Nederlands en vergelijkend staatsrecht (JUR2STAATSRECHT)
Resume
Samenvatting Nederlands en vergelijkend staatsrecht, incl. alle hoorcolleges, werkgroepen en jurisprudentie
147 vues 13 fois vendu
Cours
Nederlands en vergelijkend staatsrecht (JUR2STAATSRECHT)
Établissement
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Een complete en duidelijke samenvatting voor het vak Nederlands en vergelijkend staatsrecht, ter voorbereiding van het mondeling (eigen mondelingcijfer: 9). De samenvatting bevat alle hoorcolleges en werkgroepen per week samengevat, inclusief alle voorgeschreven jurisprudentie. Het gaat om de stof ...
Functies van het staatsrecht
I. Constituerende functie → het staatsrecht schept ambten en geeft aan hoe deze
worden ingericht en vormgegeven
II. Attribuerende functie → toekenning van bevoegden aan reeds gecreëerde ambten.
Deze worden uit het niets gecreëerd. Ze kunnen ook worden gedelegeerd.
III. Regulerende functie → de bevoegdheden worden ook begrensd, bijv. via
machtenscheiding.
IV. Eventueel: legitimerende functie
Door deze functies is duidelijk wat de overheid mag doen en binnen welke bevoegdheden.
Hierdoor kan de burger meer vertrouwen krijgen in het gezag van de overheid en wordt gezag
gelegitimeerd.
Rechtsbronnen van het politiek staatsrecht
➢ Grondwet
➢ Reglementen van Orde
➢ Organieke wetten
➢ Ongeschreven wetten en gebruiken (vb. vertrouwensregel)
Er is weinig jurisprudentie, omdat de rechter terughoudend toetst.
Er is weinig wetgeving, maar veel gewoonterecht.
Constitutionele uitgangspunten
I. Democratie → er is geen uitwerking van wat dit precies betekent.
II. Rechtsstaat
a. Machtenscheiding (zie hieronder)
b. Legaliteitsbeginsel
▪ Overheidsoptreden moet altijd berusten op en overeenstemmen met
kenbare algemene regels.
▪ Eenzijdig belastend overheidsoptreden = grondslag in wet in formele zin
▪ Ander overheidsoptreden = grondslag in eender welke algemene regel
▪ Voorafgaande regel: er geldt een verbod op terugwerkende kracht
c. Onafhankelijke rechter
d. Grondrechten
Machtenscheiding
I. Organisatorisch → tussen de verschillende staatsmachten is een scheiding.
In de Grondwet:
➢ Staten-Generaal → art. 57 lid 1 Gw (geen lid van beide kamers), art. 60 Gw (eed
of verklaring of belofte van trouw), art. 61 lid 1 Gw (voorzitter binnen de
4
, kamer), art. 71 Gw (parlementaire immuniteit) en art. 72 Gw (eigen reglement
van orde vastgesteld).
➢ Regering → art. 43 Gw (benoeming en ontslag bij KB), art. 44 Gw (instellen
ministeries bij KB), art. 49 Gw (eed, verklaring of belofte van trouw), art. 57 lid
2 (geen lid Staten-Generaal en regering).
➢ Rechtspraak → art. 116 lid 4 Gw (toezicht binnen de rechterlijke macht), art.
117 Gw (benoeming voor het leven).
II. Functioneel → de drie staatsmachten oefenen verschillende functies uit.
Doel = waarborg voor de vrijheid van de burger. Het voorkomt machtsmisbruik en willekeur.
Er is geen absolute machtenscheiding. Controle via checks & balances is noodzakelijk, door:
I. Gedeelde bevoegdheden
o Regering is wetgever → art. 81 en 89 Gw.
o Wetgever is bestuurder → art. 105 en 91 Gw en benoemingen.
o Regering en wetgever beïnvloeden rechter → art. 116-118 Gw.
