VIVES
Doorniksesteenweg 145
8500 Kortrijk
Algemene psychologie
Iemke Hackx BaTP1
Schooljaar 2015 - 2016
1
,1. Inleiding: kennismaking met psychologie
Aangrijpende gebeurtenissen (bv. aanslagen in Noorwegen, Kim De Gelder)
Leiden tot vragen als:
- Waarom moest dit gebeuren?
- Kon het voorkomen worden?
- Kan dit herhaald worden?
Antwoord te vinden bij gedragswetenschappen (zoals psychologie, biologie, sociologie)
= De wetenschap die gedrag van de mens (of dier) bestudeert en op zoek gaat naar een
verklaring voor (wreedaardig) gedrag
1.1. Definitie van de psychologie
Gaat gedrag bestuderen op niveau van individu
- Individuele factoren: bv. negatief zelfbeeld, agressief iemand…
- Omgevingsfactoren: bv. luisteren naar gewelddadige muziek, agressieve films, onverwerkte
conflicten uit het verleden…
Biologen: hersenmechanismen: bv. letsel
Sociologen: bv. maatschappelijke invloeden (gewelddadige jongerensubcultuur) of
maatschappelijke tendensen (vrije wapenbezit in de VS)
Combineren van verschillende invalshoeken is zinvol om een antwoord te geven
“Wetenschappelijke studie van het gedrag én de mentale activiteiten van het individu”
Ook tegenstellingen over hoe men aan wetenschap wou doen:
- Geesteswetenschappelijke methode: begrijpen hoe het denken, handelen… van mensen in
elkaar zit
- Natuurwetenschappenlijke methode: verklaren van het waarom van bepaalde gedragingen
m.b.v. experimenten
- Vandaag: EN-EN!
1.2. Niet kennen
1.3. Geschiedenis van de psychologie
1.3.1. De verre voorgeschiedenis
Intuïtieve psychologie = voorwetenschappelijke psychologie
- Zo oud als de mens zelf
- Oudheid: filosofie hield zich bezig met psychologische kwesties
- Middeleeuwen: weinig filosofie, religie gaf alle antwoorden
Centraal = GOD
- Inzichten gegroeid door zelfbewustzijn
Filosofie
- Socrates, Plato, Aristoteles
- Lieten zich met allerlei vragen in en brachten systematiek aan in hun inzichten
- De psychologie is geboren uit de filosofie
1.3.2. De meer directe voorgeschiedenis
16de eeuw: ommekeer in westers denken
2
, - Ontdekkingsreizen: nieuwe horizonten
- Boekdrukkunst: kennis werd ruimer en toegankelijker
- Antieke geschriften: we konden teruggaan naar de oorspronkelijke bronnen
- Antieke cultuur: mens kwam meer centraal te staan
Verdere ontwikkelingen in de filosofie
Ontstaan van 2 stromingen
- Beide waren heel belangrijk voor het moeilijke wordingsproces van de wetenschappelijke
psychologie
- Centraal = MENS
Rationalisme
- René Descartes
- Klemtoon ligt op de waarde van het logisch denken
= het denken is de enige manier om tot kennis te komen
- Filosofie uitbouwen met een even grote precisie als de wiskunde
- Vertrekken van ‘methodische twijfel’ (= alle bestaande zekerheden worden tussen haakjes
geplaatst) om tot een nieuw en universeel geldig kennissysteem komen.
Hier groeide een dualisme uit voort; Descartes maakte een onderscheid tussen
- De materie = kan onderzocht worden (bv. in astronomie/fysica…)
- Denkend vermogen (geest) = kan niet onderzocht worden
Immaterieel en dus empirisch (gebaseerd op waarneming) ontoegankelijk
Vrij, dus men kan er geen wetmatigheden in ontdekken
- Deze opdeling betekende hinder in de ontwikkeling van de psychologie
Empirisme
- John Locke
- Klemtoon ligt op de zintuigelijke waarneming
= waarnemen is de enige manier om tot kennis te komen
- In tegenstelling tot Descartes: er zijn geen aangeboren ideeën!
- Alle mensen = tabula rasa = onbeschreven blad
- Menselijk bewustzijn is bij geboorte leeg, die later opgevuld wordt met indrukken die we
opdoen
- In tegenstelling tot de ziel is het bewustzijn wel toegankelijk voor observatie
Bleef beperkt tot systematisch doordenken over eigen innerlijke gewaarwordingen
John Stuart Mill: “om tot echte wetenschap uit te groeien, moet men zich baseren
op vaststellingen die ook door anderen gecontroleerd kunnen worden + de
beweringen moeten experimenteel getoetst kunnen worden”
Impulsen die de psychologie beïnvloed hebben: de natuurwetenschappen
Nieuwe ontdekkingen leiden tot nieuwe vragen (psychologisch van aard!)
Bv. Uit de fysiologie: lichtstralen die ons oog bereiken, worden omgekeerd geprojecteerd…
Psychofysica: gebruiken wetenschappelijke instrumenten om die psychologische problemen aan
te pakken
3
, - Van menselijk gedrag exacte wetenschap maken = lukt niet!
