Hoorcollege week 1
Instellingen van de unie: aard en structuur
Internationale samenwerking:
Verdragen
- Omschrijving
- Totstandkoming
- Benaming
- Bilateraal en multilateraal
o Multilateraal: meerdere staten
o Bilateraal: 2 landen
- ‘pacta sunt servanda’
o Partijen moeten de afspraken nakomen
Internationale organisaties
Definitie internationale organisaties: Een lichaam opgericht bij
een verdrag en voorzien van meerdere organen met als taak
het op duurzame wijze behartigen van de belangen van de
staten die dat verdrag hebben gesloten
- Kenmerken en typen (bijv. politiek, economisch en militair)
- Intergouvernementele organisaties (bijv. NAVO)
- Supranationale organisaties (bijv. EU)
Supranationaal
Supra boven
Andere manier van denken, het is verticaal georganiseerd.
Supranationaal karakter
- A. Onafhankelijke organen
- B. Besluitvorming bij meerderheid
- C. Toezicht op nakoming
- D. Eigen rechtsorde
EEG/EG/EU is een rechtsgemeenschap, zie 283/81, Les Verts, r.o. 23 (zie Ars
Aequi Jurisprudentiebundel, 2019, p. 64).
- Rechten voor particulieren (26/62, Van Gend en Loos [AA, 2019, p. 4])
- Voorrang (6/64, Costa/ENEL [AA, 2019, p. 8]): staat niet prominent in de
verdragen maar is vastgesteld door het Hof van Justitie (zie wel Verklaring Nr. 17
bij het Verdrag van Lissabon)
- EU heeft een ‘constitutionele’ rechtsorde (niet grondwettelijk)
Europese integratie
• WO II
• Benelux (1947)
• OEEC (1948), voorwaarde voor Marshallhulp
• Raad van Europa (RvE) (1949)
intergouvernementeel
• Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden (EVRM) (1950), zie ook Protocollen
• Rechter: Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te
Straatsburg
EGKS
• Plan Robert Schuman (9 mei 1950)
• EGKS-Verdrag (1951)
• Alleen kolen en staal
• Dit is erg weinig en ze wilden meer eenheden
,EEG en EGA
- Plan Beyen; rapport Spaak
- EEG (1957)
- EGA/Euratom (1957)
- Reactie: Europese Vrijhandels-Associatie (EVA)
Europese Unie
Niet alleen maar supranationaal
Ook veel intergouvernementele krachten
• Lidstaten van de Unie
• Ontstaan van de Unie
• 1952-1993 (na oprichting EGKS, Verdrag van Parijs (1951))
• 1993-2009 (na oprichting EU, Verdrag van Maastricht)
• 2009-heden (na samengaan EG en EU in EU, Verdrag van Lissabon)
• Verdragen van de Unie
• VEU
• VWEU: economischer/administratieve
• EGA (Euratom)
• Bestuur van de Unie: instellingen
• De EU is géén staat.
• De EU is wel een steeds hechter verbond (art. 1 VEU):
• Hier kregen de Britten in de loop van de tijd steeds meer moeite
mee. Men wilde weer controle. UK is geografisch een eiland, je kan
UK ook zien als soort enorm schip. Er was in Engeland toenemende
irritatie over de ongecontroleerde migratiestroom. Veel migranten
willen nu eenmaal naar Engeland mede vanwege de taal. Veel
Engelsen waren er wel klaar mee. Het Verenigd Koninkrijk heeft de
EU verlaten per 31 januari 2020. Dit is een groot verlies voor de EU.
In de schaduw van de globalisering lijkt de behoefte aan controle en
populisme sterker te worden, ook in Nederland.
• De EU is opgericht door de lidstaten en heeft gemeenschappelijke
doelstellingen van de lidstaten zoals geformuleerd in de verdragen.
Totstandkoming verdrag
Art. 93/94 GW
- Onderhandelingen: betreffende ministers van het betreffende ministerie
komen bijeen om te onderhandelen over te tekst van het verdrag
- Sluiting: Verdrag sluiten: d.m.v. handtekeningen onder het verdrag te
zetten. Dit doet de desbetreffende minister. Hiermee staat de tekst van
het verdrag vast.
- Ratificatie/goedkeuring: Ratificeren van het verdrag: als regering het
verdrag goedkeuren zodat het in werking kan treden. Het parlement moet
het verdrag goedkeuren. Het parlement kan niet veel meer veranderen,
want de tekst staat al vast. Soms kan er een referendum aan
vastgekoppeld worden.
- Inwerkingtreding: vanaf een bepaalde datum treedt het verdrag in
werking
Hoe ziet een verdrag eruit:
1. Preambule: deftige tekst, soort poëzie waar wij als mensen voor staan.
2. Verdragstekst in de vorm van artikelen
3. Protocollen: aanvullingen/technische uitwerkingen. Vaak aan het einde van
het verdrag. Vaak erg technisch
Intergouvernementele organisatie:
Elke staat heeft Vetorecht. Iedereen moet het er mee eens zijn
,Niet zo gecompliceerd
- Supranationale organisaties zijn veel groter.
- Je kunt overstemt worden
- De supranationale organisaties staan boven de lidstaten en kunnen
hun wil opleggen aan de staten.
- Ze mogen ook boetes opleggen aan grote bedrijven in de EU,
hiervoor is er een lidstaat niet nodig, dit kan de Europese Unie
gewoon zelf doen.
- De EU is toch wel een soort overheid.
Europese raad: wordt meer met consensus gepraat, zodat men het meer met
elkaar eens worden.
Europees recht
Enkele definities en onderscheidingen:
• Recht van de Europese Unie: alle rechtsregels in de twee verdragen VEU
en VWEU, EU-Handvest van de grondrechten, en de besluiten van de
instellingen van de Europese Unie
• Primair en secundair recht: primair = regels neergelegd in VEU, VWEU,
wijzigingsverdragen, toetredingsverdragen, protocollen, algemene
beginselen en fundamentele rechten, zie ook EU-Handvest van de
grondrechten. Primair recht legt verplichtingen op aan lidstaten en kent
bevoegdheden toe aan de instellingen. Secundair: de uitoefening van
bevoegdheden leidt tot rechtshandelingen (verordeningen, richtlijnen,
besluiten, aanbevelingen) ook aangeduid als EU-wetgeving of EU-
regelgeving, ook wel afgeleid recht of secundair recht. Er zijn duizenden
van dit soort rechtshandelingen.
• Materieel en institutioneel recht: materieel of inhoudelijk recht slaat op
beleid van de EU, zoals interne markt, EMU, andere activiteiten.
Institutioneel recht slaat op organisatie, bestuur, rechtspraak en financiën
van de EU.
• Inhoud van Europees recht
• Interne markt
• Economische en Monetaire Unie
• Gemeenschappelijke activiteiten
• Justitie en politie
• Externe betrekkingen
• Waarom is de betekenis van Europees recht zo groot?
• EU is een overheidsstructuur
• EU is bron van wetgeving
• EU is van groot belang voor burger en ondernemer
, Van EEG naar EU
Verdrag van Nice (2001)
- Verdragswijzingen
- EU-Handvest van de grondrechten (2000)
Europese Conventie (2002-2003)
o.l.v. V. Giscard d’Estaing
Grondwet voor Europa (2004)
Ratificatie-problemen; afwijzende
Referenda in 2005
Verdrag van Lissabon (2007)
- Nieuwe structuur
- Constitutionele vernieuwing
- Unierecht
- art. 50 VEU (Brexit)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vbb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.