II. Controle tussen de staatsmachten
o Ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42 Gw) en vertrouwensregel
o Kamerontbinding → art. 64 Gw
▪ Gevolg = nieuwe verkiezingen en ontslag van de regering
o Constitutionele dialoog tussen de rechter en wetgever
▪ De wetgever reageert op rechtspraak
Rechter en politiek
HR Verkiezingsafspraak Elsloo
Zaak: een partij was verkozen voor vier zetels. Een hogere op de lijst met minder
stemmen nam de zetel en werd gedagvaard voor een onrechtmatige daad.
Hoge Raad: er is geen enkele vorm van burgerlijk recht in het geding, dus de rechter
is onbevoegd. Dus de rechter wilde niet treden in een politiek geschil.
Rb. DH Golfcrisis (1991)
Zaak: Nederland stuurde fregatten naar de Golf, maar daarvoor was eerst een
oorlogsverklaring vereist.
Rechtbank: achtte zich bevoegd en ging inhoudelijk in op het geschil. Art. 96 Gw was
niet van toepassing.
HR Afghanistan
Zaak: vereniging vordert de staat te verbieden mee te werken aan geweld.
HR: het gaat om politieke afwegingen in verband met de omstandigheden van het
geval en de rechter is bevoegd, maar moet hiermee terughoudend omgaan.
HR Waterpakt
Zaak: Europese richtlijn moest tot wetgeving worden omgezet, maar dat werd niet
gedaan. Er werd een vordering daartoe gedaan.
Hoge Raad: het machtenscheiding zorgt dat de rechter niet hiertoe mag bevelen. Het
is een afweging van belangen waarin de rechter niet mag treden.
Conclusie
Rechter oordeelt of er concrete normen zijn:
➢ Zo ja: wel oordelen
➢ Zo nee: niet oordelen, puur politiek
5
, Is er een political question doctrine in Nederland? Nee, toetsen mag namelijk wel, maar de
rechter is dan liever terughoudend.
Overige werkgroepaantekeningen
Preambule en algemene bepaling
➢ Preambule is een inleidende bepaling tot een zekere wet, die vaststelt wat het doel van
de wet is. Het is een declaratoire bepaling.
➢ Algemene bepaling is een algemeen geldend artikel waaraan zo goed en veel mogelijk
voldaan moet worden. Het is ook normatief.
o Gevolg van de algemene bepaling in de Nederlandse Grondwet: de rechter kan
lagere regelgeving ook toetsen aan dit artikel 0. De waarborgfunctie van de
Grondwet wordt duidelijk uitgedrukt. Relatie met andere artikelen wordt
vastgelegd.
Verwevenheid bestuur en wetgeving
Door kaderwetten, delegatie en beleidsruimte heeft het bestuur meer mogelijkheid om regels te
stellen. Wetgeving moet nog worden ingevuld, zoals met open normen. Ook de rechter raakt
ermee verweven, doordat de burger het bestuur voor de rechter kan dagen bij een verkeerde
interpretatie of onjuiste uitvoering van de wet.
HR Meerenberg
De Koning stelde veel regels, want alle bevoegdheden die niet specifiek aan anderen waren
toegekend, eigende hij zichzelf toe.
Als gevolg van deze zaak, was het invoeren van zelfstandige amvb’s niet meer toegestaan. Er
moet dus wel een specifieke bevoegdheid zijn voor de amvb’s.
Legaliteitsbeginsel komt terug want er mochten alleen nog regels worden gesteld als daar een
bevoegdheid voor was.
HR Fluoridering
Er was fluor in water gedaan, maar daar was geen wettelijke grondslag voor.
Dit was niet toegestaan, want bij ingrijpend overheidsoptreden is er een wettelijke grondslag
nodig → r.o. 85.
Dus: legaliteitsbeginsel → er is een wettelijke grondslag nodig.
6
,WEEK 2 – HOORCOLLEGE
DE KONING
Terminologie in de Grondwet
Oude Grondwet → deze was monarchaal, dus bijv. de uitvoerende macht lag bij de Koning.
