Een lichaam is binnenlands belastingplichtig als het:
a. In NL is gevestigd, en
b. Genoemd staat in (art 2 Vpb).
- Lid 1(a): nv, bv, open cv en andere vennootschappen waarvan het kapitaal in
aandelen is verdeeld.
- Lid 1(b): coöperaties en verenigingen op coöperatieve grondslag.
- Lid 1(c): onderlinge waarborgmaatschappijen en verenigingen die op onderlinge
grondslag als verzekeraar of kredietinstelling optreden.
- Lid 1(d): verenigingen en stichtingen die op voet v/d Woningwet bij koninklijk
besluit zijn toegelaten als instellingen die in het belang v/d volkshuisvesting
werkzaam zijn (woningcorporaties).
- Lid 1(e): hiervoor niet genoemde verenigingen en andere dan publiekrechtelijke
rechtspersonen, indien en voor zover zij een onderneming drijven.
- Lid 1(f): fondsen voor gemene rekening.
- Lid 1(g): publiekrechtelijke personen, niet zijnde de Staat, die niet al o.g.v. de
onderdelen a t/m e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven.
- Lid 4: oprichting v/e lichaam plaatsgevonden in NL.
! Een kantine v/e sportvereniging of een restaurant v/e museum wordt o.g.v. (art 2 lid 1(e) jo
4(a) Vpb) in concurrentie een onderneming getreden en zijn daarom voor dat deel
belastingplichtig.
! O.g.v. art (3 lid 1 Vpb) zijn buitenlandse belastingplichtigen aan de belasting onderworpen,
tenzij (art 3 lid 1d Vpb) die Nederlandse inkomen genieten, dan zijn ze voor dat deel
belastingplichtig.
Onder nadere voorwaarden zijn o.g.v. (art 5 Vpb) subjectief vrijgesteld:
- Lid 1(a): natuurschoonlichamen die ten doel hebben het in standhouden van
landerijen die vallen onder de definitie v/d Natuurschoonwet.
- Lid 1(b): pensioenlichamen die ten doel hebben het verzekeren van pensioenen
en VUT-regelingen van werknemers; dit geldt overigens niet voor
pensioenlichamen waarvan de aandelen voor 10% of meer in het bezit v/d
directieleden of hun familieleden.
- Lid 1(c): ziekenhuizen, bejaardenhuizen, opvangtehuizen en kredietverstrekkers
aan economische zwakke groepen v/d bevolking.
- Lid 1(d): landbouwbedrijven, onderlinge verzekeraars en uitvaartverzekeraars, op
voorwaarde dat het streven naar winst van bijkomstige is (zie art 6 Vpb).
- Lid 1(e): ziekenhuisverpleging fondsen en
ziektekostenverzekeringsmaatschappijen, voor zover zij geen winst beogen.
- Lid 1(f): uitvoeringsinstanties van wettelijke sociale verzekeringen.
- Lid 1(g): openbare leeszalen en bibliotheken.
O.g.v. (art 6 Vpb) is een vereniging of stichting subjectief vrijgesteld van Vpb als de winst in
het betreffende jaar niet hoger is dan €15.000, of samen met de winsten in de afgelopen 4
jaren niet hoger is dan €75.000 (dus in totaal 5 aaneengesloten jaren). Indien in een jaar
verlies wordt geleden, wordt de winst voor dat jaar gesteld op Nihil.
, Hfst 9 Vennootschapsbelasting
Hierbij geldt overigens ook o.g.v. (art 9 lid 1 letter h Vpb) dat verenigingen en stichtingen die
een maatschappelijk of sociaal belang nastreven, de winst mogen verminderen met de
minimumloonkosten van vrijwilligers.
Overigens hebben verenigingen en stichtingen o.g.v. (art 6 lid 3 Vpb) ook de mogelijk om te
kiezen voor belastingplicht voor de Wet Vpb. De keuze geldt voor een periode van 5 jaar.
O.g.v. (art 6a Vpb) is een zogenoemde vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) niet
belastingplichtig voor de Vpb. De VBI is vrijgesteld van Vpb en hoeft geen dividendbelasting
in te houden op uitgekeerde winsten. Een VBI heeft geen recht op teruggaaf van ingehouden
belasting op dividend dat de VBI zelf ontvangen heeft. De VBI-regeling gaat in met ingang v/h
jaar waarin het verzoek tot toepassing wordt ingediend.
Ten slotte zijn o.g.v. (art 6b Vpb) volledig van belastingplicht vrijgesteld de lichamen die
(nagenoeg) uitsluitend (90% of meer) activiteiten verrichten in de uitvoering van
- Letter a: het academisch ziekenhuis
- Letter b: bekostigd onderwijs.
Art 22 Vpb Tarief
- Winst t/m €200.000 = 16.65%
- Winst boven €200.000 = 25%
- Rekening houden met voorheffingen (art 25 Lid 1 Vpb)
- Bijzondere tarief 0% voor FBI (art 28 Vpb)
- Bijzondere tarief 7% in Innovatie box (art 12b Vpb)
Vermogensvergelijking Vpb
Fiscaal eindvermogen €
Bij: Onttrekkingen (art 10 lid 1a Vpb) €+
Bij: Terugbetaling van kapitaal € + (art 8 Vpb jo 3.8 IB)
Gecorrigeerd eindvermogen €…
Fiscaal beginvermogen €
Bij: Stortingen van kapitaal € + (art 8 Vpb jo 3.8 IB)
Gecorrigeerd beginvermogen €…
Saldo (fiscaal) toelaatbare reserves € + of -/-
( + bij afname en -/- bij toename)
Vrijgestelde winsten (art 13 Vpb) € -/-
Fiscale winst (art 8 Vpb jo 3.8 IB) €…
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessavandekuilen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.