SOCIALE EN POLITIEKE LEERSTELSELS LES 1
INLEIDING
1. Emancipatie
- Samenleving: gedwongen ongelijkheid te rechtvaardigen ->Thomas Piketty
- Emancipatie: het streven naar een volwaardige plaats i/d samenleving vanuit een
achtergestelde positie -> via gelijkrechtigheid, zelfstandigheid of formele toekenning gelijke
rechten en gelijkstelling voor de wet
- Meer greep op eigen levensomstandigheden: vooruitgang
Materieel en immaterieel (rechten en plichten)
Optimismekloof (Bregman): optimistisch tov eigen leven, vrezen toekomst mensheid
- Emancipatie, vrijhied en gelijkheid: onverdeeld over de wereld
Mensen willen ongelijkheid verhelpen of in stand houden -> politiek/
maatschappelijke strijd -> politieke strijd met taal (overtuigen met lezingen, media)
Vormen aannemen: politieke of revolutionaire bewegingen
Ideologieën/discoursen: mensen willen legitimeren (normaliseren vb. armoede)
- Emancipatiestrijd: niet iedereen wilt veranderingen -> machtsconflicten (ideologische strijd)
2. Ideologie
- Moeilijk definiëren
- Dynamisch: veranderd adhv bepaalde uitgangspunten
- Louis Destutt de Tracy (21/04/1796)
Idéologie voorstellen aan Insitut Nationale des Sciences et des Arts in Parijs
‘wetenschap van het denken’
Menselijk handelen en denken in rationele wetten -> verklaren maatschappij
- Andrew Heywoods
Geheel ideeën dat de basis vormt voor georganiseerde politieke actie ->
machtssysteem behouden, aanpassen, verwerpen
- Politieke ideologie:
geheel ideeën en opvattingen dat de sociaal-politieke verhouding vorm wilt geven.
omvat opvattingen (positieve en negatieve): poging vat te krijgen op de
sociopolitieke omgeving zoals die is (descriptief) + hoort te zijn (normatief)
- Geen wetenschap, wel wetenschappelijke elementen
- Uitspraak over grenzen, eigendom -> weerspiegeling politieke keuzes v/e maatschappij om
ongelijkheid vorm te geven
2.1. Ideologische strijd
- Ideologische strijd: ≠ centrale concepten en ≠ interpretaties van = concepten -> concurrentie
(kritiek andere ideologieën, ook binnen ideologische families vb. liberalisme/neoliberalisme)
- Probleemruimte: vraag en antwoord politieke denkers i/h verleden + kijk vanuit heden
- Ideologie is meer open dan Doctrine
Ideologie: geen dynamische verandering -> doctrine
Doctrine: gecodifieerd geheel van opvattingen dat sociaal-politieke verhoudingen wil
vormgeven en wordt afgekondigd door een officieel orgaan of instelling
- Freeden:
‘those systems of political thinking, loose or rigid, deliberate or unintended, through
which individuals and groups construct an understanding of the political world they,
or those who preoccupy their thoughts, inhabit, and then act on that understanding’
Botst met Marxisme: ideologie= vervorming van de maatschappij -> sociale
wetenschappen= zoektocht verborgen ware aard maatschappij
1
, - Wetenschappelijke theorie en ideologie: Reflexieve houding: wetenschap en ideologie
overlappen elkaar maar vallen niet samen
2.2. Wetenschappelijke theorie en ideologie
- Gelijkenissen: bevat set van aannames en startpunten, legt uit hoe de sociale wereld eruit
ziet, legt uit hoe en waarom de wereld verandert, rijkt een systeem van concepten en ideeën
aan, verduidelijkt relaties tussen concepten, verschaft een gerelateerd systeem van ideeën
- Verschillen:
2.3. Het opzet van het boek
- Kritische inleiding centrale ideeën moderniteit: vrijheid, gelijkheid, solidariteit en
broederlijkheid
- Sociale theorieën: conditioneel: we kunnen nooit alles weten -> neutraal zijn=!
