Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Grondslagen van het strafrecht (geschiedenis) €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Grondslagen van het strafrecht (geschiedenis)

2 revues
 179 vues  11 fois vendu

Deze samenvatting bevat alle te kennen leerstof van het geschiedenis gedeelte van het vak Grondslagen van het strafrecht. Ik was er met deze samenvatting direct door met een 15/20. (BELANGRIJK: op deze site zijn er een aantal dingen verschoven in het voorbeeld, maar als u het download is het nor...

[Montrer plus]

Aperçu 8 sur 26  pages

  • 5 mars 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (25)

2  revues

review-writer-avatar

Par: aukedheygere • 3 mois de cela

review-writer-avatar

Par: hebemichiels • 3 mois de cela

avatar-seller
jorenbrauwers
1. STRAFRECHTGESCHIEDENIS: DE OUDSTE SPOREN VAN HET STRAFRECHT

1.1 BRONNEN


STRAFRECHTSGESCHIEDENIS BRONNEN:
A. Materiële sporen
- Rechtsarcheologie (zoeken/opgraven voorwerpen van het verleden dat te maken heeft met het
recht)
o Rechtsarcheologische objecten:
 Gerechtsgebouwen, schandpalen, zwaarden, tortuurinstrumenten…
- Rechtsiconografie en -iconologie
o Bestudeert voornamelijk: beelden/afbeeldingen/taferelen die te maken hebben met het
recht, en bij gevolg ook boeken met bepaalde prentjes in voor een duidelijke uitleg te
geven
o Leerboeken (bv. Joos de Damhouder), gerechtigheidstaferelen…
 16de eeuw ergste eeuw van het strafrecht
 Heksenprocessen
 Verkeerde godsdienst werden ook gestraft
 ….
 Joos de Damhouder
 Recht gestudeerd in Leuven
o Gefocust op romeins wet
o Schreef een handboek over strafrecht
 “praktijk van het strafrecht”
 “strafrechtelijke praktijk”
 Hierin staat het Eeuwen oude gewoonte recht
van bij ons, romeinse recht, grondwet in.
Hierover geeft hij een overzichtelijk uitleg.
o Proces stap voor stap uitgelegd
 Boek heeft ook prentjes=duidelijkheid
o Handig voor rechters, vroeger meestal
ongeletterd
 Joos heeft veel afgeschreven van andere, plagiaat
gepleegd
o  Filips Wieland is de echte schrijver
B. Geschreven bronnen
 Formele rechtsbronnen
o Wetgeving (wetten geschreven)
 probleem: het is niet omdat iets in de wet stond dat dat ook werd
toegepast. Vb. doodstraf in België tot begin 2000 doodsstraf laatste keer na
WO2

o Rechtspraak (vonissen/uitspraak rechter geschreven) (!!!!)
 Probleem: verschriftelijkingsgraad
 Niet alle vonnissen werden opgeschreven, en als het werd
geschreven werd het dan bewaard???
o Rechtsleer (artikels geschreven door juristen over rechten)
 Probleem: de praktijk, standpunt???
 Alles wat rechtsgeleerden zegge/schrijven, is dat de PRAKTIJK of is
dat het STANDPUNT dat ze innemen



1

,  Rechtstoepassingen: in vonnissen, contracten e.a. documenten
o Probleem: strafrecht
 niet van alles aangifte,
 vervolging gebeurt niet altijd,
 minnelijke schikking (boete maar geen vervolging in rechtbank, afkopen van de
straf),
 genade (koning verleent genade, geen vervolging meer)
o dark number: de criminaliteitscijfers dat erkend zijn, zijn veel minder dan de werkelijke
criminaliteitscijfer


DE OUDSTE BRONNEN
Middellandse zee: bakermat West-Europese cultuur

 De Middellandse zee vormt het bakermat (oorsprong) van onze Westerse cultuur en dus ook het SYRAFRECHT.
 MAAR WAT IS DAAR DAN ALLEMAAL ONTSTAAN?
o Religie: Jeruzalem
 In Jeruzalem waren verschillende religies naast elkaar
  Onvermijdelijk invloed op strafrecht
o Ratio: Athene
  belangrijkste rechtsfilosofen leefden in Griekenland
o Recht: Rome
  in Rome werd een rechtssysteem ontwikkeld met belang voor het privaatrecht ontwikkeld

Waarom daar?