- Wet van Weber: voorspellen hoe we ons zullen gedragen
1.3.3. Stromingen (bewustzijnpsychologieën)
Wilhem Wundt (1879)
Vader van de wetenschappelijke psychologie
Deze titel heeft hij verdient door 2 redenen:
- Hij heeft een synthese gemaakt van wat door anderen al gedacht en voorgesteld was en dat
alles heeft hij uitgewerkt tot een samenhangend beeld van hoe de psychologie er zou
moeten uitzien
- Eerste psychologisch laboratorium
Eerste psycholoog
Nieuw: introductie van de experimentele methode
= in plaats van alles hun beloop te laten gaan, probeert hij dingen zelf uit te lokken.
- Zo kon hij ze op meer gecontroleerde omstandigheden onderzoeken
- Hij deed dit enkel bij relatief eenvoudige processen (bv. waarneming)
- Andere deden dit over heel de psychologie (bv. Edward Titchener)
1. Structuralisme – Titchener (leerling van Wundt)
Hoofddoel van experimentele psychologie
= structuur van het bewustzijn onderzoeken
Door introspectie (= naar binnen kijken) en experimenten
Bv. Een persoon krijgt een speldenprik (uitlokken!):
Persoon moet na onderzoek nauwkeurig proberen te observeren wat er in de geest
omging (Wat voelde je? - Wat dacht je? - …)
In Europa = “experimentele bewustzijnspsychologie”
In Amerika = “structuralisme”
Weinig inspirerende inhoud + subjectief karakter introspectiemethode = FAILLIET!
2. Functionalisme Bewustzijn wordt “mental activities”
Hoofddoel van de functionalistische bewustzijnspsychologie
= functie van het bewustzijn onderzoeken: de wijze waarop individuen te werk gaan om,
gebruikmakend van hun bewustzijnsprocessen, zich aan te passen aan nieuwe situaties.
Door introspectie (= naar binnen kijken), experimenten, retrospectie (= terugkijken naar
vroeger) en extrospectie (= van buitenaf kijken)
Bv. Een persoon krijgt een rekenvraagstuk (experiment: uitlokken van
aanpassingsgedrag, door het individu in een nieuwe situatie te brengen)
Persoon daarna vragen welke wegen hij heeft gebruikt om tot de oplossing te komen.
Dierproeven
- Darwin: geen strakke lijn tussen dier en mens
- Men maakte het zich gemakkelijker door het leerproces van dieren te onderzoeken
- Veel eenvoudiger en meer overzichtelijk verloop
- Bleven maar een middel om iets te vernemen van wat er zich in de geest afspeelde van
mensen die met een probleem geconfronteerd werden.
4
, 1.3.4. De behavioristische revolutie
Watson
De psychologie moet alle innerlijke processen(denken, willen, verlangen…) afwijzen en alleen
uitwendig waarneembaar gedrag bestuderen.
Geen bewustzijnspsychologie!
Bv. Niet “vis heeft honger”, wel “vis eet veel en snel”
Alleen wat mensen en dieren doen, hun uiterlijk waarneembare responsen (R) op de
inwerkende stimuli (S) zijn van betekenis
Zie Pavlov: alle gedragingen kunnen herleid worden tot S-R-verbindingen.
Bv. een rat vindt geleidelijk zijn weg in een doolhof door bij iedere bocht (S) telkens naar links of
rechts te gaan (R)
- Wat die reactie vanbinnen doet ontstaan, weten we niet!
Op enkele jaren tijden hadden de meeste psychologen de introspectie verlaten en hielden zich
alleen nog maar bezig met objectieve studie van het gedrag.
1.3.5. Nieuwe klemtonen in Europa
Naast de behavioristen sloten er zich nog niet aan bij de klassieke bewustzijnspsychologie.
- Rusland: Pavlov: eigen soort S-R-psychologie
- West-Europa: andere stromingen
1. De gestaltpsychologie
Kurt Lenin, Köhler
Wat wij waarnemen wordt onmiddellijk ervaren als een Gestalt
- Oplossen van problemen is niet gevolg van geleidelijk conditioneringsproces, maar resultaat
van plots inzicht (AHA-ERLEBNIS)
Gestalt = een geheel dat niet te herleiden is tot een eenvoudige optelling van de delen waaruit
het is opgebouwd, maar dat eigen kenmerken vertoont die alleen terug te vinden zijn in de
Gestalt als geheel (Het geheel is meer dan de som van de delen)
Bv. een chemische verbinding (mayonaise) ontstaat niet door eenvoudig samenvoegen van
moleculen (ingrediënten), maar vanuit de specifieke interacties die ze met elkaar aangaan.
Bv. : het geheel bezit ‘vrolijkheid’, de losse delen (ogen, mond, cirkel…), niet!
2. De dieptepsychologie
Sigmund Freud
Ontstaan uit de ‘psychoanalyse’ (=therapie)
- Freud ontwikkelde uit gesprekken de theorie
- Kritiek: theorie = niet wetenschappelijk
Er zijn 3 lagen in de menselijke geest
1) Bewust: wat er zich in jouw hoofd afspeelt (gedachten)
2) Onderbewust/voorbewust: herinneringen, kennis
3) Onbewust: verdrongen zaken (= taboe + trauma)
Verklaring voor gedrag wordt gezocht in diepere onbewuste motieven (‘Ijsbergmetafoor’)
- Gedachten, gevoelens, verlangens…waarvan de persoon zich op de een of andere manier
niet durft of niet wilt bewust van worden
= belevingsinhouden die actief uit het bewustzijn verdrongen zijn omdat ze bedreigend zijn
5