- Ideologieën: absolute zekerheid, geloof in iets, dynamiek -> verschillen binnen ideologieën
- Praktische afwegingen:
1. Hoeveel feiten? Welke selectiecriteria? (18)
2. Welke denkers en ideologen?(19) -> niet enkel blanke denkers
3. Waar te beginnen?(20)
4. Voorbij eurocentrisme en patriarchie?(21) -> niet enkel EU, ook niet Westerse landen
- Voor dit vak: het politieke (hoe we als samenleving bepaalde keuzes maken,…), niet de
politiek (wetstaat, minder !)
2.4. Ideologieën: terug van nooit weg geweest?
- Daniel Bell: The End of Ideology: On the Exhaustion of Political Ideas in the Fifties
Marxisme, socialisme en liberalisme verliezen aantrekkingskracht
Na Grote Depressie: mensen kunnen zich niet meer politiek engageren
Wel pragmatische houding die paste in de welvaartsstaat
- Francis Fukuyama: einde ideologieën en geschiedenis
- Slavoj Žižek: postpolitieke situatie: basis politiek: kapitalisme en vrij functioneren
- Common in revolt: bewegingen van pure weigeringen, reactie op gevolgen wereldwijde
economische crisis
HOOFDSTUK 1 D E ONTRAFELING VAN DE MIDDELEEUWSE ORDE (1450-1650)
- Wetenschappelijke revolutie 1500-1700: Wetenschappelijke vooruitgang, bedreigen Kerk
- Renaissance -> veranderingen (politiek, economie, Kerk, feodalisme,…)
emancipatie politiek (Copernicus -> strijd religie, wetenschap, politiek -> subdomein
handelen)
nieuwe zienswijze wereld
voorloper politieke moderniteit
- Reformatie (opstand protestantse tegen de Kerk) en contrareformatie
- Koloniale ontmoetingen -> mobiliteit en communicatie -> uitwisselingen bevolkingsgroepen
- Europa wordt sterker in 16e eeuw (hiervoor VS,…) -> sterkste regio (militair -> wereld
verwerven -> eco overheersing, kolonialisme,…)
2
,- Ontstaan kapitalisme Engeland: winsten, hoe producerenemancipatie politiek (Copernicus ->
strijd religie, wetenschap, politiek -> subdomein handelen)
Geen nadruk meer op arbeid om te overleven maar arbeid voor winst
Verwerping middeleeuwse politiek (feodalisme): gedragingen mens op eco vlak en
specifieke context Engeland
- Engeland: ‘glorieuze’ revolutie -> revolutie? (politieke jargon moderniteit)
- Engelse renaissance: grootsheid oudheid; neoclassicisme (architectuur)
