Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting BK2 theorie €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting BK2 theorie

 12 vues  0 fois vendu

Samenvatting van BK2: behandeling, toegevoegd onderzoek en basisfunctieonderzoek. Er wordt peestraining, proprioceptietraining, stabiliteit besproken. Oefenmateriaal en hulpmiddelen voor patiënten. En voor BFO ook screening, ICF en MDBB.

Aperçu 3 sur 18  pages

  • 22 février 2023
  • 18
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (17)
avatar-seller
Michelle0302
BEHANDELING:

Peestraining, stabiliteit en proprioceptietraining

1. Peestraining

= peesstructuur versterken (niet per se met krachttraining), herstel  pees dikker en langer maken

Pezen zijn de aanhechting van de spier op botten

Functie pees:
 Krachtoverbrenger spier-bot

Pezen kunnen meer kracht opnemen dan spieren (gezonde pees: tot 17x lichaamsgewicht)

Bouw pees:
 Geen dikke collagene massa, wel gebundelde collagene fibrillen
 Fibril = kleinste collagene stuctuur
 Collageen bundels kunnen apart bewegen
 Verschillende vliezen:
- Endotenon: bloed, bezenuwing, lymfevaten
- Epitenon
- Paratenon
 Synoviale schede rondom sommige pezen (met peesvocht)
 Alle structuren liggen in lengterichting geordend

Als pees hersteld moet het in lengterichting hersteld worden

Type 1 collageen vezels: drukkrachten opvangen  vooral dit in pezen
Type 2 collageen vezels: trekkrachten opvangen

Als er letsel pees is zal type 1 vervangen worden door type 3 vezels
 Minder goed trekkrachten opvangen
 Peestraining dus belangrijk

Vezels lopen parallel MAAR niet strak

3 regio’s in peesstructuur:
 Musculatendineuze zone
 Tendineuze zone
 Osteotendineuze zone

Waar meeste werk om probleem in pees te verhelpen? In osteotendineuze zone (hoe distaler, hoe minder
doorbloed)

Collageenbundels:
 65-85% = collageen (type I)  bepaalt trekkracht pees
 1-2% = elastine  geeft elasticiteit aan pees

Wat gebeurt er als er veel elastine in de pees gaat zitten? Pees is stevig touw (touwtje trekken, mensen spier):
kracht overbrengen, als touw elastisch zou zijn: jojo-effect (kracht onmogelijk om deftig over te brengen)

Mechanische karakteristieken van peesweefsel:
1. Kracht vs verlenging
2. Kracht peesweefsel vs kracht spierweefsel
1. Kracht vs verlenging

1

, Pees ondergaat bepaalde verlengingen:

1) Toe-fase: kracht minimaal op pees, pees op
lengte zonder te rekken om later in
oorspronkelijke toestand terug te keren
2) Lineaire fase: kracht minimaal op pees, pees
op lengte met zekere rek om later in
oorspronkelijke toestand terug te keren
3) Strain fase: kracht steeds groter op pees, pees
op lengte met zekere beschadiging
(verstuiking, scheurtjes)  failure


2. Kracht peesweefsel vs spierweefsel

Belasting die pees kan verdragen > belasting die spier kan produceren

Achillespees heeft niet veel overschot  daardoor veel blessures

Spierpees 4-8x grotere belasting weerstaan, OPGELET: achillespees slechts 1,5x


Functie peesweefsel:
 Trekkrachten overbrengen
- Soorten spierwerk:
 Concentrische spiercontractie
o Elastisiteit zo klein mogelijk  rendement zo hoog mogelijk
o Spier verkort
 Plyometrische spiercontractie
o Spier op rek en dan verkorten (springen)
o Combinatie van excentrisch en concentrisch
o Excentrisch nodig (afstoot) om concentrisch hoger te kunnen eindigen
(springen)
o Goede techniek  lenigheid optimaal
o Onvoldoende elasticiteit  weerstand groter  coördinatie lager 
energieverbruik hoger
o Elasticiteit belangrijk voor snelheid, snelkracht en explosieve kracht

Oefentherapie:
 Op lengte pees werken  stijfheid daalt, elasticiteit blijft onveranderd
 Op dikte pees werken  sterkte stijgt, maar elasticiteit daalt (stijver)

PEESTRAINING:
HOE?
 Stretching
- Effect stretching stijgt  spier meer ontspannen
- Geen pijn
 Actieve oefentherapie
- Excentrisch
 Werken op elasticiteit en grotere opslagcapaciteit  grotere belasting weerstaan
- Repetitief oefenen (30x of 40x)
 Stimuleert doorbloeding
 Collageensynthese
 groot # herhalingen met laag gewicht bij zieke pees om revalidatie aan te vatte
2. Stabilisatie en evenwicht

2

, Verschil stabiliteit – evenwicht:
 Stabiliteit:
- Gewrichtsniveau
- Proces waarbij ≠ spiergroepen een fixatie-functie uitoefenen
- Hoe stabieler een gewricht, hoe minder slijtage
 Evenwicht(svermogen):
- Gehele lichaam
- Vermogen om lichaam in een toestand van evenwicht te behouden (statisch: turnen balk) of
na een beweging deze toestand herstellen (dynamisch: schaatsen)

 Wendbaarheid:
- Vermogen om tijdens uitvoeren v sportieve beweging, op grond van waargenomen
veranderende situaties, het bewegingsprogramma a/d nieuwe situatie aan te passen

Oefeningen gelijken op elkaar, maar ander behandeldoel:
Vb. Evenwicht trainen op trampoline: ogen sluiten
Stabiliteit op linkerknie: kine zegt ‘vestig je aandacht op het niet bewegen van de knie’

Onderzoek van stabiliteit:
 SEBT (Star Excursion Balance Test)

3. Proprioceptietraining

Proprio (zelf) + ceptie (waarneming)  zelfwaarneming

Altijd patiënt bewust maken over welke regio we bezig zijn

2 soorten proprioceptie:
 Statische proprioceptie= houdingszin (bewust zijn van stilhouden segment)
- Zitten, voor je kijken en nadenken in welk houding je rechtervoet is
- Stand en positie
 Dynamische proprioceptie = bewegingszin (bewustwording van beweging)
- Beweeg linkerpink met topje van rechterduim en wijsvinger
- Snelheid en richting

Proprioceptoren:
 Gewichtsreceptoren:
- Ruffini lichaampjes: kapsel  snelheid en richting
- Paccini lichaampjes: kapsel  snelheid en versnelling
- Golgi-apparaat: ligamenten  stand en richting
- Vrije zenuwuiteinden: kapsel en ligamenten  pijn

 Spier-/peesreceptoren:
- Spierspoeltjes: spierbuik  lengteverandering en snelheid van verandering
- Golgi-apparaat: spier-/peesovergang  spanning

 Huidreceptoren

Input verwerking output


Proprioceptie Hogere hersencentra Spieractiviteit
Visuele info (ogen) Spinale reflexen
Evenwichtsorgaan Hersenstam
Traint pas proprioceptie als men bewust is van de beweging


3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Michelle0302. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79650 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
  Ajouter