 Door de ontwikkeling van steden, ontwikkelen zich ook verschillende schriftenstelsels (spijkerschrift, hiërogliefen,
…) DOORDAT steden een vorm van organisatie vragen

Waar?

De eerste steden, en bij gevolg de eerste bronnen van het strafrecht ontwikkelen zich in de vruchtbare sikkel (+-
Mesopotamië)

 Rechtsteksten in vruchtbare halve maan
- 2000 v.C.
- Eerste Wetten, Wetboeken?
o De wetten in deze rechtsteksten zijn niet wetten zoals we die vandaag
de dag kennen, deze “wetten” bevatten enkel regels, het bevat GEEN
strafrechtsprocedure
o Men kan het ook GEEN wetboeken noemen, omdat je daarvoor een
WETGEVEND systeem voor nodig hebt (wetgevende macht), en die
bestaat nog NIET in die tijd.
 De koning legt de regels wel op en gebruikt God is legitimatie (ik mag die regels opleggen,
omdat God dat van mij wilt. “ik vervul zijn opdracht”)
- Veel aandacht voor “publiekrecht”
o Men stelt zich de vragen
 ‘hoe gaan we een staat organiseren?’
 ‘hoe gaan we straffen?’
 …
- Redactie? toepassing?
o We weten ook niet Wie de teksten heeft geschrevenen (redactie?) en of deze teksten ook van
toepassing waren
 Hierdoor ontstaat een Gevaar: Hineininterpretierung: wij weten niet wat ze bedoelde
met de oude teksten. Wij denken als MODERNE mens om oude teksten te begrijpen, wij
moeten de context zien. = Met onze ideeën van vandaag oude teksten begrijpen

2

,Legitimatie van recht en macht

 Legitimatie van de rechtsregels die de vorst heeft opgesteld, en de macht van de vorst is zeer
belangrijk
o De vorst moet namelijk zijn macht kunnen ‘verkopen’ aan het volk
o WEBER stelde hierbij 3 gezagstypes (!!!!)
o Max weber: waarom aanvaarden we een bepaalde macht?
 3 redenen (weberiaanse categorieën):
 De rede/rationele legitimatie (als iemand redelijk is)
 Charismatische legitimatie
o Macht aanvaarden omdat van die macht een uitstraling vanuit
gaat
o Imponerend
o Macht, gezag, kennis uitstraalt
o Bv: hitler, romeinse keizer,…
o Probleem: wanneer ze sterven is het gedaan met dat
charisma, dus volgt er een crisis over de opvolging
o Godsdienst speelt vaak een rol hier. Jullie moeten luisteren,
want God heeft mij uitgekozen.
o Doorheen de geschiedenis heel belangrijk geweest
 Traditionele legitimatie
o Synoniem: Praktische legitimatie
o = We aanvaarden de dingen die er zijn, omdat ze er gewoon
zijn, Wij hebben nooit iets anders geweten
 Later werd hier ook nog “actieve legitimatie” aan toegevoegd
 Bijvoorbeeld
o propagandavoering


RECHT KOMT VAN DE GODEN = IS DE VOORNAAMSTE LEGITIMATIE DOORHEEN DE JAREN
Een voorbeeld hiervan is de codex (van) Hammoerabi (!!!)

 18e eeuw v.C. : Hammoerabi is een vorst die na heel wat militaire veroveringen een gecentraliseerd
rijk uitbouwt waarbinnen hij een ‘recht’ laat gelden a.d.h.v
o Goddelijke legitimatie:
 hij heeft het recht gekregen van de zonnegoed (Samas)
 Deze God heeft het recht aan mij gedicteert
 DUS ik mag straffen omdat ‘God’ dat toelaat
 Heerser/vorst zijn is een goddelijke taak om die goddelijke regels toe te passen
 Hij stelt dus de Codex op (Codex Hammoerabi)
o De inhoud van deze “codex” is wereldlijk
 WERELDLIJK  betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name
het hiernamaals of de kerk
 MAAR IS DE “CODEX” HAMMOERABI wel een ECHT WETBOEK/CODEX?????
o NEEN deze “codex” is noch formeel noch materieel GEEN werkelijke codex!!!!
 Deze “codex” is niet EXHAUSTIEF (het is niet allesomvattend, niet alles zit erin)
 Deze “codex” is niet SYSTEMATISCH
 (er zit geen systematiek/orde in, verschillende “rechtstakken” lopen door
elkaar)
 Deze “codex” bevat zowel wetten als gewoonte



