaar en ouder haar hoogste
besluitvormende orgaan kiest: de Tweede Kamer. Dit is de kern van het parlementair
stelsel. Dit stelsel kent twee principes:
1) Koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk (ministeriële
verantwoordelijkheid).
2) Het kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de Tweede Kamer hebben
(vertrouwensregel).
Rechtsstaat
De Nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het recht. Een rechtsstaat heeft
de volgende kenmerken:
1. Overheidshandelen dient te zijn gebaseerd op bevoegdheden die zijn vastgelegd in
wetten.
2. Er is sprake van een machtenscheiding in de staat. Montesquieu (1689-1755): trias
politica. Volgens deze leer dient de staatsmacht te worden verdeeld over de
wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht. Deze drie zijn onafhankelijk
van elkaar en controleren elkaars functioneren.
3. Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen.
4. Het bestaan van grondrechten, zoals et recht op vrijheid van meningsuiting, gelijke
behandeling, persvrijheid, godsdienst, etc.
5. Het bestaan van vrije en onafhankelijke media (persvrijheid).
Een gedecentraliseerde eenheidsstaat
Dit is een staatsorganisatie met verschillende bestuurslagen, waarbij de relatie tussen de
bestuurslagen berust op de samenhang van:
- Autonomie: provincies en gemeenten kunnen op eigen initiatief regels vaastellen.
- Medebewind: provincies en gemeenten moeten wel rekening houden met regels van
een hogere orde.
Autonomie & medebewind bepalen de decentralisatie in onze eenheidsstaat.
- Toezicht: de nationale overheid kan alle besluiten van lagere overheden vernietigen
wanner die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.
De bestuurlijke indeling van Nederland in Rijk, provincie en gemeenten is een territoriale
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ivdBroek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.