INLEIDING PREHISTORIE Neolithicum
Jaques-Louis David Paleolithicum mehnir (staande steen), dolmen
(poorttombe)
De eed van de Horatiërs Hiëna
5000 v.C., Carnac Fr.
1784, Frankrijk 17000-12000 v.C., Frankrijk
Neolithicum
Paleolithicum
Stonehenge megalithisch
Venus van Willendorf bouwwerk
25000-20000 v.C., Oostenrijk 3100-1500 v.C., Stonehenge Eng.
Henri Fuseli
Lady Macbeth neemt de dolken
1812, Engeland
Paleolithicum
Grotten van Lascaux
15000-10000 v.C., Frankrijk
Begrippen
Waardeoordeel = op basis van
historisch en esthetisch vlak d.m.v. Neolithicum
vergelijkingen
Tempelheiligdom Göbekli Tepe
Smaakoordeel = persoonlijk (navelheuvel)
oordeel
11000 v.C., Zuid-Turkije
Canon = verzameling werken
binnen bepaald gebied die als
waardevol worden beschouwd
Boeken: Ernst Gombrich, Eeuwige
schoonheid. Eerste editie: 1959
Horst Janson, Wereldgeschiedenis
van de kunst. Een overzicht van de
voornaamste beeldende kunsten
van de dageraad der mensheid tot
heden. Eerste editie: 1962
Blikvanger = iets wat opvalt
,Begrippen Polychroom = veelkleurig MESOPOTAMIE
(tweestromenland)
Brons = legering koper & tin Monolithisch = uit een steen
gehouwen Sumer (-cultuur)
Prehistorie eindigt in België = 57
v.C. komst Romeinen onze streek, Megalitisch = uit grote stenen Reconstructie Ziggurat met witte
verslaan Galliërs gehouwen tempel, Uruk (-> Warka, Irak)
Prehistorie kunst = voorwerpen Hoogreliëf = diep uitgegraven 3100 v.C., Zuid-Mesopotamië
los van praktische functie
Laagreliëf = niet zo diep (Anu tempel en eanna gebied)
Prehistorie materiële cultuur = uitgegraven
nuttige voorwerpen voor
Mehnir = rechtopstaande op punt
behoeften => begin cultuur
eindigende monoliet
Traditional archeology =
Dolmen = stenen grafmonument
artefacten beschrijven, vergelijken
bovengronds
en ordenen
Hunebed = grafmonument onder
New archeology = interdisciplinair
grafheuvel
onderzoek, bredere cultuur-
historische reconstructie vanaf Architraafbouw = rechtopstaande
1960 stenen en horizontale deksteen
Kritisch onderzoek = onderzoek Necropolis = grafveld (dodenstad)
naar vooroordelen, nieuwe visies Nieuw Babylonië
Smeden = van ruwijzer naar
en meer complex
smeedijzer (koolstof uithameren) Isjtar poort (stadspoort Babylon)
Kerntechniek = kern wordt verwarmen en slaan op aambeeld
bewerkt werktuig 6e eeuw v.C., Mesopotamië
Torque = metalen cirkelvormige
Afslagtechniek = bewerkt afval halsband met versierde uiteinden
wordt werktuig
Figuratieve kunst = herkenbare
onderwerpen
Realisme = natuurlijk
Idealiseren = mooier maken
(realistisch) Assyrië
Stileren = vereenvoudigen Gevleugelde stier met
(kenmerken behouden) mensenhoofd (buitenmuren van
paleis Sargon II)
Vervormen = expressiever maken
8e eeuw v.C.
Lichaamshouding = indruk door de
krachtlijnen
Krachtlijnen = opvallende
bewegingslijnen in kunstwerk
Zoömorf = dierlijke vorm van niet
dierlijk gegeven (mens)
Monochroom = eenkleurig
,Begrippen Smeltkroes = kleien mal EGYPTE
Absolute chronologie = exacte Hameren = metalen aan elkaar Oude rijk
jaartallen vastmaken
Prins Rahotep en vrouw Nofret
Relatieve chronologie = Drijfwerk = oppervlak
2500 v.C., Egypte
gebeurtenissen t.o.v. elkaar, geen
Verloren wastechniek van het
jaartallen
volgieten (was-klei) en het
Koolstof 14 methode = datering holgieten (klei-was-klei) (was
organisch materiaal smelt bij bakken)
Uruk = sumer Modelleren = juiste vorm uit de
stof maken
Urbanisatie = stedenvorming
Theocratie = koning vervanger van
een god Oude rijk
Polytheïsme = veelgodendom Hemioenoe
Pictogram = visuele gelijkenis met 2500 v.C., Egypte
fysisch object
Spijkerschrift = rietstengel
wigvormige inkepingen op
kleitabletten
Cilinderzegel = cilinderdruk-
afbeelding op klei(administratief
doel: handtekening)
Gilmamesj mythe = heldendicht: Oude rijk
stichter stad Uruk
Houten deur reliëf van Ti
Profaan gebied = burgerlijk
2500 v.C., Egypte
woongebied
Ziggurat = terrasvormige piramide
met tempel op de top
Muddbricks = leemstenen/tegels
Bitumen = petroliumderivaat
(teer: vloeibaar of vast)
Orante figuur = biddende figuur Oude rijk
(vroomheid uiten)
Piramide van Gizeh: Cheops,
Monumentaal = grote en gesloten Chefren, Mykerinos
vorm
2500 v.C., Egypte
Figurenaanzichten = frontaal: 2
poten, rechte houding, verticale
krachtlijn OF profiel: 4poten,
horizontale romp
Mal = gietvorm
,Nieuwe rijk Pylonen = zware ingangspoort GRIEKENLAND BOUWKUNST
Reliëf Echnaton en Nefertete Obelisken = smalle monolithische Klassieke tijd
kolom
1345 v.C., Egypte Parthenon (Acropolis)
Hypostyle zaal = zuilenzaal
450 v.C., Athene Gr.