3

, o MAAR wat moet een “ECHT” wetboek dan wel zijn??
 Een WETboek
 = is een rechtstekst met WETTEN in
o Alle wetten hierin gaan over bepaalde takken
o Elk tak wordt behandeld in een wetboek
 Per tak 1 wetboek
 DAT WILT WEL ZEGGEN DAT Onze wetboeken zijn niet
echt wetboeken zijn, omdat er soms meerder takken
in 1 wetboek staan
 Moet systematisch zijn
o Er moet een bepaalde systematiek in zitten, een orde in zitten
 Moet Formeel exhaustief zijn
o = Uitputtend, het staat er allemaal in. Het bevat alles. Alles
moet erin
 Is dat mogelijk?
 Nee alles evolueert, we krijgen ook nieuwe
problemen. Materiële exhaustief gaat niet.
 Formele exhaustief wel, het wetboek heeft
voldoende principes om problemen om te
lossen

o Zijn Strafrecht
 gaat uit van het Talio-principe (oog om oog tand om tand)
 Voorbeeld: Als iemand een been gebroken heeft van een vrij man, zal
men hem eveneens een been breken
 Ook gaat het uit van een Standenmaatschappij
 Waarbij verschillende standen, verschillende rechten hebben
o Voorbeeld: Als een metselaar een huis voor iemand gebouwd
heeft, en als hij zijn werk niet verstevigd heeft en het instort
en de eigenaar sterft moet de metselaar ook dood.

 DUS grondslagen/basis:
- Recht = macht
- Goddelijke/religieuze/charismatische legitimatie van het recht




4

,2. DE VROEGE MIDDELEEUWEN

2.1 RECHTSREEKSE INVLOED ROMEINS RECHT?


OUDSTE JURIDISCHE BRONNEN IN ONZE REGIO
De oudste juridische bronnen in onze omgeving zijn vooral afkomstig vanuit:

o “Rechtsleer” (door romeinse ogen: Tacitus, Caesar)
o “Wetgeving” (optekeningen door “geromaniseerden”)
 Gewoonte recht van de romeinen zijn opgeschreven: in het Latijn
 Deze optekeningen zijn niet altijd 100% correct


ROMANISERING + HOSPITALITAS
In onze regio’s/gebieden was er een BEPERKTE “romanisering”
 Romanisering was het proces waarbij de door Romeinen onderworpen volken geleidelijk de
Romeinse cultuur, gewoonten en taal (het Latijn) overnamen.
En de zogenaamde ‘hospitalitas’ ontstaan
 Romeinen stellen aan de Franken (Barbaren): ‘goed, kom maar bij ons MAAR je helpt ons in de
oorlogen tegen de Germanen + beschermt onze grenzen’
o Nadeel: haalt de vijand binnen + Franken behouden hun eigenheid


476: VAL VAN HET WRR (WEST ROMEINSE RIJK)
De Germanen sijpelen het gebied dan toch langzaam binnen en bij de aanval op Rome in 476 zorgt dat voor de
val van het WRR. Door de onkunde en de nalatigheid die daarmee gepaard gaan, verdwijnen heel wat dingen:

- Centralisme (1 rijk, 1 leider, 1 hoofdstad)
- Bureaucratische administratie (democratie)
- Staat als magistratuur
- Cultuurcocktail (Grieks denken, Romeins recht, Byzantijns charisma)
- Universalisme
- Christendom = staatsgodsdienst (ketterij majesteitsschennis)


DE MACHT VAN DE KERK
De macht van de kerk is en blijft een constante doorheen de jaren, maar hoe komt het nu dat die zoveel macht verworven
heeft

 Tolerantie: edict van Milaan (313, Gelijkheid geloofsovertuiging) = belangrijk element
o Ervoor werden christenen vervolgd, maar door dat edict verwerven ze steeds meer macht
 In (392): christendom wordt een Staatsgodsdienst (392)

- Kerk: eigen hiërarchische structuur
o Bisdommen = civitates
o Concilie = senaat
o Ecclesia vivit lege Romana
 Leven volgens het Romeins recht


- Kerk: eigen rechtbanken (officialiteiten = kerkelijke rechtbanken)
o Van zodra iemand van de clerus ergens betrokken bij was (doofpot operaties)
o Nu nog altijd, vb. ongeldig laten verklaren van huwelijk


5

, - Kerk: eigen recht
o = canoniek recht
 = Leefregels in de kerk
 Rechten en plichten van alle medewerkers in de kerk (bischoppen,… maar ook gelovigen)

