In dit document zijn de hoofdstukken uit het boek 'Klinische psychologie - Diagnostiek en behandeling' samengevat, in het kader van het vak Psychopathologie aan de Universiteit Utrecht. De samenvatting is uitgebreid, en geschreven in het Nederlands, in het jaar 2023.
Veel succes alvast op het t...
,Inhoudsopgave
Deel 1 - Kadering van diagnostiek en behandeling
Hoofdstuk 3: Transdiagnostische benadering
Diagnostiek en behandeling vanuit verschillende theoretische benaderingen
Hoofdstuk 4: Farmacotherapie en andere niet-psychotherapeutische behandelvormen
Hoofdstuk 5: Psychoanalytische behandelingen
Hoofdstuk 6: Cliëntgerichte behandeling van psychopathologie
Hoofdstuk 7: Cognitieve gedragstherapie
Hoofdstuk 8: Interpersoonlijke therapie
Deel 3 - Diagnostiek en behandeling passend bij verschillende vormen van
psychopathologie
Hoofdstuk 9: Angststoornissen
Hoofdstuk 10: Stemmingsstoornissen
Hoofdstuk 11: Posttraumatische stressstoornis
Hoofdstuk 12: Dissociatieve stoornissen
Hoofdstuk 13: Psychotische stoornissen
Hoofdstuk 14: Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
Hoofdstuk 15: Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
Hoofdstuk 16: Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
Hoofdstuk 17: Persoonlijkheidsstoornissen
Hoofdstuk 19: Somatisch- symptoomstoornis en verwante stoornissen
Hoofdstuk 20: Eetstoornissen
2
,Deel 1 - Kadering van diagnostiek en behandeling
Hoofdstuk 3: Transdiagnostische benadering
Bij stoornisspecifieke of diagnose specifieke benaderingen wordt de diagnose gebaseerd op criteria
van de laatste versie van de DSM. Deze benadering is al 25 jaar dominant in de ggz. Als men deze
benadering hanteert komt men wel voor wat uitdagingen te staan. Want wat moet je doen als je
iemand meerdere diagnoses geeft? De DSM vermeldt namelijk maar weinig over de werkwijze bij
comorbiditeit. De clinici bepaalt doorgaans zelf welke diagnose primair is, en welke interventie dus
ook als eerst moet worden ingezet. De laatste tijd worden veel discussies gevoerd over diagnose
specifieke behandelingen, en daarbij keert het probleem rondom comorbiditeit geregeld terug.
DSM en evidence-based behandelingen
De DSM wordt vaak een diagnostisch systeem genoemd, maar in wezen is het een
classificatiesysteem, want het doet geen uitspraken over de etiologie, het beloop of de prognose van
stoornissen, zoals bij een echt diagnostisch systeem wel zou zijn. Sinds de DSM-3 worden stoornissen
objectiever vastgesteld door te stellen dat als een cliënt aan een aantal kenmerken voldoet, iemand
aan een stoornis lijdt. Er is weinig ruimte voor subjectieve interpretatie van de clinicus. Hierdoor
hebben veel cliënten meerdere stoornissen.
De DSM gaat dus uit van een categoriale indeling, in plaats van een dimensionale indeling. Je hebt
een aandoening, of niet. Volgens critici doet dat tekort aan het aantal subklinische symptomen die
mensen vaak hebben. Ook zijn er de laatste jaren veel nieuwe stoornissen bij gekomen, en is het
aantal criteria verlaagd. Hierdoor kun je spreken van een wildgroei van emotionele stoornissen: de
prevalentiecijfers zijn enorm toegenomen. Inmiddels kun je ongeveer een kwart van de inwoners van
de VS diagnosticeren met een stoornis.
Ondanks de kritiek is de DSM ook heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van evidence-based
behandelprotocollen. Er is ook meer eenduidigheid ontstaan over de stoornissen, waardoor clinici
over de hele wereld makkelijker met elkaar konden samenwerken om na te gaan welke interventies
het beste werken.
