TECHNOLOGIE FOTOGRAFIE
OPNAMETECHNIEK
BELICHTINGSCOMPONENTEN
RELEVANT
ISO = International Standards Organization
DIAFRAGMA
= een ronde of veelhoekige opening in de lichtbaan van een objectief die een bepaalde hoeveelheid licht
doorlaat of juist tegenhoudt
҉ Groot diafragma: klein getal, grote opening → veel licht, globale scherpte en kans op lensfouten
҉ Klein diafragma: groot getal, kleine opening → weinig licht, gerichte scherpte, minder kans op lensfouten,
brekings- en verbuigingsverschijnselen nemen toe
SLUITERTIJD
= hoe lang of hoe kort de sensor belicht wordt
҉ Lange sluitertijd → meer belichting → kans op bewegingsonscherpte
҉ Korte sluitertijd → minder belichting → geen bewegingsonscherpte
ISO / LICHTGEVOELIGHEID
= mate van gevoeligheid voor licht, uitgedrukt in ISO-waarde
҉ Hoge ISO-waarde → hoge lichtgevoeligheid → lichter, meer ruis
҉ Lage ISO-waarde → lage lichtgevoeligheid → donkerder, geen ruis
GRIJS- EN KLEURENKAART
RELEVANT
ICC = International Colour Consortium
IJking = het relateren van een meetmethode aan een wettelijk erkende standaard
GRIJSKAART
= kartonnen of plastieken kaart die 18% grijs gekleurd is, deze helpt je camera om kleuren correct vast te
leggen
→ een goed belichte foto wordt geijkt op 18% grijs → maar wit vlak wordt grijs, zwart vlak wordt grijs
Gebruik:
҉ Instellen witbalans volgens 18% grijs ijking
҉ Instellen belichting volgens 18% grijs ijking
KLEURENKAART
= kaart / pallet met vakjes in verschillende kleuren naar een bepaalde standaard kleurcorrectie
→ alle camera’s geven kleuren anders door, daarom heeft het ICC een standaard kleurenkaart gemaakt zodat
printers, monitors en andere apparaten de juiste kleuren kunnen weergeven
,DYNAMISCH BEREIK VAN DE SENSOR
RELEVANT
Dynamisch bereik: ruimte tussen het helderste en het donkerste punt die nog kunnen waargenomen worden,
uitgedrukt in stops (diafragma)
DYNAMISCH BEREIK VAN DE SENSOR
= de sensor bepaalt het standaard dynamisch bereik van je camera, deze kan je echter wel aanpassen met
instellingen zoals diafragma en ISO
҉ Meestal tussen 10-15 stops
҉ Grootte sensor: grotere sensor (bijv. full-frame) → groter dynamisch bereik
҉ Bits per kleur: meer bits per kleur → groter dynamisch bereik
SOORTEN BEELDDRAGERS EN OPNAMEMEDIA
RELEVANT
Flashgeheugen: niet-vluchtige vorm van extern geheugen op basis van de EEPROM-techniek.
EEPROM-techniek: Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory ofwel elektronisch, wisbaar,
programmeerbaar, alleen-lezen-geheugen is een vorm van permanent geheugen (niet-vluchtig), die wordt
gebruikt in computers en andere elektronische apparaten om kleine hoeveelheden data op te slaan.
