Samenleving: feiten en problemen
Les 1: Inleiding
De ordening van de samenleving
De betekenis van woorden …
Welfare state = een term dat is ontstaan na de tweede WO, omdat men tijdens de oorlog
sprak over de warstate na de oorlog wou men bouwen aan de welvaartstaat = state of
welfare, een toestand van welvaart
De laatste jaren zijn er nieuwe termen bijgekomen :
Estado del Bienestar = slaat terug op welzijnsamenleving in Spanje
Verzorgingsstaat ( in nederland) / welzijnssamenleving / Welsyn Staat= de staat die zorgt
voor het welzijn van de burgers
Sociale investeringsstaat = de staat zorgt niet alleen voor de burgers maar investeert ook in
de burgers door hen bv op te leiden etc.
actieve welvaartsstaat= staat gaat mensen activeren om een rol op te nemen in de
samenleving
Sociale markteconomie / welfare capitalism
Kapitalisme: kern idee van de welvaartsstaat, de economie is een belangrijk aspect
gemengde economie: vrije marktwerking maar ook interventie van de overheid om de
markteconomie te steunen
Welvaartsdemocratie = het is een parlementaire democratie met hoge welvaart
Consumptiemaatschappij / overvloedmaatschappij= de andere knt vd medaille van de
welvaart, de hoge welvaart en de markt functioneert door hoge consumptie, wat kunnen
burgers met hun welvaart nu echt gaan doen?
=> Al de termen focussen op 1 aspect van de welvaartsstaat, er is niet 1 term die een
welvaartsstaat kan beschrijven.
Corona en de welvaartsstaat
De welvaartsstaat is nu van heel hoge betekenis. Mensen zijn zich meer bewust van het belang vd
welvaartsstaat. Heel het systeem van de gezondheidszorg is nu van groot belang en ze hebben in
tijden van crisis enorm snel gereageerd. Alle mensne hebben dezelfde toegang tot dezelfde goede
zorgen.
In de woonzorgcentra zijn heel foute gebeurd. Het is een onopgelost probleem vd welvaartsstaat.
De werking van de markt: de markt is in grote mate stilgelegd tijdens de lockdown en het is dankzij
de overheid dat de samenleving verder is blijven draaien.er is een groot economisch verlies, groter
dan bij de grote depressie. Het bbp is sterk gedaald. De werking vd markt wordt on hold gezet maar
de instituties vd welvaartsstaat zorgen dat de maatschappij blijft draaien.
,Heel veel mensen werden werkloos en door de vergoedingen van de staat en de instituties van de
welvaartsstaat konden zij overleven. Welvaartsstaat stut de economie en de getroffen burgers en
herinnert ons aan het Sociaal Pact 1944:
De droom dat kapitalistische groei en sociale herverdeling zouden leiden tot betere
leefomstandigheden voor iedereen
Kern van de welvaartsstaat:
De welvaartsstaat gaat over welvaart en verdeling vd welvaart door middel van:
vrije markteconomiedeze zorgt voor welvaart maar deze brengt ook grote
ongelijkheden met zich mee daarom:
met belangrijke sociale correcties (sociale zekerheid, arbeidsrecht, fiscaliteit,
gezondheidszorgen, onderwijs, kinderopvang, …)
en wederzijdse afhankelijkheid tussen het sociale en het economische : méér dan
sociale correcties achteraf: de markt is afhankelijk van de sociale correcties. Ze kan
niet bestaan zonder overheidsingrijpen.
Bv: de vaccinaties in de coronacrisis: symbiose tss economie en verzorging
Dus:
Het gaat over welvaart, maar ook over hoe deze verdeeld wordt. De hoogte van de welvaart
wordt door de economie en het kapitalisme bepaald. De vrije markt verdeeld de welvaart
over de bevolking. Maar ook de instrumenten van de overheid (sociale zekerheid,
belastigen) die zorgen ervoor dat de welvaart eerlijker verdeeld wordt dan wanneer je de
vrije markt zijn gang laat gaan zonder tussenkomen.
Kernprincipe: Wederzijdse afhankelijkheid van het economische en het sociale => Welvaart
moet gecreeërt worden om het sociale te kunnen voorzien.
Citaat:
“The welfare state is an essential basis for human flourishing in capitalist society and an essential
basis for capitalist flourishing in human society”
(= verwevenheid)
,Vandaag de dag kent de welvaartsstaat toch grote uitdagingen/onopgeloste problemen:
1. Armoede niet opgelost (DSWS hoofdstuk 9)
Men dacht dat de komst van de
werlvaartsstaat een einde zou
betekenen voor armoede. Uit de
cijfers blijkt dat niet gelukt te zijn.
Vandaag leeft 16,4% van de belgen in
armoede (=loon dat lager ligt dan 60%
van het gemiddelde inkomen). De
laatste jaren bleef België rond dat
cijfer steken maar in de meeste landen
is de armoede gestegen.
2. Ongelijkheid neemt in veel welvaartsstaten toe (DSWS hoofdstuk 9)
Ongelijkheden nemen toe ipv af. Ook bij corona zien we dit, het vergroot de ongelijkheden.
Pas sinds de laatste 20 jaar focust men zich op
ongelijkheid, daarvoor lag die focus vooral op
armoede zelf.
Het armere gedeelte van de bevolking is meer getroffen dan de rijkere bevolking. Het armoede en
ongelijkheidsprobleem was er al maar corona vergroot het.
3. Structurele ondertewerkstelling van lager geschoolden (DSWS hoofdstuk 5)
Hooggeschoolden worden veel meer tewerkgesteld dan laaggeschoolden
Sinds 1950 is er meer tewerkstelling maar die vind enkel plaats bij hoog of middelmatig
opgeleide mensen. De laag geschoolden krijgen steeds minder vaak een job => Meer
werkloosheid in deze groep. Bovendien zijn er ook steeds minder jobs te vinden voor laag
geschoolden. In cijfers: In 1999 werkte 42,3% van de laag geschoolden, nu zijn dat er nog
maar 35,5% = een serieuze daling van de tewerkstelling.
, 4. Groei en geluk gaan niet langer samen (DSWS hoofdstuk 3)
Easterlin’s paradox: geluk stijgt niet meer vanaf een bepaald
niveau van welvaart
Vroeger zorgde een stijging van economische groei voor een
stijging van het geluk, nu is dat niet meer het geval, dat
bewijst de Easterlin paradox: Geluk stijgt niet meer vanaf een
bepaald niveau van welvaart.
5. Grenzen aan de groei (DSWS hoofdstuk 3)
Dit heeft veel te maken met de klimaatopwarming. En ook zien we hier een grote ongelijkheid. De
groei wordt gelimiteerd door ongelijkheid en het klimaat.
Club van Rome – Rapport Limits to growth, 1972:
“If the present growth trends in world population, industrialisation, pollution, food production, and
resource depletion continue unchanged, the limits to growth on this planet will be reached sometime
within the next one hundred years. The most probable result will be a rather sudden and
uncontrollable decline in both population and industrial capacity.”
Is economische groei nog wel zo belangrijk? Is het vandaag de dag nog nodig om ieder jaar
telkens weer een bepaald % van economische groei te realiseren. Er zijn genoeg redenen om
economische groei niet meer als belangrijk te zien: onze ecologische voetafdruk,
grondstoffen die uitgeput raken… Daarom begint men meer en meer naar andere
indicatoren te kijken om de welvaart te meten: inkomen, gezondheid, onderwijs