Crime & the city
1) The concept of fear in criminology - Fear and the city: on the role of place and space
Waarom studeren we angst en de relatie met de stad?
We denken vaak veel te simplistisch over criminaliteit en angst. We kijken te beperkt naar de context waarin
deze plaatsvinden en de mogelijke rol die de plaats/omgeving hierin speelt. In bepaalde regio’s vd stad komt
criminaliteit veel meer voor. Ook zijn bepaalde plaatsen van de stad ‘gevaarlijker’ dan andere, waarom is dit?
Hoe is het vertrouwen in de politie? Is er veel politie aanwezig? Wat voor buurt is het? Waarom voelen we ons
zo op bepaalde plaatsen? Hoe copen we met deze angsten? De grootte, groei of socio-economische factoren
zijn geleidend voor criminaliteit.
Zijn bepaalde mensen banger dan andere en met welke factoren heeft dit te maken? Welke mensen plegen
criminaliteit en wat voor criminaliteit wordt eer gepleegd?
Als laatste moeten we ons ook afvragen wat een onveilige buurt nu juist is? Is er weinig cohesie? politie?
Segregatie? Weinig contact tussen buurtbewoners? is een stad op alle momenten onveilig?
Kritiek op ‘urban thesis’ → “Urban” wordt gezien als een plaats dat het tegenovergestelde is van het landelijke
(rural) en wordt gezien als de plaats waar criminaliteit plaats neemt en tegelijk de socio-ruimtelijke condities
dit in stand houden. Het is veel interessanter om de dubbele lens van ‘Urban violence’ te zien als aan de ene
kant de achtergrond van ‘crime in the city’ en het proces dat ervoor zorgt dat iets komt of blijft bestaan.
⇒ Dit gaat verder dan enkel kijken naar de crimi cijfers en de verschillen tussen steden en platteland, maar het
gaat kijken naar hoe de urbanisatie een deel en onderdeel is van de productie van misdaad en criminalisering.
Plaats (place) is niet hetzelfde als ruimte. Het eerste begrip verwijst naar een geografische locatie, met vrij
duidelijke grenzen, waarbinnen mensen elkaar kunnen ontmoeten en verschillende activiteiten kunnen
ontplooien, enz. Ruimte (space) is een veel ruimer begrip, maar milieu criminologen zijn erin geïnteresseerd
omdat sommige sociale activiteiten tamelijk sterk ruimtelijk gedifferentieerd zijn geworden. Anderzijds maken
modern vervoer en telecommunicatie het individuen (en organisaties) mogelijk ruimtelijke scheiding in veel
grotere mate te overbruggen dan in vorige generaties.
Schematische voorstelling:
,Criminaliteitscijfers zijn aan het dalen
Het concept ‘criminaliteit’ is pas ontstaan in de jaren 1960. Sindsdien is er een verhoogde aandacht voor dit
fenomeen: er zijn veel studies en onderzoeken naar dit fenomeen. Belangrijke types van criminaliteit, zoals
moord, verkrachting en diefstal zijn aan het dalen de laatste 15 jaar in Europa en de laatste 20 jaar in Amerika.
Kritische bedenking: ondanks deze daling is criminaliteit een populair fenomeen en lezen/horen we alleen
maar hoeveel erger het wordt. Komt dit omdat er een grote angst is om slachtoffer te worden waardoor
mensen het probleem groter maken dan het is? of is er effectief een heel groot dark number waardoor de
officiële statistieken ernstig tekort schieten?
De statistieken tonen aan dat mensen een vertekend beeld hebben over de perceptie van criminaliteit. De
angst voor criminaliteit ligt veel hoger dan de effectieve criminaliteit. Hier zien we een duidelijke link tussen
angst voor criminaliteit en effectieve criminaliteit. Als de criminaliteit hoog is dan is de angst ook hoog (dit is
logisch). Maar ondanks de criminaliteit laag is zien we dat de angst nog steeds hoog is. We zien hier dus
duidelijk dat deze twee niet gelijk lopen.
Covid-19 pandemie:
- Grote steden zoals New York en Wuhan waren het eerste geraakt door corona. Dichtheid zou hier de
oorzaak van zijn en het virus gaat zorgen voor veel slachtoffers in de stad. Dichtheid blijkt geen
verband te houden met een ruimere verspreiding van de ziekte. En er is zelfs beweerd dat stedelijke
dichtheid goed is voor de gezondheid tijdens een pandemie. En toch zijn argumenten over stedelijke
dichtheid belangrijk voor de stedelijke criminologie - enerzijds omdat zij aantonen dat het
veronderstelde verband tussen "de stad" en sociale en gezondheidsproblemen springlevend is, en
anderzijds omdat dichtheid de sociale, economische en huisvestings ongelijkheden tijdens een
pandemie zichtbaarder en effectiever maakt.