- Kerk: Cultureel superieur
o Drager van: taal (Latijn) en cultuur (schrift)

- Kerk: Houder van gronden en (dus) macht

- Kerk heeft: Actieve propaganda  de kerstening (heel Europa Christelijk maken)

 Kerstening is het historische bekeren, vaak massaal, van niet-christelijke (veelal heidense)
volkeren tot het christendom

2.2 GERMAANS RECHT: GEWOONTERECHT
Germaanse stammen sijpelen langzaam binnen (=indringers/autochtonen) in het Romeinse Rijk, maar zij hebben hun
eigen gewoonte en gebruiken en dat botst met het al bestaande Romeins Recht. Daardoor komt er een duale
rechtsorde: men moet een keuze maken tussen dat Germaans recht en Romeins recht.
 Het bestaande Romeins recht is geschreven, het Germaanse Gewoonterecht NIET
o Dit Leidt tot optekening van gewoonte
o Hoe werkt dat Germaanse recht dan juist? Het gaat uit van de gewoonte (= gewoonterecht) en bestaat
uit:
 Lex: het recht zelf
 Ewa: de vorm van het recht --> neergeschreven element
 Problematiek: neergeschreven door de kerk dus zijn kunnen dat naar hun
hand/voordelen zetten

Het Germaanse recht zorgt voor de val van het WRR.




Voor ONS had je ook de Franken (= Merovingers). Zij zijn aanwezig al voor 476 (val WRR) en hebben hun hoofdstad ‘hier’ in
Doornik onder leiding van Clovis.
 Ze hebben hun eigen recht namelijk het ‘LEX SALICA’. Dat bestaat uit:
o Een “Salische wet” als erfopvolging:
 Vorsten kunnen opgevolgd worden, door hun zoon (alleen mannen dus)
o Een Salische wet als formele rechtsbron:
 ‘dit is nu het recht waar alle Franken zich aan moeten houden’
 Clovis is in het eerste opzicht niet gelovig, maar gaat toch een alliantie aan met de kerk door zijn gelovige vrouw
en hij organiseert concilies waarmee hij de kerk een zekere legitimatie geeft.

2.3 STRAFRECHT BIJ DE FRANKEN

 Het strafrecht bij de franken bestaat de “LEX SALICA”
o Tarievenboek voor misdrijven
 Als je dat misdrijf pleegt, zal je zoveel geld moeten betalen)
o Het is GEEN “grondwet”, NOCH “wetboek”
 STRAFrecht is niet publiek (examen) = privaatrecht in deze tijd
o Formeel strafrecht (procedure regels): geen publieke vervolging
 Dat wilt zeggen dat de overheid NIET vervolgt, de vervolging is de taak van de familie
 Wraak voor familie is belangrijk vb. zus vermoord dan proberen zus andere familie
te laten vermoorden
 Accusatoir recht = beschuldigen
o Ene partij tegen de andere, zonder overheid
o Materieel strafrecht:
 Faidus (vergoeding voor familie) belangrijker dan Fredus (Schadevergoeding vorst/overheid)
 Eerder schadevergoeding dan boete

6

, o Hoe verklaren?
 Demonische-magisch/ natuurgebaseerd wereldconcept (natuur = kracht, goden)
 De clan (sippe (uitgebreide familie), etnie) is de drager van deze krachten
 Verstoring van die (familiale, niet statelijke) orde vraagt om herstel

 Functie strafrecht: herstel orde
o Eerste fase: bloed voor bloed  de bloedvete
 De magische kracht verloren door dood: zelf doden brengt nieuwe kracht (kan dus een
onschuldige zijn!)
 Wanneer iemand in je familie bijvoorbeeld vermoord wordt, dan verlies je aan
kracht, wanneer je zelf gaat terug moorden, herstel je die klacht
 Vergelding/wraak
o Latere fase: kracht voor kracht  afkoop van de vete
 Nog geen geld, maar vee, wapens, gebruiksvoorwerpen…zelfs een persoon
 Onderhandeld voor het “ding” (later “wettelijk” bepaald)
 “ding” = proces waar men samenkomt
 Bevestigd door een eed

o Blijft steeds: gevolgaansprakelijkheid (!!!!)
 Wat is het gevolg van wat men mij heeft aangericht

