VAKDIDACTIEK NEDERLANDS
DIDACTIEK SCHRIJVEN
Regel 1: geef leerlingen opdrachten dat hen interesseren
Regel 2: geef zinvolle opdrachten, waarin het nut zichtbaar is
Regel 3: geef geen directe voorbereiding
1. TWEE MANIEREN VAN SCHRIJVEN
Schrijven voor jezelf (conceptualiseren, zelfontplooiing, niet afstandelijk) = notities, samenvatting, reflectie, …
Schrijven voor anderen (communiceren, in maatschappij, afstandelijk)
-> informatief: fiche, boodschappenlijst, artikel, …
-> ontspannend: verhaal, dialoog, raadsel, …
-> overtuigend: uitnodiging, reclame, folder, …
-> demonstratief: instructie, aanwijzing, spelregels, …
-> sfeerschepping: postkaart, gedicht, kaartje
2. DE SCHRIJFOPDRACHT
Interesse vd leerlingen, groter geheel, individualiseer, differentieer, autonomie, creativiteit,
probleemoplossend denken
Begrijpend lezen + vloeiend lezen + taal-wijs + tekst schrijven + spreken en luisteren = tekst
Geef opdrachten waarover de leerlingen iets kunnen vertellen, dat hen interesseert
Geef zinvolle opdrachten, waarvan het nut zichtbaar is
Geef geen direct voorbereiding
DIRECTE VOORBEREIDING
Wat is het? Het leerplan verwacht dat we leerlingen correct leren schrijven:
-> in hun eigen woorden
-> in situaties die hen interesseren
-> met hulpmiddelen: gebruik ze om fouten te voorkomen en om gemakkelijker te schrijven
Probleem? -> kind krijgt gevoel dat hij zelf geen probleem kan oplossen
-> beperkt effect op uiteindelijke tekst
-> weinig zinvol
Wanneer laat je kinderen schrijven? -> zomaar, in hoeken, instructie, …
VOORBEREIDING OP LANGE TERMIJN
Bekijk verschillende goede teksten als inspiratie en reflecteer.
Laat de leerlingen veel oefenen en leren uit hun fouten = groei in zelfvertrouwen + wegvallen remmingen.
Breng ze zaken bij = verschillende tekstsoorten, spelling, hulpmiddelen, fases (plan – formuleer – reviseer).
Laat ze spontaan het taalmodel gebruiken (wie – wat – waarover – aan wie – doel – hoe – medium- situatie).
Laat ze verwoorden wat ze willen zeggen.
Laat ze de tekst(en) grafisch verzorgen.
, “Geef iemand die honger heeft geen vis, maar leer hem vissen.”
3. SCHRIJVEN
Creativiteit steunt op geloof en vertrouwen in eigen mogelijkheden
Lezen om te leren schrijven
Zinvolle taken
Geïnteresseerde leerkracht
Veel oefenen op spelling, tekstsoorten, taalmodel, fasen, …
Normaal-functioneel = werken rond werkelijkheid, verzorgde lay-out, brainstormen
SCHRIJVEN VOOR JEZELF
Eerst conceptualiseren, dan communiceren
-> zichzelf uitdrukken
-> leert jezelf beter kennen
-> gevoel van bevrijding
-> appreciatie van de ander
Vaak met zorg en plezier gemaakt
Therapeutische functie
Vrij schrijven, je hoeft met niemand rekening te houden
Soorten schrift voor jezelf
- Startformules
- Acrostichon (naamdicht)
- Eigen woordenboek
- Aanloopverhaal: start vanuit leerkracht, daarna zelf fantaseren
- Gedichten
- Dagboek
- Verslag
SCHRIJVEN VOOR ANDEREN
Taal hangt af vd graad van afstand (dicht – ver)
Vaak eenvoudiger dan schrijven voor jezelf
Stappenplan: idee genereren – idee in taal gieten – rekening houden met lezer en doel – rekening met gevolg
Goed verslag: nodigt uit tot schrijven, oplossen van probleem, plezier, bijleren
Soorten schrift voor anderen
- Brieven
- Verslagen
- Kranten
- Beschrijvingen
VERBETEREN VAN SCHRIJVEN
Verbeter tijdens het werken en (als het kan) individueel en niet in het rood
Ze mogen overschrijven, zolang het geen straf is
Laat kinderen inspiratie opdoen uit anderen hun werkjes
Stel je eigen teksten ter discussie