Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Eindtermen 'Wetenschapsfilosofie' €5,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Eindtermen 'Wetenschapsfilosofie'

 10 vues  0 achat
  • Cours
  • Type

Dit document bevat de belangrijkste aspecten van de wetenschapsfilosofie. Alle belangrijke begrippen heb ik zo uitgebreid mogelijk verwerkt (de grijze tekst). Delen informatie komen uit een leerboek van 'Durf te Denken'.

Aperçu 2 sur 6  pages

  • 25 février 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
Eindtermen Wetenschapsfilosofie – H4 DTD + delen uit H7
Centrale begrippen

Centrale begrippen worden nauwelijks letterlijk gevraagd in het CSE (Centraal Schriftelijk
Eindexamen). Je moet ze wel begrijpen en kunnen gebruiken in toepassing en in inzicht. Bij
het uitleggen van de begrippen gaat het er dus niet primair om de letterlijke betekenis, maar
dat je laat zien dat je ermee uit de voeten kunt. De begrippen moet wel correct en zorgvuldig
geformuleerd worden en door jou begrepen worden.

Centrale vragen:

1. Welke vormen van wetenschap bestaan er?
2. Wat kun je met wetenschap te weten komen en wat niet?
3. Wat maakt wetenschap tot een goede wetenschap?

Wetenschap is het geheel van kennis dat voortkomt uit de menselijke activiteit om de wereld
te onderzoeken en betrouwbare kennis te vergaren.

Leg de volgende begrippen uit:

1. Een indeling van de wetenschappen
a. Natuurwetenschappen zijn natuurkunde, scheikunde, kosmologie, geologie,
etc. Ze bestuderen het universum en de levenloze natuur
b. Levenswetenschappen zijn biologie, genetica, ecologie, geneeskunde, etc. Ze
bestuderen levende wezens
c. Menswetenschappen zijn psychologie, sociologie, economie,
rechtsgeleerdheid, geschiedenis, etc. Ze bestuderen de menselijke mentale
vermogens en hun producten.
d. Formele wetenschappen zijn logica, wiskunde, statistiek, etc. Ze bestuderen
abstracte entiteiten.
2. Voorwaarden zijn vooraf vastgestelde bepalingen waar je rekening mee moet houden
a. Noodzakelijke voorwaarde is een voorwaarde waarbij het relevante gevolg
misschien niet optreedt, je hebt dus meerdere voorwaarden nodig
(onderdeterminering).
b. Voldoende voorwaarde is een voorwaarde die zonder andere voorwaarden
leidt tot het relevante gevolg. Er kunnen dus niet andere voorwaarden zijn die
deze voorwaarde aanvullen. Er kunnen wel voorwaarden zijn die leiden tot
hetzelfde relevante gevolg (overdeterminering)
3. Rechtvaardigingsvormen zijn manieren om hypothese te toetsen.
a. Verificatie is als je opzoek gaat naar empirische waarnemingen die jouw
hypothese bevestigen.
b. Falsificatie is als je opzoek gaat naar empirische waarnemingen om je
hypothese te ontkrachten.
4. Redeneervormen zijn manieren om tot een hypothese, stelling of conclusie te komen.
Een redenering ontstaat door alle denkstappen bij elkaar te nemen en die tot een
conclusie te vormen. In de filosofie noteer je een redenering als volgt. Premisse: één
denkstap in je redenering (P1, P2, etc.), Conclusie: de conclusie van je redenering
(C). Tussen de premisses en de conclusie komt een streep om ze van elkaar te
onderscheiden.

, a. Intuïtie is dat je iets aanvoelt zonder dat je dat bewust hebt beredeneerd. Dit is
de minst zekere redeneervorm, want dit is voor de wetenschap niet
betrouwbaar, omdat je er geen echte argumenten voor kunt geven.
b. Abductie is dat je van een waarneming (waar je zelf niet bij was) een
mogelijke verklaring maakt. Inference to the best explanation is een andere
vorm van abductie waarbij je verschillende mogelijke verklaringen naast
elkaar legt en kiest welke de meest logische is.
c. Inductie is dat je van een aantal specifieke waarnemingen een algemene
theorie opstelt. Hierbij geld dat als jouw premisses waar zijn, jouw conclusie
niet pre se waar hoeft te zijn.
d. Deductie is dat je van een algemene regel een specifieke conclusie trekt.
Hierbij zijn Axioma’s van belang (altijd op P1). Dat zijn stellingen waarvan
we hebben afgesproken om voor waar aan te nemen, bijvoorbeeld: alle
mensen zijn sterfelijk. Hierbij is het dus wel zo dat als je premisses waar zijn
je conclusie ook waar moet zijn.
5. Psychoanalyse is het nemen van een interpretatie van menselijke mentale problemen
doormiddel van gesprekstherapie. Hierbij worden verlangens en driften gekoppeld
aan jeugdtrauma’s en handelingspatronen. Volgens Sigmund Freud heeft een mens
een indeling van zijn bewustzijn en die is als volgt (voorbeeld pseudo-wetenschap):
a. Bewustzijn (EGO) = wat jij ziet als ik
b. Onderbewustzijn (ID) = (onderdrukte) verlangens
c. Bovenbewustzijn (SUPER EGO) = moraal (normen en waarden)
6. Wetenschapsfilosofie
a. Descriptief is beschrijvend hoe de wetenschap werkt
b. Normatief is voorschrijvend hoe de wetenschap zou moeten werken
7. Theorie is een samenhangend en coherent geheel van verklaringen over de wereld,
dat uitvoerig is onderzocht en een empirische basis heeft (op feiten berust). Het is dus
een verklaring voor een feit.
8. Grondslagen is de basis waarop je een theorie bouwt.
9. Scheermes van Ockham (zie H7) is een theorie waarbij men zegt dat je het niet
ingewikkelder moet maken dan dat het is.
10. Hypothese / nulhypothese
a. Hypothese is een voorlopige verklaring voor een theorie, deze heeft dan ook
een voorlopg karakter en niet verwerkt in een samenhangend netwerk. Vaak
vergelijken onderzoekers meerdere hypothesen met elkaar.
b. Nulhypothese is als er geen twee alternatieve hypotheses zijn en je dus
aanneemt dat er niets aan de hond is (standaard aanname).
11. Empirische basis is een onderzoek dat gebaseerd is op waarnemingen.
12. Demarcatie
a. -probleem is wat is echte en neppe wetenschap (zie pseudo-wetenschap)
b. -criterium is een ‘eis’ waaraan je kan meten of iets echte wetenschap is of niet.
13. Pseudo-wetenschap is een ander woord voor nep-wetenschap, deze kun je meestal niet
weerleggen met tegenbewijs. Vaak nemen onderzoekers van zo’n wetenschap alleen
de ‘gunstige’ kennis voor lief. Pseudo-wetenschap dekt zich in tegen kritiek, terwijl
een goede wetenschap juist openstaat voor kritiek. Andere strategieën die vaak
gebruikt worden bij pseudo-wetenschap zijn vaagheid en ambiguïteit.
14. Hypothetisch-deductieve methode is een wetenschappelijke methode waarbij
wetenschappers met hypothese werken een daaruit beweringen proberen af te leiden.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aelieberom. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,48
  • (0)
  Ajouter