2.4 GERMAANSE BEWIJSRECHT IN STRAFZAKEN

 Principe: één partij toegelaten tot aantonen van bewijs (de slachtoffers)
o Er zijn 2 soorten bewijzen
 Eed: onschuldigseed (eventuele met eedhelpers)
 Door te zweren dat ik het niet heb gedaan, en soms eedhelpers. Mijn
familie/groep/gemeenschap zweert het ook
 Bij meineed, zou je gestraft worden door god
 Godsbewijzen (irrationele bewijzen), zoals:
 Iudicium crucis (= Oordeel van het kruis)
o De 2 partijen moeten de vorm van een kruis maken. En de partij die het het
langste volhoud heeft de steun van God = niet schuldig
 Koudwaterproef, heetwaterproef, gloeiend ijzer…
o Koudwaterproef: wij verdenken iemand dat het een heks is (relatie met
duivel).  de heks wordt vastgebonden en in het water gegooid.
 Als ze blijft drijven  schuldig
 Niet drijven  niet schuldig
o Heetwaterproef/gloeiend ijzer
 Met je hand een gloeiend staaf vasthouden of je hand in heet
water steken
 Je verbrand dus. Er wordt een wikkel om gedaan
 Je gaat naar huis. Naar 3 dagen terug naar rechter en als je wond
goed aan het genezen is  onschuldig
 Als je wond niet goed geneest  schuldig
 Duel
o Gerechterlijk duel: duel dat bevolen wordt door de rechtbank
o Om te bewijzen wie er gelijk heeft moeten de 2 partijen vechten tegen
elkaar
 Je moet niet altijd zelf vechten. Je kan ook een ‘kampioen’
inroepen die voor jou vocht.
 Niet tot dood. Maar als 1 van de partijen verwond is en bloed. Is
die ook schuldig




7

, 3. DE LATE MIDDDELEEUWEN  MANIER VAN DENKEN FUNDAMENTEEL VERANDERT!!!

3.1 BRONNEN VAN HET STRAFRECHT

Vergeet de “vijf” rechtsbronnen
 Gewoonte, rechtsleer, rechtspraak, wetten en algemene rechtsbeginselen
 Dit is iets hedendaags, bestond niet tijdens de middeleeuwen
Tijdens deze periode maakte ze wel een onderscheid tussen;

 Ongeschreven rechtsbronnen
o De gewoonte  belangrijkste rechtsbron in deze periode
 Het gewoonterecht
  traditie, wij hebben niets anders geweten. Het is een gewoonte
o Bewijs van het eeuwen oude gewoonterecht
 Precedent
  een specifiek geschil vervolgens als algemene regel
 Gebruiken een vorig geschil als algemene regel, dus
dat bewijs dat “wij het altijd al hebben gedaan”
 Turbe  bewijsmiddel/commissie voor de rechtbank
 Hoe ga je het bewijzen
o 10 mannen (getuigen) zullen unaniem
verklaren dat de regel zo is (ze komen
overeen)
o (De moraal, religie, verhalen,..)
 Meeste rechtsbronnen zijn ongeschreven en vooral onder invloed van de moraal van die tijd,
religie van die tijd, en verhalen,…

 Geschreven rechtsbronnen
o Stedelijke en andere keuren
 “ascending theory of power”
 Steden (met hun burgers) bezitten in deze periode een bepaalde macht, en zijn dus
een machtsbron en een tegengewicht t.o.v hun vorst.
 De gemeenschappen/steden maken hun eigen wetten, dus niet alleen de vorst
o = Ascending tehroy of power (van beneden naar boven)
o Vorstelijke wetten
 “descending theory of power”
 Om chaos te vermijden zal de koning proberen het recht als politieke macht op te
leggen
  wetten komen van boven

o Late Middeleeuwen: receptie geleerd recht (!!!)
 In de late middeleeuwen is er een receptie van het geleerd recht (recht van de Romeinen)
 Recht van de romeinen die herontdekt wordt, en ook terug aangenomen (receptie)

Er rijst zich wel de vraag of men eigenlijk wel Gebondenheid is aan “de wet”?

 Ja, voor een aantal specifieke misdrijven
o Wat die staan in afspraken duidelijk vermeld wat het gevolg daarvan is
 Globaal gezien nee, want geen motivering van de rechters
o Gewoon aanduiden of je schuldig bent of niet, geen bewijs leveren waarom ze vinden dat je schuldig
bent of niet DUS kan je ook schuldig verklaard worden zonder dat er effectief beroep werd gedaan op
het recht.
 Lokt dus willekeur uit



8

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jorenbrauwers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  11x  vendu
  • (2)
  Ajouter