Samenvatting colleges 25 tot en met 44 Basiskennis LUK2.4
10 vues 1 fois vendu
Cours
LUK 1.4 Basiskennis van het beroep
Établissement
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
In deze samenvatting zijn de colleges 25 tot en met 44 van Basiskennis LUK2.4 samengevat en uitgewerkt van de opleiding HBO Verpleegkunde op het NHL Stenden.
Gonaden (=voorplantingsorganen): Testes bij de man en ovaria bij de vrouw.
Gameten (=voortplantingscellen): Spermacellen bij de man en eicellen bij de vrouw.
Bevruchting: versmelting van mannelijke en vrouwelijke voortplantingscel, zygote
(=bevruchte eicel).
De Testes, de primaire geslachtsorganen bij de man, waarbij de
vorming van spermacellen plaatsvinden. De Testes hangen in het
scrotum (vlezige buidel). Het scrotum hangt aan het perineum,
bevat twee holten met elk een testis en bestaat uit een dunne
huidlaag die glad spierweefsel bevat - rimpelige oppervlak van
het scrotum. M. cremaster tillen testes naar lichaam toe.
De testis is verpakt in een vezelig kapsel: tunica albuginea.
Tussenschotten (=septa) verdelen de testes in lobjes.
Testiskanaaltjes in lobjes produceren spermacellen.
Interstitiële cellen omringen de testis kanaaltjes: produceren testosteron en
spermatogenese (=vorming van spermacellen). In de testiskanaaltjes bevinden zich
stamcellen voor spermatogenese, de spermatogonia. In de testiskanaaltjes bevinden zich
ook sertolicellen. Deze steunen en bevorderen de spermatogenese en leveren
voedingsstoffen.
Scrotum, testes en
testiskanaaltjes
Spermatogenese behoren: mitose, meiose en spermiogenese.
- Mitose:
Mitotische deling van spermatogonia (stamcellen)
Gedurende het gehele volwassen leven
Dochtercellen ontwikkelen zich tot spermatocyten
Spermatocyten: 46 chromosomen
- Meiose:
Speciale vorm van celdeling waarbij de gameten worden
gevormd
Half zoveel chromosomen: 23 chromosomen
Spermatiden
- Spermiogenese:
Spematiden rijpen uit tot spermacellen
, 1. Mitose: Somatische celdeling, uit de moedercel ontstaan twee identieke
dochtercellen (diploïd), 46 chromosomen of 23 paar.
2. Meiose: Twee fasen: uit een dochtercel of een spermatocyt worden vier spermatiden
gevormd met elk 23 chromosomen (haploïd).
Fase 1: Verdubbelt de primaire spermatocyt het aantal chromosomen tot 46 paar of
92 chromosomen (tetrade). Deze primaire spermatocyt deelt in twee secundaire
spermatocyten met elk 46 chromosomen of 23 paar.
Fase 2: Een secundaire spermatocyt deelt in twee spermatiden met elk 23
chromosomen. Uit twee secundaire spermatocyten ontstaan vier spermatiden met
elke 23 chromosomen. Haploïd.
Spermiogenese = elke spermatide rijpt uit tot een volwassen
spermacel of spermatozoon. Duur van de gehele spermatogenese is
negen weken. Sertolicellen ondersteunen de spermatogenese.
Interstitiële cellen leveren testosteron.
Spermacel:
De kop bevat de celkern en chromosomen. Het uiteinde van de kop
bevat het acrosoom. Het acrosoom bevat enzymen die noodzakelijke
zijn voor de bevruchting.
Middelste gedeelte bevat alleen mitochondriën en leveren ATP voor de beweeglijkheid van
de staart. Haalt energie uit de omgeving (vloeistof). Geen andere organellen.
De staart zweept de spermacel voort. Spermacel
Het voorplantingsstelsel van de man: Meiose produceert gameten die
de helft van het aantal chromosomen in lichaamscellen bevatten. Voor
elke cel die meiose ondergaat, produceren de testes vier spermacellen,
terwijl de ovaria slechts één eicel produceren.
Epididymis – bijbal. Spermacellen in de holte van testiskanaaltjes zijn
nog volledig uitgerijpt en zijn nog niet in staat tot bevruchting.
Spermacellen worden via vloeistofstromingen vanuit de testisholte naar
de epididymis gebracht. Langwerpige buis van zeven meter lang die
gekronkeld en opgerold is. In de epididymis:
- Spermacellen uitrijpen
- Recyclingcentrum, beschadigde spermacellen opruimen
- Aanpassen van de vloeistof in de testiskanaaltjes
De epididymis speelt een belangrijke rol en voorkomt voortijdige capacitatie:
Spermacellen die de testiskanaaltjes verlaten zijn nog onbeweeglijk.
Spermacellen moeten capacitatie ondergaan om volledig functioneel te zijn.
