Deze samenvatting (hfst. 7,8, 9 en 10) helpt jou om het tentamen techniek en heelal in het eerste jaar van de pabo te halen. Het omvat alle stof die gevraagd wordt op het digitale tentamen.
Samenvatting Natuur en Techniek geven 2023: pabo 1, 2 en 3
Samenvatting zaakvakken toets pabo: natuur en techniek
Tout pour ce livre (11)
École, étude et sujet
Hogeschool Leiden (HSL)
Lerarenopleiding Basisonderwijs
Techniek en heelal
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
carmenroodenburg
Aperçu du contenu
Techniek samenvatting
H 7, 8, 9 en 10 van het boek ‘natuur en techniek geven’
Hoofdstuk 7 Materialen en verschijnselen
Molecuul
Het kleinste deeltje van een stof die alle eigenschappen heeft van die stof.
Een molecuul is opgebouwd uit nog kleinere deeltjes: atomen (zuurstof, waterstof, stikstof,
koolstof, ijzer, goud).
Atomen
Bestaan uit 3 kleinere deeltjes: elektronen, protonen en neutronen.
Verschil molecuul en atoom
Een molecuul bestaat uit meerdere atomen. Deze kunnen van dezelfde soort zijn of van
verschillende soorten atomen. Een atoom is een bouwsteen en bestaat uit 1 element.
Aggregatiefase
De aggregatiefase van een stof is hoe de stof er in zuivere vorm uit kan zien. De meest
bekende fasen zijn: vaste stof, vloeistof en gas.
Water kan in de vaste stof (ijs), vloeistof (water) en gas (waterdamp) voorkomen.
Tussen de fasen zijn overgangen die we smeltpunt noemen (vast gaat dan over in vloeistof)
en kookpunt (vloeibaar gaat dan over in gas: de vloeistof verdampt).
Als een gas condenseert wordt het weer vloeibaar, als een vloeistof stolt wordt het
weer vast.
Als een vaste stof direct in gas overgaat heet dat sublimeren. En andersom als een
gas direct overgaat in een vaste fase dan heet dat rijpen of depositie.
Ook glas wordt een aggregatiefasen genoemd.
Aggregatiefasen gelden altijd voor een zuivere stof en bij een bepaalde temperatuur en
luchtdruk. Water kookt normaal bij 100 graden en bevriest bij 0 graden. Maar in ijle lucht
kookt water veel eerder dan bij 100 graden.
Massa, volume en dichtheid
1. Een voorwerp heeft een massa: het gewicht van een hoeveel materie. Massa wordt
uitgedrukt in kilogram en is NIET afhankelijk van temperatuur en druk.
2. Volume geeft aan welke ruimte en voorwerp in beslag neemt. Het volume van een
hoeveelheid stof is WEL afhankelijk van de temperatuur en druk. Volume kun je
meten en wordt uitgedrukt in m3.
3. De dichtheid van een stof geeft aan hoeveel massa een bepaald volume van deze stof
bevat. -> Ijzer heeft een grotere dichtheid dan plastic. De dichtheid wordt uitgedrukt
1
, in kg/m3. Dichtheid is samengesteld uit volume en massa. Omdat volume afhankelijk
is van temperatuur en druk, is de dichtheid DIT OOK. Bij het vergelijken van
dichtheden is het dus noodzakelijk dit te doen onder dezelfde omstandigheden.
Water
Bijna 70% van de aarde is bedekt met water.
Het is de enige stof in de natuur die in alle drie de fases (vast, vloeistof en gas) voorkomt.
Water heeft een groot oplossend vermogen maar sommige stoffen lossen NIET op in water.
Lichtere stoffen zoals olie drijven op water.
Water heeft bij 4 graden zijn grootste dichtheid. Water kouder dan 4 graden zet uit en water
warmer dan 4 graden ook.
Ijs is dus lichter dan water en blijft daarom drijven.
Water in de natuur bevriest van boven naar beneden. Eerst aan de oppervlakte, dan
pas de diepte in.
