Samenvatting over onderwijseenheid 2. Handig voor de kennistoets. Alles over de vakken A&F, VTV, verpleegkundig redeneren & reflecteren, recht en evidence-based practice.
Anatomie en fysiologie...........................................................................................................................2
Hart en geleiding................................................................................................................................2
Coronaire hartziekten.........................................................................................................................5
Bloeddrukregulatie en shock.............................................................................................................12
Decompensatio cordis (hartfalen).....................................................................................................16
Oncologie..........................................................................................................................................19
Mammacarcinoom en ovariumcarcinoom........................................................................................22
Stemmingsstoornissen......................................................................................................................25
Verpleegtechnische vaardigheden.......................................................................................................29
Uitscheiding en bedverpleging..........................................................................................................29
Injecteren..........................................................................................................................................33
Verpleegkundig redeneren & reflecteren.............................................................................................36
Recht....................................................................................................................................................39
Evidence-based practice.......................................................................................................................42
, Anatomie en fysiologie
Hart en geleiding
Kent de anatomie van het hart.
Het hart is verantwoordelijk voor het rondpompen van bloed. Er zijn 2 harthelften en 2
bloedsomlopen, eentje naar de longen en eentje naar het lichaam. Je kan het zien als een
achtje waar het hart in het midden ligt. De rechterharthelft pompt van het lichaam naar de
longen toe en de linkerharthelft pompt van de longen naar het lichaam toe.
De bekendste en grootste slagader is de aorta, die zorgt voor zuurstofrijk bloed voor het hele
lichaam. Als het bloed door het hele lichaam is geweest, komt het weer terug naar het hart
via de vena cava. Het bloed uit de onderste lichaamshelft zal via de onderste vena cava
(vena cava inferior) terugkomen naar het hart en het bloed uit de bovenste lichaamshelft zal
via de bovenste vena cava (vena cava superior)
terugkomen naar het hart. Vervolgens zal het bloed
naar de longen gepompt worden via de
longslagader oftewel de arteria pulmonalis, deze
splitst al snel om naar de linker- en rechterlong te
gaan. Voor de splitsing heet het de truncus
pulmonalis en daarna de linker longslagader (arteria
pulmonalis sinistra) en de rechter longslagader
(arteria pulmonalis dextra). Na de longen zal het
bloed terugkomen naar het hart via de venae
pulmonales links en rechts dus venae pulmonales
sinistra en venae pulmonales dextra.
De binnenkant van het hart ziet er als volgt uit. Het tussenschot heet het septum. Dan
hebben we het linker atrium, het linkerventrikel, het rechter atrium en het rechter ventrikel.
Om de bloeddoorstroming te regelen zitten er kleppen in het hart. Dat zijn de mitralisklep,
tussen het linker atrium en linkerventrikel, de tricuspidalisklep tussen het rechter atrium en
rechter ventrikel, de aortaklep tussen het linker ventrikel en de aorta en de pulmonalisklep
tussen het rechter ventrikel en de arteria pulmonalis.
Begrijpt de werking van de hartkleppen.
Aan de binnenranden van de 2 anuli fibrosi zitten bindweefselvliezen vast, dat zijn de
kartkleppen. In gesloten toestand verhinderen ze dat bloed tegen de eerdere stroomrichting
in terug stroomt. De mitralisklep en tricuspidalisklep lijken op elkaar en worden de
atrioventriculaire kleppen genoemd, deze zitten tussen de atria en ventrikels. De aortaklep
en de pulmonalisklep lijken ook op elkaar, en worden de semilunaire kleppen genoemd, deze
zitten tussen de ventrikels en de grote slagaders.
Kan de hartcyclus beschrijven.
