H2: WAT IS DIERENWELZIJN
DEZELFDE VISIE OVER DEF. WELZIJN IS BELANGRIJK
› Veel discussie wat welzijn juist is
› Vaak wordt dit gedaan uit ieder zijn interpretatie
VERDUIDELIJKEN WAT WELZIJN INHOUD
› Mnr. waarop men de term ‘welzijn’ definieert, heeft uiteindelijk invloed op de manier waarop het kan w.
toegepast of hoe dit wordt gemeten
Vers. in attitudes & visies. Het varieert in tijd & ruimte (India koe heilig, bij ons voor de slacht & honden
werden vroeger gebruikt als last dier, nu zijn deze heilig als huisdier)
› 1ste: de toestand van het dier, welke men kan uitdrukken op een schaal van goed tot slecht
(The animal welfare continuum)
› Vele vers. definities, MAAR twee duidelijke stromingen;
Biologisch functioneren (Biological Function School)
Affectieve-emotionele beleving (Feelings School)
› “Animal welfare is the state of an animal as regards its attempts to cope with its environment” (Broom, 1986)
Dierenwelzijn is de toestand v/e dier met betrekking tot zijn pogingen om met zijn omgeving om te gaan
BIOLOGISCH FUNCTIONEREN
› Begindagen dierwelzijnswetenschap (Jaren 80-90)
› Parameters: stress, groei, overlevingsdrift,..
= Dieren moeten biologisch goed functioneren met een voldoende gezondheid, groei & normaal functioneren van
hun fysiologische systemen & gedragssystemen
BROOM (1986)
› Dierenwelzijn is de toestand ve dier met betrekking tot zijn pogingen om met zijn omgeving om te gaan = coping
› Aan/afwezigheid van een stressrespons
› Goed copen eustress, controleerbaarheid & voorspelbaarheid omgeving (H4.1)
› WELZIJNSPROBLEEM;
Wnr aanpassingsvermogen w. overschreden distress (neg. stress) Pos. stress = eustress
Slechte coping met de omgeving/situatie Bv. de lichamelijke stressreactie bij
lichamelijke beweging of bij seks
fysiologisch & psychologisch uit balans
aanpassingen niet meer voldoende om terug in evenwicht/homeostase te komen
Biologische kost: verminderde groeiefficientie, repro., gezondheid te weeg brengen (te meten
parameters om welzijnsprobleem te onderzoeken) + gedragingen die geen adaptieve waarde hebben
› NADEEL PERSPECTIEF
Dier in een negatieve emotionele toestand (vb. eenzaam, gefrustreerd) terwijl dier toch fit & gezond
1
, Voorbeeld; Model Fraser
Kippen in zeer groot bedrijf
(duizenden) veel agressie,
verwondingen kunnen niet copen
Grote carnivoren in dierentuinen
kleine homeranges VS. in wild groot
stereotype gedrag
slechte coping, geen
overeenkomstige aanspassingen
AFFECTIEVE TOESTAND
› Dit welzijn heeft te maken met gevoelens/affectieve ervaringen, waarbij de …
Welzijnstoestand waarschijnlijk neg. is wnr de overheersende affecten die w. ervaren onplezierig zijn
Welzijnstoestand waarschijnlijk pos. is wnr de affectieve ervaringen overwegend pos. zijn
› Emotionele toestand van dieren indirect & objectief gemeten door o.a. gedragsmetingen, cognitieve bias
testen of a.d.h.v. neurologische & fysiologische maten (H4.2)
› The animal welfare continuum
DAWKINS (1998)
› Zich bekommeren om dierenwelzijn is zich bekommeren om de subjectieve gevoelens van dieren, in het bijzonder
onaangename subjectieve gevoelens waaronder lijden & pijn
DUNCAN (1993)
› Noch gezondheid, noch gebrek aan stress, noch fitness zijn voldoende om te concluderen dat een dier een goed
welzijn heeft Welzijn is afhankelijk van wat een dier voelt
NATUURLIJK LEVEN
› Dier mogelijkheden bieden om pos. emoties op te wekken & neg. emoties tot een min. te beperken, door het
aanbieden van mogelijkheden om natuurlijke, soortspecifieke gedragingen te vertonen
› Afstemmen van mnr. van huisvesten, hanteren & verzorgen op hun gedragskenmerken & zintuiglijke vermogens
Leefomgeving van dieren biedt overleving-ondersteunende & overlevings-belemmerende omstandigheden,
waarbij er positieve & negatieve affecten aan de omgeving worden toegekend (& dit om de
overlevingskansen te vergroten)
Vb. bejaagde zebra (neg. emotie) door leeuw (pos. emotie) in natuurlijk leven voor zebra, maar neg.
gevoelens beperken in gevangenschap/ bosbranden
DEFINITIE DIERENWELZIJN
› Verwijst naar de toestand van een dier, welke men kan uitdrukken op een schaal van goed tot slecht.
› De vers. criteria in het oog houden hierbij
2
, HUIDIGE ETHISCH-WETENSCHAPPELIJKE VISIE OP DIERENWELZIJN
› Huidige wetenschappelijke & ethische bezorgdheden* over dierenwelzijn
Mooi uitgedrukt in de volgende drieledige definitie (FRASER, 1997)
1) Dieren moeten een natuurlijk leven kunnen leiden waarbij ze hun natuurlijke adaptaties &
capaciteiten kunnen ontwikkelen & kunnen uitdrukken.
