Via de lessen LO willen we voornamelijk het bewegingsgedrag van de leerlingen stimuleren en zo hun motorische
competenties ontwikkelen. Bovendien draagt het regelmatig en voldoende bewegen bij tot het ontwikkelen van een
gezonde en veilige levensstijl. Doelen rond zelfredzaamheid en sociaal-emotionele ontwikkeling kan je terugvinden
in het leerplan bij het onderdeel zelfconcept en sociaal functioneren. Onderzoek geeft aan dat een tekort aan
beweging een ongunstige weerslag heeft op de motorische
ontwikkeling Tijdens de jaarlijkse verkeersveiligheid actie stel je
tijdens les Lo-lessen 'werken met rollend en glijdend
materiaal' een verkeersstraatje op. Dit initiatief kadert
Realisatie leerplan
binnen het mesoniveau van je school. Niet waar
- Microniveau= voorbereiding – uitvoering – evaluatie van lessen
- Mesoniveau= inhoudelijke invulling van totale vakgebied
- Macroniveau= mee zijn met actuele maatschappelijke thema’s – onderwijsvernieuwing
In staat om kritisch te benaderen
Psychomotorische ontwikkeling
- Bewegend ontdekken van zichzelf en omgeving
- Methodologische richtlijnen (wat kind moet kunnen op bepaald leeftijd)
oSchoolse vaardigheden
oMotorische ontw= pre-schoolse vaardigheden
oPsychomotoriek= bewust vanuit de hersenen gestuurde beweging
oZintuigelijke ontw= vertellen wat er buiten jou gebeurt
oPrimitieve reflexen= overlevingspakket reflexen
Psychomotorische ontw: Perceptie
- Opnemen en verwerken van informatie
- Wereld kennen – ordenen – begrijpen
- Structuren= hoe complexer de taak, hoe meer hersendelen erbij betrokken zijn
oWaarnemingsstructuur
Lichaamsperceptie= kennis lichaam & vorming lichaamsschema
Tijds- en ruimteperceptie= kennis van buitenwereld
oVerwerkingsstructuur
Prikkels van waarneming worden verwerkt tot gekende of nieuwe bewegingen
oUitvoeringsstructuur
Beweging uit waarnemingsstructuur wordt automatisme
- Visuele perceptie
oFiguur-achtergrondwaarneming (F.A.)
Figuur is centrale aandacht – andere prikkels is vage achtergrond
oVisuele discriminatie (V.D)
Kleine verschillen onderscheiden
oRuimtelijke positie (R.P)
Positie voorwerp in ruimte vind plaats in relatie ruimte
- Auditieve perceptie
oGeluid-achtergrondwaarneming (G.A)
Aandacht focussen op 1 geluid
, oAuditieve discriminatie (A.D)
Onderscheid maken van verschillende geluiden
Psychomotorische ontw: Lichaamsperceptie
- Het bewust zijn van eigen lichaam met alle onderdelen (= zelfbewustzijn) Geautomatiseerd: fietsen
Proberen: fietsen zonder handen
- Ontplooiing lichaamsschema staat centraal
Experimenteren: stadsfiets -> mountainbike
- Lichaamsplan (LP) Bewegingservaring: tussen paaltjes fietsen
oBewegingspatronen die geautomatiseerd zijn
oActieschema wordt uitgebreid: proberen – experimenteren – bewegingservaring
oDoelstellingen
Statisch: houding aannemen zonder te bewegen
Dynamisch: bepaalde beweging uitvoeren
Evenwicht & remvermogen: kunnen stoppen op bepaalde plaats & tijdsstip
- Lichaamsbesef (LB)
oBewustzijn van lichaam & houding
oDoelstellingen
Kennis & bewustwording van lichaams(delen)
Kennis & bewustwording van lichaamshouding & -assen
Kennis & bewustwording van beweging
Lateralisatie
Bewust worden & beheersen van dissociaties + juist gelokaliseerde bewegingen (synkinesiën & dissociatie)
Bewust worden van (ont)spanning & ademhaling
Psychomotorische ontw: Ruimteperceptie
- Waarnemen – structureren – handelen ifv de ruimte
- Soorten ruimte
oWerkelijke/fysieke ruimte: alles op ware grote
oVerkleinde ruimte: verkleining werkelijke ruimte (poppenhuis – speelgoed auto)
oAfgebeelde ruimte: foto – tv – tekening
oAbstracte ruimte: hoogte & diepte ontbreken (plattegrond – plan)
oRuimte op voorstellingsvlak: fantaseren waar meubels staan
- Ruimte-oriëntatie (RO)
oVoorwerpen/personen situeren in een ruimte
oImpulsen & doelstellingen
Plaats: lokaliseren in ruimte (achter – naar – in – tussen – voor – links…)
Afstand: ruimte tussen voorwerpen tov zichzelf inschatten (breed – dicht – hoog…)
Richting: jezelf/voorwerpen doolgericht bewegen (doorheen – schuin – voorruit – rechterkant…)
Trajecten: nauwkeurige waarneming in een baan -> combinatie met tijd + ruimte
- Ruimte-structuratie (RS)
oMentale voorstelling maken over ruimte waarin men beweegt