Bij een persoon in rust is het hart, onder invloed van het sinusritme, ongeveer 75x per minuut
actief. Daarbij wordt een systole (actiefase) steeds gevolgd door een diastole (rustfase). Elke
hartactie (systole + diastole) duurt 0,8 seconde en bestaat uit 3 fasen:
Passieve vullingsfase (0,0 – 0,4 seconde)
Deze fase is de rustfase van het hele hart. De atria en ventrikels zijn ontspannen. Nu
is de bloeddruk overal in het hart heel laag. Hierdoor heeft het hart een aanzuigende
werking en stroomt het bloed vanuit de holle aders en de longaders de beide atria
binnen. Van daaruit stroomt het bloed de ventrikels in, waarbij de atrioventriculaire
kleppen opengeduwd worden. De ateriële kleppen zijn nog dicht, door de hoge
, bloeddruk die na de systole in de arteriën heerst. Aan het einde van de hartrustfase
zijn de atria en de ventrikels gevuld met bloed.
Actieve vullingsfase (0,4 – 0,5 seconde)
In deze fase contraheren beide atria onder invloed van de impulsen uit de
sinusknoop, die zich nu over het hele atriummyocard verspreid hebben. Deze
impulsen kunnen het ventrikelmyocard nog niet bereiken, doordat de atrium- en
ventrikelspier elektrisch volledig van elkaar gescheiden zijn door de anuli fibrosi.
Bovendien wordt het sinusritme door de AV-knoop iets vertraagd. Door de atriale
systole worden de holle aders en de longaders dichtgeknepen, waardoor het bloed in
de goede richting, naar de ventrikels, geduwd wordt. Dit veroorzaakt een extra vulling
van elk ventrikel van ongeveer 10%. De ventrikelwand wordt daarbij uitgerekt.
Ventrikel systolische vullingsfase (0,5 – 0,8 seconde)
Deze fase is weer onder te verdelen in 3 fasen.
- Als eerst is de kortdurende isovolumetrische fase (0,5 – 0,55 seconde). In deze
fase ontspannen de beide atria zich (atriale diastole) en worden de sinusprikkels
via de AV-knoop, de bundeltakken en de purkinjevezels over de ventrikelwand
verspreid. De ventrikels beginnen zich samen te trekken en het bloed in de
ventrikels onder druk te staan. Op dat moment slaan de AV-kleppen dicht. Dit is
hoorbaar als de 1e harttoon. De bloeddruk in het ventrikel neemt verder toe, maar
is nog niet hoger dan de bloeddruk in de grote arteriën. De arteriële kleppen
blijven dus nog even dicht. Het volume in het hart verandert een fractie van een
seconde niet, omdat het bloed niet weg kan. De druk neemt toe naarmate de
ventrikels zich verder samentrekken. Door de grote druk zouden de gesloten AV-
kleppen kunnen ‘doorslaan’ richting atria, maar de chordae tendinae verhinderen
dat. Ze worden strakgetrokken door de met het ventrikelmyocard mee
contraherende musculi papillares.
- Zodra de bloeddruk in de ventrikels hoger is dan die in de aorta en de truncus
pulmonalis, wordt het bloed met grote kracht de slagaders ingeperst. Dit is de
ejectiefase (0,55 - 0,7 seconde).
- Hierna volgt de relaxatiefase (0,7 - 0,8 seconde). In deze fase ontspant het
myocardium van het ventrikel en daalt de bloeddruk in de ventrikels. De
bloeddruk in de aorta respectievelijk truncus pulmonalis is juist heel hoog,
waardoor de arteriële kleppen dichtslaan. Dit is te horen als de 2e harttoon. De
ventrikels zijn nu leeg, de ventriculaire systole is voltooid. 1 hartcyclus is nu
doorlopen, de volgende kan beginnen.
Weet hoe de hartactie tot stand komt.
De hartslag wordt aangestuurd door een elektrisch stroompje dat opgewekt wordt door de
sinusknoop in het hart. De sinusknoop staat onder invloed van een regelcentrum in de
hersenen. Bij inspanning activeert het regelcentrum de sinusknoop tot snellere afgifte van
stroomstoten, waardoor het hart sneller gaat kloppen.
Kent de basisprincipes van het ECG.
Herkent de hartactie op het ECG en kan benoemen welk deel van het ECG, welk deel
van de hartactie representeert.