2) Dieren moeten zich affectief-emotioneel goed voelen door vrij te zijn van langdurende & intense
vrees of angst, pijn en andere negatieve gevoelens, & door normaal plezier te beleven.
3) Dieren moeten biologisch goed functioneren met een voldoende gezondheid, groei & normaal
functioneren van hun fysiologische & gedragssystemen
Omvatten de 3 bezorgdheden samen (sleutelwoorden);
Natuurlijk: ethogram, natuurhistorie, adaptaties
Affectief – emotioneel: gevoelens, positief welzijn
Biologisch – fysisch: lichamelijke integriteit, gezondheid, groei, stress
Grote overlap vers. visies complementerend & overlappend
Happiness depends on how an animal feels
Welzijn dieren samenwerking met ander model fraser (copen, adaptaties om te kunnen omgaan met uitdagingen)
› Affectieve welbevinden niet persee goed, bij natuurlijk leven/biologisch functioneren
Bv. als een dier een ziekte heeft waar hij niet onder lijdt
Niet elk natuurlijk gedrag nodig om zich goed te voelen & voelen dieren zich niet noodzakelijk goed bij elk
natuurlijk gedrag.
Goed biologisch functioneren kans groot dat ze zich ook goed zullen voelen, maar niet noodzakelijk zo
CRITERIA METEN OF DIER ZICH GOED VOELT
BIOLOGISCHE FUNCTIES AFFECTIEVE STATUS NATUURLIJK LEVEN
› Toename stresshormoon › Gedragstekens wijzend op pijn, angst › Natuurlijk gedrag is te zien
› Afnemen van immuniteit respons of frustratie › Psychologische- of
› Aanwezig zijn van ziekte of › Psychologische veranderingen die pijn gedragsindicatoren die
verwonding of angst kunnen weerspiegelen aangeven dat natuurlijk gedrag
› Overlevingsratio › a er niet is.
› Groei ratio › Gedrag dat comfort of contentement › Aanwezig zijn van abnormaal
› Reproductief succes doet vermoeden gedrag
3
, VOORBEELDEN INDELING DOMEINEN;
Subklinische mastitis (zonder zichtbare verschijnselen) Biologisch functioneren (B)
geen welzijnsprobleem doordat de affectieve toestand dier niet w. beinvloedt
(geen symptomen/pijn), ethisch gezien ingrijpen
Alleenstaand paard in stal Natuurlijk leven & affectievetoestand (E)
Wel welzijnsprobleem Paard kudde dier, affectieve staat dier beinvloed
(eenzaam, neg. emoties)
WELZIJN ANDERE BRIL ANDERE VISIE (BELANG DUIDELIJKHEID)
PROBLEMEN/MISVATTINGEN DIE GEMAAKT WORDEN BINNEN HET KADER VAN DIERENWELZIJN:
› Interpretatie is niet voor iedereen het zelfde belangrijk om welzijn in te kaderen
› Stress is niet altijd het probleem kan ook positief zijn in een bepaalde situatie (eustress)
› Vaak problemen met welzijn door slecht aangepast geraken aan omgeving
› Niet altijd goed voelen bij natuurlijk gedrag
› Niet altijd slecht voelen bij onnatuurlijke gedrag
ANDERE BRIL ANDERE VISIE (P19 CURSUS):
› Informatie van een dier kan op vers. manieren geïnterpreteerd w.
› Studie van dierenwelzijn vraagt multidisciplinaire benadering Inzicht in:
Lichamelijk functioneren
Natuurlijk functioneren
Emotioneel functioneren
Ethische afwegingen
› Dierenwelzijn = mozaïek, regenboogbegrip interpretatie v/h begrip heel vatbaar voor persoonlijke inkleuring
Noot: Domein waar ethici, biologen, dierenartsen, psychologen, … elkaars kennis aanvullen & blikken verruimen
VOORBEELD;
› Open VS. gesloten productiesystemen
› Elk productiesysteem heeft zijn eigen voor & nadelen:
Open PS minder abnormaal gedrag vertonen
Gesloten PS sneller groei% (gecontrolerd sys vb. voeder)
Gesloten PS betere bescherming predatie
Open PS meer natuurlijk foergaeergedrag
Bestaat geen ECHTE welzijnsmaat altijd bep. aspecten uitkiezen beinvloed door visie
PRACTICE-BASES IS NOT EVIDENT-BASED (P30 CURSUS):
› Praktijkgebaseerde kennis wetenschappelijk gebaseerde kennis
› “Er zijn geen problemen” vaak ‘ik zie geen probleem’
vb. jaren zorgen voor zebra’s zonder te beseffen dat hun slaapkwaliteit slecht is (welzijnsprobleem)
Pas na het invoeren van meer ruimte & betere ondergrond plots wel plat rusten & overdag speelser
Was een - voor jou niet zichtbaar – probleem
Soms weet je dit niet je kan niet vergelijken met voorheen
› Veel gangbare huisvestings- & verzorgingspraktijken gebaseerd (‘best practice guidelines’) op mythe & traditie
Stelt deze niet fundamenteel in vraag
Zijn ‘current practices’ die niet onderbouwd zijn door empirisch bewijs
› Mensen die lang met dieren werken, hebben niet perse meer inzicht in welzijn meestal een lager empathie
tegen over dieren
4