Zuil = kolom met ronde doorsnede
Pijler = hoekige doorsnede
Halfzuil = tegen muur, decoratief
Nieuwe rijk
Kapiteel = bekroning zuil
Koningin Nefertete (Tell el-
Amarna, monotheïsme) Schacht = opstaande deel zuil Klassieke tijd
1350 v.C., Egypte Egyptomanie = fascinatie Tempel Niké
Ka-beeld = beeld van overledene, 440 v.C., Athene Gr.
in allerheiligste deel van tempel,
zodat offers terechtkomen
Hellenisme
Erechtheion (zuidhal met
Nieuwe rijk
kariatiden)
Tempel Amon in Karnak
420 v.C., Athene Gr.
1500 v.C., Egypte
Hellenisme
Begrippen
Theater van Epidaurus
Piramide = piramidevormig
350 v.C., Griekenland
Egyptisch gebouw
Sfinx = leeuw met faraohoofd
Godentempels = goden eren
Dodentempels = overledenen eren
Zes aspecten van mens = lichaam
schaduw naam(materiële) en KA
(geest) ACH (onsterfelijkheid) BA
(ziel)(spirituele)
Neerwaartse druk = druk die langs
pilaren naar grond leidt
,Begrippen GRIEKENLAND
BEELDHOUWKUNST
Polis = stadstaat
Archaïsche tijd
Ilias & Odyssee = verhalen
mondelinge overlevering Kouros en Korè
Trojaanse oorlog en
6e eeuw v.C., Griekenland
omzwervingen, ca. 700 v.C.
Panhelleense & Olympische spelen
= begin 776 v.C., Olympia verering Klassieke tijd, Polycleitos
Zeus De speerdrager
Burcht = versterkt paleis 450 v.C., Griekenland
Paleis = open architectuur
Klassieke tijd
Heiligdom = ommuurde
verzamelplaats van religieuze Riace krijgers
gebouwen 450 v.C., Griekenland
Peripterostempel = vrijstaande Bespreking figuur=
zuilen volledig rondom tempel zelf
Aanzicht: vrijstaand beeld, 3
Grondplan tempel tekenen = aanzichten belangrijk –
rechthoek, symmetrisch, korte vooraanzicht interessantst, ¾
zijde: even # zuilen, lange zijde: # Klassieke tijd, Myron
houding hoofd ->rust
KZ x2+1 Discuswerper
Houding: staand contrapost
Pronaos: voorhal, Naos: tegenwaartse krachtlijnen (zie sv) 450 v.C., Griekenland
allerheiligste, CELLA; beelden,
Opisthodomos: achterhal Proportie: 1/7 (ideale proportie –
romeinse proportie kleiner en
Parthenon (offers in plaats tss breder, grieks beeld slank
Cella & achterhal) ideaalbeeld)
Dorische bouworde = heel simpel Lichaamsbouw: spieren sterk
en breed afgetekend door volume,
Korintische = veel versieringen plastische weergave
Ionische = krullen boven aan Textuur: realiteit nagebootst door Hellenisme, Praxiteles
kapiteel glad oppervlak, materie voorwerp
primeert boven materie materiaal, Hermes
Onderdelen theater tekenen = zintuiglijkheid van beeld
330 v.C., Griekenland
decor, zitruimte, orchestra en zij- benadrukken (gepolijst materiaal
ingangen oogt altijd realistischer)
Emotie: mond open & ogen ->
contact zoeken, rustige uitstraling
Besluit: neutraal, realistisch,
statisch, geïdealiseerd, rustig,
schuin hoofd zet kijker aan tot
beweging
, Hellenisme, Praxiteles ROME BOUWKUNST ROME BEELDHOUWKUNST
Aphrodite van Cnidos Kijzerrijk & SCHILDERKUNST
350 v.C., Griekenland Pont du Gard (aquaduct) Romeinse republiek
52, Nimes Fr. Cato de oudere
1e eeuw v.C., Italië
Hellenisme Kijzerrijk
De Laocoöngroep Colosseum (amfitheater)
1e eeuw v.C., Griekenland 75, Rome It.
Keizerrijk
Ruiterportret Marcus Aurelius
(verguld brons)
175 n.C., Rome It.
Hellenisme Kijzerrijk
Dansende dwerg Pantheon
2e eeuw v.C., Griekenland 120, Rome It.
Begrippen
Kijzerrijk Overwelving = overdekt met een
Begrippen
Basilica Maxentius en Constantijn gewelf (rondboog of tongewelf) ,
Contrapost = houding niet gebogen afsluiting
evenwijdig maar tegengestelde 230, Rome It.
Rondboog = dragende constructie
lijnen schouders – heupen
(halve cirkel)
(rechterbeen draagt volledige
gewicht – linkerbeen ontspannen) Wigvormige stenen = boog
onderaan kleiner
Lineaire weergave = grafische
weergave spieren (d.m.v. lijnen) Sluitsteen = midden in boog,
laatste steen, om boog op te
Plastische weergave = meer spannen
volume -> licht en schaduw
Formeel = houten balken in
benadrukken spieren (zo vorm
driehoek, gebogen vorm, om boog
idealiseren) te maken
Canon = maateenheid, hiermee Druk = neerwaarts binnen boog en
verkreeg je een uitgebalanceerde naar opzij buiten boog
proportie van het lichaam => nog (opgevangen door gebouw
sterker ideaalbeeld ernaast)