- Er is meer politie en security aanwezig in urban spaces om ervoor te zorgen dat de maatregelen ivm
corona gehandhaafd blijven. Het feit dat er meer mensen in de stad wonen (dichter op elkaar) maakt
het makkelijker voor het virus om te spreiden en is er dus meer nood aan controle.
- Ook de manier van wonen in de stad maakt het moeilijker om zich aan deze regels te houden.
bijvoorbeeld niet op straat komen voor mensen die in een studio wonen is veel moeilijker dan voor
mensen met een tuin. Mensen zonder een huis die op straat leven ondervinden ook veel
boetes/straffen voor het schenden van de regels.
- De pandemie heeft ook een invloed gehad op het soort criminaliteit, straatcriminaliteit werd veel
minder terwijl huiselijk geweld meer naar voor kwam. Het heeft er ook voor gezorgd dat de
ongelijkheden duidelijker worden of erger zijn geworden.
Individuele effecten van angst voor criminaliteit
Adaptief gedrag
● Bescherming: dragen van een wapen, zelfbescherming aanleren, alarmen instellen.
● Vermijdingsgedrag: andere weg nemen, niet uitgaan, openbaar vervoer vermijden.
⇒ Dit adaptieve gedrag heeft een negatieve impact op de kwaliteit van leven en het verhoogd angst eerder
dan het verlaagd (Liska et al, 1988).
Conclusie: de angst voor criminaliteit is een belangrijk sociaal probleem geworden dat een grote impact heeft
op het leven van personen. De kwaliteit van leven gaat naar beneden, mensen beperken hun bewegingen (bv:
ze gaan niet naar Molenbeek want dat is gevaarlijk) en dragen bij aan een breed scala van negatieve cognitieve
(bijv: pessimisme, overdrijving van het probleem) en affectieve (bijv: depressie) resultaten. Het draagt bij tot het
verlaten van achterstandsbuurten, het brengt schade aan het sociale vertrouwen, de relatie tussen groepen en
het vermogen van gemeenschappen om sociale controle uit te oefenen.
,Gevolgen voor de samenleving
● De angst voor criminaliteit zorgt ervoor dat er anders op criminaliteit gereageerd gaat worden en hoe
wij degene behandelen die een misdaad hebben gepleegd. Het kan ook gevolgen hebben voor de
werking van het strafrechtelijk stelsel.
● Middelen worden ingezet als preventie tegen criminaliteit en om de angst voor criminaliteit in
publieke plaatsen te verminderen. Bijv: politie en security in het station van antwerpen.
● Politiekers gebruiken de statistieken van angst voor criminaliteit om meer beveiliging en bewaking te
legitimeren.
⇒ Bescherming tegen ‘indringers/criminelen’ was een stimulans om ommuurde steden te bouwen (Ellin, 2001)
⇒ In verschillende religieuze teksten worden de steden geassocieerd met corruptie, verwarring,
fragmentisering, geweld en lust. De stad wordt heel zwart-wit bekeken, oftewel is een stad ‘hel’ zonder
mogelijkheden. Oftewel heeft een stad veel mogelijkheden. Er is geen gulden middenweg, het is alles of niks.
“Fear and the city”
→ de afgelopen 100 jaar werden steden meer geassocieerd met gevaar en veiligheid. Architectonische en
planologische (=planningen) oplossingen probeerden bescherming te bieden tegen deze gevaren.In de 18e en
19e eeuw "De overheersende metaforen voor steden in die tijd - het organisme en de machine - waren de
leidraad voor deze stadsontwerpen, die werden bedacht in de geest van het uitvoeren van chirurgische
operaties of het repareren van kapotte onderdelen" (Ellin 2001). ⇒ Het is veel interessanter om naar de
versch elementen te gaan kijken, dan enkel naar angst op zich.
→ De manier waarop steden zijn gepland en gebouwd creëert angst en heeft een diepgaand effect op de
manier waarop mensen hun leven leiden. Deze analyse toont ook aan dat er veel meer factoren in aanmerking
moeten worden genomen als we angst (voor criminaliteit) willen bestuderen.