Transdiagnostische behandeling
Nu wil men de effectiviteit en efficiëntie van de ggz verhogen door meer in te zetten op de
implementatie en acceptatie van evidence-based behandelingen te verhogen. Maar, als aanvulling op
de diagnose specifieke benadering, is ook de transdiagnostische visie ontstaan. Deze visie is echter
niet nieuw, in verschillende vormen bestond deze al langer in de ggz. Denk aan de psychoanalyse of
psychotherapeutische behandelingen.
Binnen behandelingen kun je therapeutische niveaus onderscheiden:
1) Het niveau van therapeutisch aangrijppunt - Wat moet cognitief/gedragsmatig bij de patiënt
veranderen? In de CGT wordt niet niveau het belangrijkst geacht. Op dit gebied komen
vragen aan de orde of de patiënt met exposure moet worden behandeld of dat men beter
imaginaire rescripting kan inzetten. Het gaat over de vraag welke aspecten in het denken en
3
, het doen en laten van de patiënt de problemen veroorzaken en in stand houden en met
welke interventies de disfunctionele manieren van denken en gedragen het beste kunnen
worden gewijzigd.
2) Het niveau van de therapeutische context - Hoe kan dat veranderingsproces het beste
worden gefaciliteerd? Dit gaat over het motiveren van de patiënt om aan de slag te gaan. Of
de financiële middelen die nodig zijn om de behandelingen te betalen, meer organisatorisch
dus. Dit worden ook wel de contextuele aspecten van de behandeling genoemd.
3) Het niveau van het therapeutisch systeem - Is het wenselijk om ook andere personen in te
schakelen opdat de veranderingen beter beklijven? Moet de partner van de patiënt
bijvoorbeeld in de behandeling worden betrokken? Moeten er afspraken worden gemaakt
met de bedrijfsarts?
Deze drie niveaus kunnen op verschillende momenten en gedurende verschillende fasen in de
therapie meer of minder op de voorgrond staan.
Als je het hebt over transdiagnostisch behandelen zijn vooral de niveaus van de therapeutische
context en het therapeutisch aangrijpingspunt relevant.
Factoren op het niveau van de therapeutische context
De factoren die een rol spelen bij de therapeutische context gelden immers voor iedereen, en zijn
niet stoornisspecifiek. Op een aantal factoren heeft de clinicus zelf invloed:
1) De therapeutische relatie - vanuit welke attitude en met welke gespreksvaardigheden kan
iemand de patiënt het beste helpen om de stappen richting verandering te zetten? Eigenlijk
wordt vanuit de inzichtgevende therapieën vooral aandacht gericht op de therapeutische
relatie. Denk aan de voorwaarden van echtheid, empathie en onvoorwaardelijkheid. Deze
kenmerken kunnen we transdiagnostisch noemen, omdat ze niet stoornisspecifiek zijn. Ook
binnen CGT wordt aandacht gegeven aan de therapeutische relatie. Denk aan collaborative
empiricism in combinatie met het socratisch dialoog en het didactisch coach-pupilmodel.
Hierbij gaat de clinicus samen met de patiënt op zoek naar factoren die de problemen
veroorzaken en in stand houden. Bij de eerste stelt de clinicus vooral leidende vragen en stelt
de clinicus zich nieuwsgierig op, om iemand zelf op het juiste spoor te brengen. Bij het
tweede stelt de clinicus zich eerder deskundig op, en geeft iemand ook uitleg en richting.
Deze kenmerken van de clinicus zijn transdiagnostisch.
2) De common factors-benadering - dit model kijkt naar gemeenschappelijke factoren die in
elke therapie aanwezig moeten zijn, ongeacht de diagnose. Therapieën zijn dan werkzaam
als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a) Er bestaat een intense en vertrouwelijke relatie tussen patiënt en behandelaar.
b) Er bestaat een context waarbinnen genezing wordt verwacht.
c) De patiënt gelooft in de behandeling.
d) De behandeling kent een procedure die bij zowel de patiënt als de therapeut om
actie vraagt.
3) Structuur - gestructureerde behandelingen blijken effectiever dan ongestructureerde. Denk
aan heldere en concrete therapiedoelen en frequente tussenevaluaties.
4) Patiëntparticipatie - denk aan de uitvoering van huiswerkopdrachten en actieve participatie
binnen de sessie zelf. Het mobiliseren van die inzet is een transdiagnostische factor.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DaphnePsychologie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.