In diepere sloten isoleert de ijslaag daarbij het vloeibare water eronder. Het zwaarste
water (bij 4 graden) zakt naar de bodem. Daarin blijft leven onder water mogelijk.
Watermoleculen trekken elkaar een beetje aan en stoten bepaalde stoffen af. Daarom blijft
water ook in een druppel aan de kraan hangen en zie je waterdruppels op een auto.
Het lijkt alsof er een soort vliesje over het wateroppervlak ligt. Dit noemen wij
oppervlaktespanning.
Of iets blijft drijven of zinken heeft dus te maken met de dichtheid van de stof waarvan het
voorwerp is gemaakt en de vorm.
Stoffen met een dichtheid kleiner dan die van water blijven drijven. Denk aan olie,
piepschuim, houtsoorten.
Stoffen met een dichtheid groter dan die van water zullen zinken.
Heeft een stof dezelfde dichtheid als water dan blijft die zweven.
Drijven of zinken wordt niet alleen door dichtheid bepaalt maar ook door de vorm van het
voorwerp.
Een bonk van 20 kg ijzer zinkt als een baksteen, in de vorm van een boot.
Een vat kan 20 kg ijzer blijven drijven. Dat komt door de opwaartse druk onder water.
Opwaartse kracht
Opwaartse kracht is het tegenovergesteld van zwaartekracht.
Onder water weegt alles een stuk minder dan erbuiten.
Een plastic bal veel volume, maar weinig massa. Als je die onder water drukt en hem
loslaat schiet hij door de opwaartse kracht het water uit.
Een walvis kan blijven drijven in het water door de opwaartse kracht.
In de natuur zijn 4 fundamentele krachten waar alle andere krachten van zijn afgeleid
2
, 1. Sterke kernkracht: de kracht die de protonen en neutronen in de kern van een atoom
bij elkaar houdt. Als je die kracht kunt vrijmaken, zoals kernenergie, komt er enorm
veel energie vrij.
2. Elektromagnetische kracht: de kracht waarmee elektronen aan de kern van een
atoom zijn gebonden.
3. Zwakke kernkracht: krachten die een rol spelen bij het uiteenvallen van atomen.
4. Zwaartekracht: die alle materie op grotere schaal bij elkaar houdt.
Soorten krachten:
Veerkracht (indrukken en uitrekken)
Spankracht (gespannen kabels)
Spierkracht (optillen en indrukken)
Magnetische kracht (magneet trekt metalen aan of magneten stoten elkaar af)
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
Alle lichamen trekken elkaar aan met massa.
Het zwaarste lichaam trekt het hardst.
Zo trekt de aarde aan alles wat erop staat, ligt of beweegt.
Het is de overheersende kracht tussen aarde en maan en in ons zonnestelsel.
Het bepaalt de banen waarmee planeten om onze zon en manen om planeten als Aarde en
Jupiter draaien.
Een reden dat zwaartekracht niet overal even sterk is, is dat de aarde niet helemaal rond is.
Op de polen is de zwaartekracht iets groter doordat deze dichter bij het middelpunt van de
aarde liggen.
Zwaartekracht hangt in eerste instantie af van de massa.
Hoe groter de massa des te sterker de onderlinge aantrekkingskracht.
Op de veel kleinere maan is de zwaartekracht een stuk kleiner waardoor een
vreugdesprongetje daar al snel een record hoogspringen oplevert.
Zwaartekracht hangt ook af van de afstand.
Krimpen of uitzetten
Stoffen zetten meestal uit als ze warmer worden.
Als water afkoelt, krimpt het volume tot het 4 graden heeft bereikt. Daaronder zet
het water weer uit.
Magnetisme
De aarde is een grote magneet doordat de magmastromen in de aarde veel ijzer bevatten.
Energie
Stroming, geleiding en straling zijn de 3 mogelijkheden voor energietransport in de
vorm van stoffen (stroming en geleiding door direct contact) of in de vorm van golven
(straling).
Stroming
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur carmenroodenburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.