Creatie van het concept ‘criminaliteit’
Concept is ontstaan in de jaren 1960 en kan zich ontwikkelen onder bepaalde omstandigheden:
● Betere kennis van statistieken, het opzetten van enquêtes naar slachtoffers van misdrijven en geld
voor onderzoek leidden tot specialisatie van criminologen op dit gebied
● Gebruik van het concept door politici
● Aanzienlijke media-aandacht voor het onderwerp
● Maatschappelijke veranderingen met een grotere publieke belangstelling voor "welzijn".
⇒ Sindsdien is criminaliteit enorm gegroeid en is er veel onderzoek gekomen. Het concept criminaliteit wordt
gebruikt samen met verschillende andere termen zoals: “fear of crime”, “gevoelens van onzekerheid”,
“onveiligheid”, etc. Het resultaat hiervan het is een overkoepelend begrip geworden. Het is overal aanwezig,
het beïnvloedt iedereen, hoe we leven en heeft betrekking op verschillende steden.
Conclusie:
Criminologen hebben te weinig aandacht voor het correct definiëren van het concept ‘angst’ en de relatie die
het heeft met criminaliteit. Er is een verwarring tussen angst, risico, veiligheid, beveiliging en andere
concepten. Er wordt niet in aanmerking genomen dat angst anders kan zijn afhankelijk van het soort
criminaliteit.
⇒ van belang om rekening te houden met het concept angst. In plaats van ‘angst voor criminaliteit’ te
bestuderen, bestudeer eerst wat angst juist is, is dit afhankelijk van het soort criminaliteit? Het is van belang
om te gaan kijken naar angst in een bepaalde omgeving, er zijn heel veel verschillende soorten angst, angst
voor crimi
, is hier maar 1 van. Het is niet relevant om wanneer we kijken naar fear and the city enkel te focussen op angst
voor criminaliteit.
Hoe angst voor criminaliteit uitleggen (psychologische aanpak)
→ Een individueel construct: een persoonlijke eigenschap, emotie of attitude.
3 soorten angst:
1) Experimentele angst = angst om opnieuw slachtoffer te worden. Maar omdat slachtoffers vaak
onbewust psychologische mechanismen gebruiken om niet permanent aan het voorval herinnerd te
worden en in de maatschappij te kunnen blijven functioneren, vervaagt de herinnering aan dit
slachtofferschap. Maar geconfronteerd worden met een bepaalde situatie, geluid, aanwezigheid van
bepaalde mensen etc. kan een sterke angstreactie oproepen.
→ Angst voor herhaaldelijk slachtofferschap
→ Terugdenken aan de periode van SO-schap door geluid/beeld/etc
→ Angst wordt ervaren obv fysieke veranderingen zoals zweten en een snelle hartslag
2) Propositionele angst = bang zijn voor of bang zijn om, bang zijn voor de toekomst, voor iets dat
mogelijks kan gebeuren. Het zijn verhalen & ervaringen van andere mensen die we kennen en waar
we ons mee identificeren. Het zijn vaak verhalen van andere slachtoffers en hier speelt de media een
belangrijke rol.
→ Geen link met primaire victimisatie, maar je kent de verhalen wel
→ Bijv: Julie Van Espen
→ Deze angsten worden gecreëerd door sociale media, vrienden, familie, ..
3) Reactieve angst = angst voor iets zoals spinnen en groepen jongens. → Deze zijn anders dan de
vorige
⇒ Deze drie verschillende soorten angst kunnen anders beleefd worden. Deze individuele angsten worden
beïnvloedt door sociale en politieke invloeden.
Disproportionele angst voor misdaad = een relatief stabiele eigenschap en varieert tussen mensen kan
situationeel (toestand) of dispositioneel (eigenschap) zijn.
Uitgedrukte angst (Expressed fear)
- Is ingebracht door de samenleving. Mensen die in bepaalde omgevingen leven (bv: Antwerpen, drugs
& bommen) hebben angst. Dit is dan vooral ‘expressed fear’
- verwijst naar de bredere sociale bekommernissen die sociale betekenis delen met criminaliteit, zoals
sociale verandering en wanorde.In de meeste onderzoeken is de geuite angst het onderwerp van
onderzoek, niet de ervaren angst.
Signal crimes and singal events
- ‘Broken window theory’ zijn een signaal of event dat dit een gevaarlijke buurt is waar mogelijks
criminaliteit is.
- Bijv: een buurt met veel graffiti is een signaal voor criminaliteit
- Heeft een onevenredig grote invloed op mensen die zichzelf als risicovol beschouwen, het incident
wordt geïnterpreteerd als een waarschuwingssignaal