Ik heb met deze samenvatting een 8 gehaald voor het tentamen! samenvatting bestaat uit H1 t/m H6. Van H4 is alleen paragraaf 1 samengevat omdat de rest niet relevant is! In deze samenvatting staan ook figuren en eventuele andere handigheidjes!
Samenvatting verbintenissenrecht (deel van privaatrecht)
Tout pour ce livre (39)
École, étude et sujet
Hogeschool Leiden (HSL)
HBO-Rechten
Inleiding privaatrecht
Tous les documents sur ce sujet (8)
Vendeur
S'abonner
madelonely
Avis reçus
Aperçu du contenu
Praktisch verbintenissenrecht
Hoofdstuk 1: Rechtsfeiten
1.1 Kernbegrippen
1.1.1 Plaats verbintenissenrechten
In het verbintenissenrecht staat de rechtsrelatie tussen personen onderling centraal. Naast
het verbintenissenrecht is er het goederenrecht. Het goederenrecht is het rechtsgebied dat
gaat over de rechtsrelatie tussen een persoon en een goed. Rechtsrelaties worden ook
rechtsverhoudingen genoemd. Het verbintenissenrecht en het goederenrecht vormen
samen het vermogensrecht. Het vermogensrecht is één van de twee onderdelen van het
privaatrecht en regelt de verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn tussen burgers
onderling. Het privaatrecht (ook wel burgerlijk recht of civiel recht genoemd) ziet op alle
juridische betrekkingen tussen burgers onderling. Het tweede onderdeel van privaatrecht is
het personen- en familierecht.
1.1.2 Personen
Hoofdrolspelers in het verbintenissenrecht zijn personen. Er zijn twee soorten personen in
het recht: natuurlijke personen en rechtspersonen. Een natuurlijk persoon is een mens van
vlees en bloed. Een rechtspersoon staat in get vermogensrecht gelijk aan een natuurlijk
persoon. Er zijn verschillende soorten rechtsrelaties:
Natuurlijk persoon < --- > natuurlijk persoon
Natuurlijk persoon < --- > rechtspersoon
Rechtspersoon < --- > rechtspersoon
1.1.3 Verbintenissen
Wanneer er een rechtsrelatie tussen personen is, dan ontstaan hier een verbintenissen uit.
Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is
een prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft. Een prestatie houdt in
de meeste gevallen in: iets doen of geven. De persoon die moet presteren wordt de
schuldenaar genoemd. Degene die recht heeft op zijn prestatie is de schuldeiser.
1.2 Rechtsfeiten
1.2.1 Gewone feiten en rechtsfeiten
Gewone feiten hebben geen rechtsgevolg. Een rechtsfeit is een feit dat een rechtsgevolg
heeft. Dus; het feit heeft een gevolg volgens het geldende recht.
,1.2.2 Rechtens relevante handelingen en blote rechtsfeiten
We kunnen rechtsfeiten opsplitsen in rechts relevante handelingen en blote rechtsfeiten.
Blote rechtsfeiten zijn geen handelingen, maar hebben toch rechtsgevolg. Dit soort
rechtsfeiten vinden hoe dan ook plaats, zonder dat er een feitelijke handeling aan te pas
komt. Bij blote rechtsfeiten is er dus telkens een rechtsgevolg is zonder dat iemand een
handeling verricht om dat gevolg te bewerkstelligen.
1.3 Rechtens relevante handelingen
1.3.1 Rechtshandelingen en feitelijke handelingen
Feitelijke handelingen zijn handelingen die wel rechtsgevolg hebben maar die daar niet op
zijn gericht. De handelende persoon had dus niet de bedoeling het rechtsgevolg tot stand te
brengen. Rechtshandelingen zijn ook rechtens relevante handelingen, maar ze zijn
uitdrukkelijk gericht op een rechtsgevolg. Art. 3:33 BW bepaalt: ‘Een rechtshandeling vereist
een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.’ Dat
artikel bevat twee voorwaarden: 1. Er is een op een rechtsgevolg gerichte wil. 2. Die wil
heeft zich door een verklaring geopenbaard.
Bij een rechtshandeling moet iemand dus willen dat er een bepaald rechtsgevolg ontstaat.
Dat wil zeggen: de handelende persoon het oogmerk (de bedoeling) heeft om het
rechtsgevolg tot stand te brengen.
1.3.2 Eenzijdig rechtshandelingen en meerzijdige rechtshandelingen
Rechtshandelingen kunnen worden onderscheiden in eenzijdige rechtshandelingen en
meerzijdige rechtshandelingen. Bij eenzijdige rechtshandelingen wordt het rechtsgevolg tot
stand gebracht door een persoon, zonder dat de medewerking van een andere persoon
nodig is. Er sprake van een wilsuiting van een persoon, gericht op een bepaald rechtsgevolg.
Voor een meerzijdige rechtshandeling is het noodzakelijk dat twee personen een bepaald
rechtsgevolg tot stand willen brengen. Hiervoor is een wilsuiting van beide partijen vereist.
De wilsuiting moet gericht zijn op het hetzelfde rechtsgevolg.
1.3.3 Persoonsgerichte en niet-persoonsgerichte rechtshandelingen
Eenzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in persoonsgerichte en niet-
persoonsgerichte eenzijdige rechtshandelingen. Een persoonsgerichte rechtshandeling
wordt verricht door de ene partij en is gericht tot een andere specifieke partij.
Bij een niet-persoonsgerichte rechtshandeling (ongerichte rechtshandeling) gaat het ook om
een handeling door één partij gericht aan een andere partij. De handeling is echter niet
gericht tot een specifiek persoon.
, 1.4 meerzijdige rechtshandelingen
1.4.1 overeenkomsten en andere meerzijdige rechtshandelingen
In art. 6:213 lid 1 BW vinden we de definitie van een overeenkomst: ‘Een overeenkomst is
een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere
een verbintenis aangaan.’ Hieruit kunnen we afleiden dat de voorwaarden van een
overeenkomst zijn:
het is een meerzijdige rechtshandeling
een partij gaat een verbintenis aan jegens een andere partij
1.4.2 verbintenis scheppende overeenkomsten andere overeenkomsten
Bij een verbintenisscheppende overeenkomst ontstaan er een of meerdere verbintenissen
tussen partijen. Deze verbintenissen ontstaan door het sluiten van een overeenkomst. Een
verbintenisscheppende overeenkomst wordt ook wel een obligatoire genoemd.
1.4.3 eenzijdige overeenkomsten en meerzijdige overeenkomsten
Verbintenisscheppende overeenkomsten kunnen op hun beurt weer worden opgesplitst in
eenzijdige overeenkomsten en meerzijdige overeenkomsten. Een eenzijdige overeenkomst
schept dus slechts voor één van beide partijen een verplichting. Art. 6:261 lid 1 BW geeft de
definitie van een meerzijdige overeenkomst: ‘Een overeenkomst is wederkerig, als elk van
beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de
wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.’ Hieruit volgt dus dat partijen over en
weer een verplichting hebben. De ene partij komt een verplichting na ‘in ruil’ voor de
verplichting van de andere partij. Een meerzijdige overeenkomst wordt ook wel een
wederkerige overeenkomst genoemd.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur madelonely. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.