Nieuw soort denken: mens=centraal; rol van de mens; vat hebben op dingen rondom
ons
1. Wetenschappelijke vooruitgang & geleidelijke emancipatie van de politiek.
- Leonardo Da Vinci (1452-1519)
Verleden -> geloof heden en toekomst
Gelovig
Studie natuur
Logische en experimentele (hedendaagse wetenschappelijke methode)
Nieuwe kijk op mens en natuur (kijken naar kleinste dingen -> details)
Handel: verdeeld Italië: nieuwe context:
interest, leningen, beroep bankier (Medici)= noodzakelijk voor bloei steden
(tegen middeleeuwse visie van de Kerk= secularisering)
Mercantilisme: eenmaking Italië, economisch beleid met doel export te
maximaliseren en import te minimaliseren ->voorloper kapitalisme)
Koningen moesten rijkdom land vergroten door goede organisatie handel
Ontvoogding politiek
kleine stadstaten werken niet -> politiek argument -> noodzaak context
handelaars)
begin politieke moderniteit
- Nicollo Machiavelli (1469-1527)
Il Principe: vorstenspiegels -> hoe moet de vorst zich gedragen -> vorst deed dit
Eerste stap politieke wetenschap
M: intresse in wat mensen doen in politiek (gedrag dat echt bestaat -> beter politieke
bedrijf begrijpen)
Weg van de moraal? -> starten met feiten en wetenschappelijke blik
Baseren op empirisme (feitelijkheid en ervaring)
Menselijke natuur is altijd hetzelfde -> goed en slecht
! onderdeel
Pragmatisch genoeg: politiek -> uitgaan van slechtheid mens
Secularisering politiek:
niet tegen religie, wel clerus (antiklerikaal)
corruptie en politieke standpunt Kerk->tegen eenmaking staat
niet antireligieus -> geloof= verbind mensen (politiek>religie -> bondmiddel)
begin seculiere visie religie
Pleidooi sterke eenheidsstaat (italië): orde en zekerheid
La raison d’Etat: staatsrede
alle middelen mochten gebruikt worden (vorst moet optreden (hardhandig))
populair Machiavellisme: ‘alle middelen mogen gebruikt worden’
beter om geliefd te worden; maar hangt van mensen af, niet van de
koning
secularisering politiek -> Kerk verloor macht
3
, beloven aan burgers dat hun bezit van hen is (privaatbezit)
- Thomas More (1478-1535)
Utopia: deel 1: beschrijving: sociale en economische verwoestingen en
veranderingen in Engeland
Enclosure beweging (omheining gronden):
Collectieve/vrije landbouw -> privédomein
Geleidelijke intrede kapitalisme -> ontstaan moderne armoede
Utopia: deel 2: beschrijving ideale maatschappij (utopie, leven in harmonie)
Geen private accumulatie: oorzaak ellende Engeland
Zelfde visie geld als Kerk
Wist niet hoe hij dit naar de werkelijkheid kan overbrengen
kende wetmatigheden van het opkomende kapitalisme nog niet -> Spiegelen de
toekomst in ideaalbeeld
begin sociaal-wetenschappelijk denken: dynamieken, secularisering denken
Wijzen dit af obv morele of religieuze gevoelens
Utopisme: afwijzen van de bestaande, onrechtvaardige orde op basis van religieuze
en/of morele gronden, projectie van een ideaal in een andere, denkbeeldige wereld
2. Einde van de katholieke hegemonie: reformatie en contrareformatie.
- Humanisten en Scholastici
- Luther (1483-1546)
In contact met conflict humanisten en Scholastici
Humanisme: religieus, liefde mens en natuur, anticlerus
In shock
Decadente levensstijl Kerk
commercialisering: aflaten/biecht -> vergeving door straffen -> geld geven ->
handeltje (Duitse mark)
1517: 95 stellingen van toegeeflijk
Centraal gedachtegoed dat ! is voor politieke moderniteit: persoonlijke band God en
gelovige (directe band), geen kerk nodig -> beschuldiging voor kerk
Religieuze bevrijding van de kerk -> sterke overheid/staat -> gebaseerd op zekerheid
van ongelijkheid (conservatief -> kritiek op Luther -> boos)
Oprichting Duitse Kerk onder Luther -> begin religieuze reformatie
Maar: religieuze bevrijding ≠ gelijkheid op de wereld
- Thomas Munzer
Religieuze bevrijding: mens= nu meer gelijkheid
inspiratie=Luther (keerde zich tegen deze opstand, ‘ketterij’)
Opstand arme mensen en boeren -> meer gelijkheid + originele ideeën religie
volgens Munzer
Katholieken en protestanten slaan de boeren neer (op bevel van Luther)
Groot exponent middeleeuwen: protonationalisme Duitse adel
Maatschappij= distributiesysteem (tegen winst, import, ,…)
- Calvijn (1509-1564)
Protestant verwierp katholieke leer
Instituten v/d christelijke religie: rationele en logische opbouw moraal, staatsorde,
dogma (mens= hulploos wezen in het licht van Gods almacht)
Andere context -> ander mensbeeld dan Luther
Genève -> betere omstandigheden handel en winsten
Mens= kon niks doen aan lot (Gods wil)
Naar Genève: Ordonnances -> morele en politieke macht
(Winst= slecht, meer dan je nodig hebt om te leven (moreel rechtvaardig?))????
4