Capacitatie vindt plaats:
- Spermacellen gemengd worden met klierproducten van de zaadblaasjes.
- Spermacellen blootgesteld worden aan omstandigheden binnen de vrouwelijke
geslachtsorganen.
,Ductus deferens (=zaadleider):
- Stijgt op in de buikholte binnen de zaadstreng
- Zaadstreng is een koker van bind- en spierweefsel die verbonden is met de testis
- Twee zaadleiders lopen vanaf de testis in de buikholte, richting de blaas naar de
prostaatklier
Via peristaltische bewegingen bewegen spermacellen en vloeistof door de
zaadleiders
De zaadleiders verenigen zich met de afvoerbuizen van zaadblaasjes tot de
ductus ejaculatorius (ejaculatiekanaal)
Ejaculatiekanalen lopen aan weerszijde door de gespierde wand van de
prostaatklier en monden samen uit in de urethra
Ductus deferens
Urethra
- Loopt van blaas naar uiteinde penis
- Kanaal van urine en sperma
De accessoire klieren, de zaadblaasjes, prostaatklier en
cowperklieren. Vloeistoffen die door de testis en de epididymis
worden afgegeven vormen slechts 5% van het uiteindelijke
volume die de zaadcellen vervoeren en voeden. De overige 95%
wordt geleverd via het zaadvocht.
Primaire functies van deze klieren zijn:
- Activeren van spermacellen
- Leveren van voedingsstoffen om de beweeglijkheid
te garanderen van spermacellen
- Vormen van peristaltische bewegingen die de spermacellen en vloeistoffen door
de afvoergangen van de mannelijke voortplantingsorganen voortstuwen
- Vormen van buffers die de zuren in de urethra van de man en de vagina
neutraliseren
De zaadblaasjes scheiden 60% van spermavolume af. Scheiden fructose af om het sperma te
voeden. Scheiden prostaglandinen af die de contracties van gladspierweefsel bevorderen.
Scheiden fibrinogeen af om na de ejaculatie een stolsel te vormen in de vagina.
De prostaatklier is een klein gespierd rond orgaan (4 cm), bevindt zich vlak onder de
urineblaas en produceert en geeft een licht zuur klierproduct af. Vorm ca. 30% van het
zaadvocht. Bevat seminalplasmine: antibioticum dat mogelijke infecties van de ureters van
de man tegengaat. De klierproducten van de prostaat worden via peristaltische bewegingen
naar de urethra gestuwd.
Cowperklieren hebben ronde structuren (10 mm). Geven een dik, kleverig basisch slijm af,
beschermen de spermacellen tegen het zure milieu van de urine (urinezuur) en geven
glijmiddel af.
, Zaadvocht of semen: gemiddelde ejaculatie loost 2-5 ml zaadvocht, wordt ejaculate
genoemd. bevat 20-50 miljoen spermacellen per ml. Samenstelling: 60% zaadblaasjes, 30%
prostaatklier, 5% testis en 5% cowperklieren. Er zijn enzymen aanwezig die:
- Slijm afbreken in de vagina
- Fungeren als antibioticum
- Sperma laten stollen in de vagina
- Sperma weer vloeibaar maken in de vagina
De penis is een buisvormig orgaan die bestaat uit:
Wortel: verbinding met het lichaam
Schacht: buisvormige orgaan dat uit erectiel weefsel bestaat
Glans: verbrede distale gedeelte rond de uitwendige
uitmonding van de urethra
De huid van de penis lijkt op het scrotum. De voorhuid van
de penis of het preputium omgeeft de uiteinde van de
penis. Klieren in de voorhuid van de penis geven een
wasachtige stof af, smegma. Het smegma is een
voedingsbron voor bacteriën.
De schacht van de penis bevat de zwellichamen:
- Erectiel weefsel bestaat uit een netwerk van bloedvaten
- Twee dorsale zwellichamen: corpora cavernosa
- Een ventraal zwellichaam: corpus spongiosum
- Erectie= verhoogde bloedtoevoer naar de zwellichamen
Via de parasympathicus zal er een verhoogd stikstofoxide afgifte plaatsvinden.
Het gladde spierweefsel in de bloedvaten ontspant → vasodilatatie
Verhoogde doorbloeding en erectie van de penis
De hormonen die een belangrijke rol spelen bij de
voorplantingsfunctie van de man:
Adenohypofysehormonen:
Follikelstimulerend hormoon (FSH): bevordert spermatogenese
Luteïniserend hormoon (LH): stimuleert productie testosteron
Gonadotropin-releasing hormoon (GnRH):
Hypothalamushormoon dat afgifte van de adenohypofyse
hormoon reguleert
Androgenen (steroïden):
Testosteron is het belangrijkste
Inhibine:
Negatieve terugkoppeling, remt de spermatogenese en afgifte van testosteron
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maybrittoostenbrug. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.