De impulsen die zich over de hartspier verspreiden, veroorzaken elektrische verschijnselen.
Deze zijn aan de buitenkant van het lichaam te meten. De meetmethode is betrekkelijk
eenvoudig: een tiental elektroden wordt volgens een bepaald protocol op de huid van de
borst, polsen en enkels geplaatst. De elektroden zijn aangesloten op een versterker met een
monitor of een draaiende papierrol met een schrijvertje. Op de
monitor of op het papier worden de elektrische verschijnselen in de
, vorm van een diagram zichtbaar. Dit is het ECG ook wel hartfilmpje genoemd. De
belangrijkste gegevens:
P-top: deze piek is het resultaat van de impulsen van de sinusknoop in het
atriummyocard, waardoor de atria gaan samentrekken.
PQ-segment: dit weerspiegelt de vertraagde prikkelgeleiding in de
atrioventriculaire knoop.
Q-dal: dit is de verspreiding van impulsen over het ventrikelseptum.
QRS-complex: deze piek representeert de prikkelinvasie van het
ventrikelmyocard. Daarbij worden eerst, via de bundel van His, de
bundeltakken bereikt (Q), vervolgens de purkinjevezels (R) en zo
omhoog het gehele ventrikelmyocard (S) tot aan de anuli fibrosi.
Gedurende het QRS-complex komt het atriummyocard weer in de
(elektrisch) rusttoestand.
ST-segment: dit geeft het wegebben van de prikkeltoestand van het
ventrikel weer.
T-top: deze hangt samen met het tot (elektrische)rusttoestand
komen van het
Ventrikelmyocard.
De 1e harttoon is het dichtslaan van de AV kleppen. Het dichtvallen van de
arteriële kleppen veroorzaakt de 2e harttoon.
Weet wat bedoeld wordt met de hartcapaciteit en het
hartminuutvolume.
De hartcapaciteit is het vermogen van een ventrikel om per tijdseenheid
een bepaalde hoeveelheid bloed weg te pompen. Hiervoor wordt de eenheid
hartminuutvolume (HMV) gebruikt; het HMV is de hoeveelheid bloed die het hart per minuut,
per ventrikel wegpompt. 2 factoren bepalen het HMV:
fH = hartfrequentie = het aantal ventrikelcontracties per minuut.
Vs= slagvolume per ventrikel = het aantal ml bloed dat per contractie weggepompt
wordt.
In formule HMV = fH x Vs
Bij de standaardmens in rust geldt: fH = 70/75 per minuut en Vs = 70 ml. Hieruit volgt dat het
HMV ongeveer 5 liter is.
Heeft inzicht in de hartcirculatie.
De hartcirculatie (coronaire circulatie). Het hart zorgt voor het rondpompen van bloed naar
het hele lichaam, maar het heeft zelf ook voldoende bloedtoevoer nodig om zijn werk te
kunnen uitvoeren. Vanuit de aorta ontspringen, precies na de aortaklep, 2 arteriën die
richting het hart lopen. Samen de kransslagaders genoemd of ook wel de arteriae
coronariae: de linker coronair arterie, de LCA, en de rechter coronair arterie, de RCA. De
LAD voorziet een deel van het hart van bloed, namelijk de voorwand, het septum, de
zijwand, de linker kamerpunt oftewel de apex, de bundel van His en de bundeltakken. De
RCX voorziet de achterkant en de zijwand van het linkerventrikel en het linkeratrium. En de
RCA voorziet het rechteratrium en het rechterventrikel van bloed. En samen met de ramus
marginalis rechts ook de onderwand van het hart. Vanuit hier kan je dus bij een hartinfarct
vaak ook afleiden uit welk vat het probleem komt. Op basis van het ECG heb je vaak al een
idee waar het probleem zit en dus kan je naar de bloedvoorziening kijken om te kijken welk
vat dat probleem dan geeft. Verder is het handig om
Kent de verschillende bloedsomlopen, hun functie en de route die deze aflegt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AniekG. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.