Samenvatting Algemene didactiek
1. Didactiek en het didactisch model
1.1 Wat is didactiek en wat is het doel daarvan?
Afgeleid van het Griekse ‘didaskein’ en dat betekent onderwijzen. Het is een wetenschap van het
onderwijzen. Alle elementen die in onderwijs- en vormingssituaties een invloed hebben worden
bestudeerd om deze zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
Houdt zich bezig met gedetailleerde zaken (lezen) en brede onderwerpen (hoe onderwijs over 10j)
Een solide didactisch model = een voorwaarde om tot een goede les te komen
1.1.1 Het didactisch model
= vereenvoudigde en abstracte weergave van relaties tussen fundamentele componenten van
didactisch proces.
Door gebruik model de realiteit vereenvoudigd en kan als communicatiemiddel gebruikt worden.
1.1.2 Niveau’s
Nano: interacties op niveau van kind zelf
Micro: factoren op klasniveau, interacties tussen lln en lkren waar lkr rekening mee moet houden.
Meso: school en schoolomgeving.
Macro: allle invloeden vanuit de maatschappij; wetgeving ,… en impliciete en expleciete
verwachtingen die aan het onderwijs gesteld worden. Nationale en regionale onderwijsorganisatie.
Onderwijs-minister
Supraniveau: globale maatschappij
1.1.3 Twee versies van hetzelfde model?!
1981 De Corte 2006 De Corte
, 1.2 Korte toelichting bij componenten van huidige model
Omgeving + Situatie + Tijd(sgeest) + Opvoeding + Sfeer op school
Beginsituati
e
Mens – en maatschappij visie
Kla
ud
EVALUATIE met Feedback
ssf
ho
ee
rin
Op
n
r
e
me
vo
Le
ed r
en d o
Di erkv
W
UDL &
D Krachtige
ia
Gr P i d leeromgeving
ed g m oep rin
M min g en e cip =(Inter)actief
Ti kin rin e
chi k gs s en
s s vo
Kla r gedifferentieerd
Leerdoelen
Onderdelen leren begrijpen, correct leren noteren en toepassen. Dit model vooral microniveau, maar
niet los van het meso- en macroniveau.
- macro: mens-maatschappijbeeld
- meso: omgeving, situatie, tijd(sgeest), opvoeding en schoolfeer
- micro: voorhand aangepaste les obv de UDL-principes. Hierbij tracht lkr zo krachtig
mogelijke leeromgeving te creëren, waarin actief en interactief gewerkt wordt, inbouwen
differentiatie om uit alle lln het maximum te halen.
Goede les is altijd eerst leerdoelen zoeken die we willen bereiken + achterhalen beginsituatie, daarna
pas les uitwerpen die we achteraf evalueren.
variatie werkvormen, gebruiken 8 didactische principes, gerichte leerinhoud, geschikte media, de
groeperingsvormen, klasschikking, gerichtheid opvoeding, klassfeer en tijd.
Samenhang is belangrijk om tot een goede les te komen.
1.2.1 Zaken buiten het schema genoteerd op macroniveau
Mens- en maatschappij
Overheid bepaalt belangrijke onderwerpen die het onderwijs vertegenwoordigen, deze moet je
volgen als lkr. Hoe je het aanbrengt is kies je zelf.
1.2.2 Zaken buiten het schema genoteerd op mesoniveau
Omgeving
Gaat over kenmerken school en directe omgeving school. Hier kan je niet aan ontsnappen. Het wordt
mee bepaalt door de maatsch, VL OH, visie van omgeving (rijk, arm, stad, ruraal, veel verkeer, …)
,Situatie
Soms plotse gebeurtenissen die bepalend zijn voor het lesverloop. Hierop ben je niet altijd
voorbereid.
Tijd(sgeest)
Moment waarop de les valt heeft invloed op de concentratie van de lln. De tijdsgeest is ruimer;
onderwijs staat niet sitl. Vroeger had de lkr veel meer gezag. Het is belangrijk om te blijven
evolueren.
Opvoeding
Dit is een factor op meso- en microniveau. Lln hebben W&N, karakter, gewoonten, … die
meegegeven zijn van thuis uit. Ook als lkr grote invloed op de opvoeding, want hij voedt de lln op.
Invloed van thuis naar het school en omgekeerd zijn groot. Daarom is het belangrijk dat er duidelijke
regels en afspraken zijn waarin iedereen zich kan vinden.