➢ 1840: contraseign, waardoor ministers altijd mee moesten ondertekenen. De macht van
de Koning werd zo aan grenzen gebonden.
➢ ‘Koning’ → ‘regering’
Grondwet 1983 → het doel was dat ‘Koning’ zou zien op de Koning als persoon, ‘regering’ op de
regering en Koninklijk Besluit als een besluit van de regering.
➢ Dit is niet consistent doorgevoerd
o Art. 82 lid 1 Gw → indienen van wetsvoorstellen: Koning = regering
o Art. 29 lid 2 Gw → uitsluiting van de troonopvolging: besluit van de Koning =
regering
o Art. 30 lid 1 Gw → benoeming van de troonopvolger: Koning = regering, MAAR:
o Art. 30 lid 2 Gw → Koning = Koning
Koninklijke onschendbaarheid
Art. 42 lid 2 Gw
Vroeger: de onschendbaarheid kwam voort uit het hoogste gezag dat de Koning had. Door het
contraseign was dit niet meer vanzelfsprekend, want het gezag werd gedeeld. 1848 →
Koninklijke onschendbaarheid in de Grondwet. De ‘;’ duidt op een evenwicht en samenhang
tussen beide zinnen in het artikel.
Nu: geen enkele overheidsinstelling kan dwingend gezag over de Koning uitoefenen en de
Koning legt geen verantwoording af.
➢ Maar: de Koning staat niet boven de wet, dus bij grove schendingen kan er een
buitenstaatverklaring worden opgelegd.
➢ Doel: beperking van de macht van de Koning. De regering is verantwoordelijk zodra het
openbaar belang erbij betrokken is.
Functies van de Koning
I. Staatshoofd
Blijkt evt. uit art. 24 Gw, maar staat er niet letterlijk in.
➢ Art. 41 Gw → inrichting van het Huis door de Koning
➢ Art. 74 Gw → Koning voorzitter Raad van State als staatshoofd, één vergadering per
jaar
➢ Kabinetsformatie → vroeger, sinds 2012 niet meer
o Voordeel: Koning is niet democratisch gelegitimeerd
o Nadeel: onafhankelijk gezagsfiguur kan positief effect hebben op formatie
➢ Symboolfunctie: koningsdag en werkbezoeken
➢ Kerstboodschap
II. Lid van de regering
Art. 42 Gw → gaat om nevenschikking en wederzijdse afhankelijkheid.
7
, Is de Koning verplicht te tekenen?
Nee → want er is balans tussen de Koning en ministers, dus kan ook weigeren.
In praktijk ondertekent hij wel.
De bevoegdheid van de Koning is raadgeven, aansporen en waarschuwen. Maar: dit staat op
gespannen voet met de medebeslissende functie uit art. 42 en 47 Gw.
Belgische kwestie: een Koning weigerde te ondertekenen en werd toen buiten staat van
regeren verklaard. De minister-president ondertekende in zijn plaats.
Dus: de Koning kon weigeren, want hij functioneert onafhankelijk.
Het geheim van de Kroon houdt in dat de opvatting van de Koning als de opvatting van de
regering wordt gepresenteerd. Het is niet duidelijk wat de opvattingen van de Koning zelf zijn.
Moet de Koning de regering uit
Ja, want:
➢ De Koning kan politieke opvattingen hebben
o Maar: is dat erg? Er moet namelijk altijd minstens één minister het eens zijn met
de Koning, dus het is een besluit van de regering.
➢ Het is niet verenigbaar met ons democratisch stelsel
o Maar: dit geldt ook voor andere ambten;
o En: de bepalingen bij de herziening van 1983 zijn met grote meerderheid
aangenomen, dus het is semi-gelegitimeerd
o En: de meningen van de Koning worden altijd door minstens één democratisch
gelegitimeerde minister gesteund
8
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cjoosten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.