BEELDDRAGERS
= fysiek of digitaal voorwerp waarop 1 of meerdere afbeeldingen kunnen gedragen worden
ANALOOG
NEGATIEVEN
= een afbeelding, meestal op een strip of vel doorzichtige plastic film, waarin de lichtste delen van het
gefotografeerde onderwerp het donkerst lijken en de donkerste delen het lichtst, deze strip kan je laten
ontwikkelen tot positieven of digitaliseren
POSITIEVEN
= ontwikkelde negatieven, deze geven de werkelijke waargenomen scène weer
FILMROL
= het concept van negatieven maar in een cilinder of cassette opgerold
DIA’S
= positieven op transparent materiaal zodat ze kunnen geprojecteerd worden
DIGITAAL
USB = UNIVERSAL SERIAL BUS
҉ Capaciteit: 1 - 512GB
҉ Snelheid: 420mb/s
҉ Flashgeheugen
҉ Klein, duurder per GB dan externe HDD
,SD-KAART = SERVER DIGITAL
҉ Capaciteit: 1 – 512GB
҉ Snelheid: ± 300mb/s
҉ Compact, past in camera
CF-KAART = COMPACT FLASH
҉ Capaciteit: 1 - 512GB
҉ Snelheid: 512mb/s (sneller dan HDD)
҉ Voor oude professionele camera’s
҉ Compact (groter dan SSD), duur
INTERNE/EXTERNE HDD = HARD DISK DRIVE
҉ Capaciteit: 8TB
҉ Snelheid: 480mb/s
҉ Trager + goedkoper dan SSD
SSD = SOLID STATE DRIVE
҉ Capaciteit: 32TB
҉ Snelheid: + 1000mb/s
҉ Geen geluid, minder warmte
҉ Sneller + lichter dan HDD
CLOUD
҉ Internetruimte (niet fysiek)
҉ Toegankelijk met wachtwoord, elk apparaat
҉ Maandelijks abonnement
҉ OneDrive, Dropbox, Google Drive, Flickr (foto’s niet in RAW)
DIVERSE OBJECTIEVEN IN FUNCTIE VAN HET ONDERWERP EN DOELSTELLING
OBJECTIEVEN MET EEN VASTE BRANDPUNTAFSTAND
FISH-EYE OBJECTIEF
҉ Korte brandpuntafstand (10mm)
҉ Voor projectie op bolvormig scherm
GROOTHOEK OBJECTIEF
҉ Korte brandpuntafstand (22mm)
҉ Panorama, landschap
MACRO OBJECTIEF
҉ Grote brandpuntafstand (20cm)
҉ Detailfotografie
STANDAARD OBJECTIEF
҉ Brandpuntafstand gelijk met diagonaal van de beeldhoek
҉ Beginner, alle fotografie
, TELE OBJECTIEF
҉ Grote brandpuntafstand (180-200mm)
҉ Wilde dieren, sportfotografie
TILT-SHIFT OBJECTIEF
҉ Vaste verschillende brandpuntafstand (20-50mm)
҉ Gebouwen rechtzetten vanaf een laag perspectief
҉ Miniatuureffect vanaf een hoog perspectief
҉ Architectuur, interieur, urban
OBJECTIEVEN MET EEN VARIABELE BRANDPUNTAFSTAND
ZOOM-OBJECTIEF
҉ Variabele brandpuntafstand
҉ Beginner, alle fotografie
SCHERPSTELLINGSMODI (AUTOMATISCHE EN MANUELE SCHERPSTELLING)
AUTOMATISCHE SCHERPSTELLINGSMODI
ONESHOT (CANON) – AF-SINGLE (NIKON)
= camera stelt eenmalig scherp door ontspanknop half in te drukken, in de zoeker is dit scherpstelpunt rood
AI-SERVO (C) – AF-CONTINUOUS (N)
= camera stelt continu scherp op één onderwerp (ook bij beweging)
҉ Sportfotografie
҉ natuurfotografie
AI-FOCUS (C) – AF-AUTO (N)
= combinatie Oneshot + AI-Servo / AF-Single + AF-Continuous, door de ontspanknop half in te drukken stelt de
camera scherp, maar bij beweging wordt deze automatisch opnieuw ingesteld
MANUELE SCHERPSTELLINGSMODUS
= handmatig scherpstellen met scherpstelring
҉ beste optie
҉ zelf kiezen
FOTOGRAFISCHE OPNAMEWERKSTROOM (WORKFLOW)
= voorgedefiniëerd en herhaalbaar werkpatroon (verschilt van fotograaf op fotograaf)
1. Camera klaarzetten (objectief, instellingen,…)
2. Fotograferen
3. Overzetten op PC en beheer digitaal beeld
4. Openen in bewerkingsprogramma’s
5. Organiseren en sorteren
6. Bewerken
7. Exporteren
8. Publiceren, afdrukken,…