oDoelstellingen
Groepering: neemt meer oppervlakte in beslag
Ruimtelijk: hesje – haarrekker -> scheiding zonder hulpmiddelen
Sociaal: rekening houden met anderen
Opstelling: beeld vormen van ruimtelijke voorstelling
Zich efficiënt opstellen tov de tikker
Oriëntatie-omloop: beeld vormen van een af te leggen/afgelegde weg
Reisje rond de wereld – bewegingsomlopen – doorschuifsystemen
Psychomotorische ontw: Tijdsperceptie
- Waarnemen & structureren van elementen die in de tijd verlopen / tijd opsplitsen in ritme & beweging
- Doelstellingen
oDuur (duur meten): verbonden aan snelheid
, oTempo (snelheid): nauw verband met lichaamsperceptie
oInterval (rustmoment): staat ivm duur/ nauw verbonden met remvermogen & lichaamsperceptie
oGelijktijdigheid & opeenvolging: te maken met dissociatie & lateralisatie (welke lichaamsdelen bewegen (niet)samen)
oErvaringen met ritme & ritmische bewegingen: opeenvolging lange/korte tijdselementen
Bewegingscoördinatie
- Het precies samenwerken van verschillende spiergroepen ifv een bepaald doel
- Alle info van buitenwereld & eigen lichaam verwerken via waarnemingsstructuren
- Bepaalde situaties aangepast handelen -> ontwikkeling van bewegingsplan
- Verschillende aspecten om bewegingscoördinatie te controleren
oGlobaal-dynamische coördinatie: lopen – springen – klimmen…
oOog-handcoördinatie: handen richten wat ogen waarnemen (werpen – vangen – botsen…)
oOog-voetcoördinatie: voeten richten wat ogen waarnemen (schoppen – rollen…)
Lesopbouw
- Geheel vormen op methodologisch – organisatorisch – fysiologisch – psychologisch vlak -> kolom leerinhoud
- Voorwaarden
o 2 lesdoelen formuleren: 1 uit motorische competentie (MC)
1 uit psychomotorisch (PM) of 2e MC
Soms 3e uit fijne motoriek (FM) of een ander domein
oAangeleerde lesopbouw: groepsspel – bewegingsspel – gesloten/open omloop
oMax 3 verschillende opstellingen/organisaties per les
o(gekende) materiaal gebruiken -> toepassen in enkele/verschillende oefeningen
- Inleiding
In de motivatie kan ik de kinderen aan de hand van een bewegingsverhaal,
oGebeurt steeds klassikaal – kort maar
zin doen krijgen in de turnles Waar
efficiënt Tijdens de opwarming gebruikt ik nog geen oefeningen uit de gekozen ABV.
oMotivatie We werken immers al gans de kern rond eenzelfde ABV en dan zou de les
Nieuwe materialen aanbieden door saai worden. Niet waar
Kinderen die klaar zijn met omkleden kan je, mits duidelijke afspraken,
experimenteren en vrij spelen
zelfstandig laten bewegen in de turnzaal, terwijl je de tragere aanspoort om
Kennis maken met lesthema zich om te kleden. Op die manier verhoog je de beweegtijd. Waar
Plezier opwekken In de kern van de les bieden we het nieuwe materiaal van de dag voor het
oOpwarming eerst aan Niet waar
Van rustniveau naar arbeidsniveau
Organisatie van les en lesonderwerp ervaren door tik- en loopspelen met muziek
Hartslag (160-180 slagen/min) en ademhaling doen stijgen – spieren warm maken – algemene conditie verbeteren
Cardiovasculaire opdrachten combineren met min 1 onderdeel: vormspanning – kracht – lenigheid – coördinatie
- Kern
oLesdoelen bereiken
oVoorwaarden
Elke gekozen oefening linken aan lesdoel Herhaling + verbanden leggen met gekende
Voldoende actief (wachten + praten beperken) leerstof
Oefenstof aangepast aan leeftijd + niveau Langzame opbouw bij nieuwe leerstof
kinderen Afwisseling in leerinhouden + werkvormen
Evenwicht tussen herhaling en uitdaging
- Slot
oKalmte laten terugkeren: relaxeerde oefening of ademhalingsoefening (niet liggen en ‘slapen’)
oLesevaluatie: lesdoelen bereikt -> opdracht waarin lln geleerde vaardigheid tonen (combineren met opruimen)
oOpruimen van materiaal
- Lesgewricht
oSoepele en onmerkbare overgang ene lesdeel naar volgend lesdeel (inleiding naar kern naar slot)
oMaterieel
Nodige materialen binnen handbereik
, In inleiding toestellen en opstellingen van kern gebruiken
oOrganisatie
Laatste oefening inleiding eindigen in opstelling voor kern
oGrondvormen van beweging
Huppen/opwaarts springen = laatste opwarmingsoefening -> aansluiten bij springen over toestellen in kern
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ameliariemis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.