1.2.3 Zaken binnen didactisch model op microniveau
Bepalen en formuleren van doelen
Oriënteren aan de hand van ontwikkelingsdoelen, eindtermen en leerplannen. Daarna
concreet formuleren leerdoelen. Hierbij zo veel mogelijk bijbrengen van kennis,
vaardigheden en attituden. (competenties)
Bepalen van doelen
Op voorhand weten wat lln moeten bereiken. Doelen volgens 5 criteria formuleren.
o Leerlinggericht
o Concreet
o Waarneembaar
o Minimumprestaties
o Voorwaarden
Belangrijk vanaf begin mentale voorbereiding, weet welke doelen je wil bereiken. Tijdens
opmaken, les geven weten niet vergeten wat je doel is, zo maak je niet de fout om doelen
maar half te verwezenlijken. Het geeft de lln ook duidelijkheid en weten wat er van hen
verwacht wordt.
Vaststellen didactische beginsituatie
Geheel van persoonlijke, soc, schoolse en situationele gegeven die in verband staan met de
te realiseren onderwijsdoelen van invloed kunnen zijn op het uiteindelijk vaststellen van de
onderwijsleerprocessen.
Bestaat uit lln- onderwijs en omgevingskenmerken.
- Rekening met voorkennis, motivatie, belangstelling, leerstijl, cogn vaardigheden en
metacognitie.
- onderwijskenmerken: Hoe geef ik les? = onderwijsstijl, welke media, welke
werkvormen?
- omgevings: inzicht in opleidingsniveau en soc-econ milieu ouders.
Ontwikkelen van de onderwijsleersituatie
Bij leerdoelen en beginsituatie staan leerprocessen centraal. Leren van motorische
vaardigheid anders dan vreemde taal aanleren. Bepalen welk leerproces hij bij de lln wil
activeren en hierbij rekening houden met …. (leerinhoud, werkvormen, did principes,
klasschikking, groeperingsvorm, media en de opvoedingstechniek).
, Klaschikking
Schikt klas in afhankelijk van de werkvorm die je gebruikt, maar ook wat het meest
aangenaam is. Deze schikking heeft invloed op het lesgebeuren en de klasdynamiek.
Groeperingsvorm van de leerlingen
Per lesfase of lesonderdeel zelf bepalen of de lln klassikaal, in groep of individueel laat
werken. Keuze hangt af van mate men wil differentiëren of de doelen wil bereiken.
o Klassikaal: introductie, demonstratie, doceren, film, …
o Groepjes: brainstorm, hoekenwerk, koppelwerk, peer-tutoring, …
o Individueel: zelfstandig werk, huiswerk, observeren, …
Timing of het goed hiermee omgaan
Op voorhand tijd inschatten hoelang een lesfase zou duren.
Keuze media
Dient om leerinhoud te ondersteunen en kan verschil maken in het wel of niet begrijpen van
de leerinhoud.
- Overdaad schaadt!
- Op einde van de les moeten lln altijd geschreven neerslag hebben van de inhoud zodat ze
de leerstof zelf bezitten.
- multisensoriële input: leerinhoud overeenkomen met leerstijl llnen.
Onderwijsstijlen, did werkvormen en did principes
Onderwijsstijl te maken met sturing leerkracht en de ondersteuning die die geeft. Alle
leerkrachten verschillen in aanpak, maar rekening houden met leerstijl lln. Deze is niet bij
iedereen hetzelfde dus varieer hierin. De regel is hier om ook afwisseling te maken in
werkvormen, media, een multisensoriële aanbieding van de leerstof en het continu
integreren van de 8 principes in de les voorkomt dat de lln geen voeling heeft met de
leerstof.
Did werkvorm
= aanpak of geheel van handelingen waarmee docent de studenten ondersteunt om de leerdoelen te
bereiken. Bij het werkvorm streven naar leerprocessen- en resultaten. Best wisselen van
werkvormen.
Leerinhoud
Kennis, vaardigheden en attitudes zijn mogelijk. Leerhinhoud op voorhand goed
voorbereiden: lln motiveren, geleidelijkheid, duidelijkheid en minimaal schriftelijke neerslag
van de leerinhoud hebt op het einde van de les. Lkr die zijn inhoud niet goed kent, vaak
verlies respect lln valt in verbalisme. (hol taalgebruik)
De evaluatie
Onderzoeken in welke mate leerdoelen gerealiseerd worden. Evaluatie kan nooit een doel op
zich zijn. Evaluatie is sterk verbonden met herhalingsprincipe. (observeren, vragen stellen,
oefeningen of een toets) Bij evaluatie info over het verwerven van de vooropgestelde
leerdoelen + feedback geven en zien in welke mate onderwijs effectief is. Door deze feedback
kunnen lln zichzelf bijsturen.