Samenvatting materiaalleer
Hout
Inleiding
Waarom hout als bouwmateriaal?:
→ overal beschikbaar, bewerkbaar, sterk, goede prijs, natuurlijk en hernieuwbaar: alleskunner
Gebruik in volhoud of afgeleide materialen (OSB, multiplex, MDF, laminaat, fineer)
Duurzaam bosbeheer en certificering
1970: grenzen aan de groei: bezorgdheid: oprichting duurzaamheidsbewegingen (Greenpeace 1971)
1980: besef dat bescherming gezamenlijk belang is: duurzaam bosgebruik in tropische bossen
2000: Duurzaam bosbeheer voor alle bossen
Duurzaam= ecologisch verantwoord, respect voor sociaal-culturele aspecten, economisch haalbaar
(integrale aanpak met meerdere facetten)
Certificaten: FSC= Forest Stewardship Council: 10 principes (zie pp, slide 13-14)
Ze onderzoeken het gehele proces: Chain of custody= handelstraject
Hout: houtstructuur
Groei van de boom: de boom is een op druk en buiging belaste kolom (trek loodrecht minder sterk)
Hout is anisotropisch= eigenschappen zijn richtingsafhankelijk (eerste letter zegt iets over de sterkte)
- Naaldhout (softwood): Coniferous: kegeldragers (Vuren=fijnspar, Grenen=grove den,…)
o Overleven in zware omstandigheden
o Vaak dunne rechte stam, in kegelvorm
o Zuinig met water: kleine naalden
- Loofhout (hardwood): Deciduous: afvallen (Eik, Berk, Beuk, Esdoorn, Kastanje, Notelaar,…)
o Overleven in gematigd klimaat
o Bolvormige kruin met veel bladeren
o Dikkere minder rechte stam
o Bladeren vallen in winterperiode
- Tropisch hardhout (Azobé, Basralocus, Meranti, Bankirai, Merbau, Iroko/Kambala,…
1
,Groei van de boom:
Sappen (water met voedingsstoffen en mineralen = anorganisch)
worden via spinthout vanuit wortels naar boven gepompt (opwaartse sapstroom)
In de bladeren worden sappen m.b.v. zonne-energie en koolzuur omgezet in
nuttige voedingsstoffen (suikers), waarbij zuurstof vrijkomt = fotosynthese
Voedingsstoffen gaan via bast terug naar wortels (neerwaartse sapstroom)
Vallende bladeren en schors worden door bacteriën omgezet in anorganisch materiaal
Houtanatomie
Boom groeit in hoogte (primaire groei) en dikte (secundaire groei) Na tijd verplaatst de sapstroom
zich naar buiten toe (valt meer naar binnen toe stil) →“verkerning"
- Kernhout (donkere kleur)
o Vorming looitstoffen, harsen,…
o Vaten worden afgesloten
o Vorming bederfwerend materiaal
o Verdikking celwand
Celwand = basis sterkte hout
- microfybrillen= bouwblokken celwand
→Natuurlijke polymeren:
- Cellulose:40-50% (secondary and outer layer)
semi kristallijne ketens van glucose = vezels
(trek)sterktecelwand, gevoelig voor water en chemicaliën
- Hemicellulose (middlel ayer): 25-40%(loofhout) 20-30%(naaldhout)
korter & sterker vertakt dan cellulose → elasticiteit
- Lignine(primarywall): 20-25% (loofhout) 30-40%(naaldhout)
complexe crosslink moleculen
fungeren als cement → duurzaamheid& mechanische(druk)sterkte, gevoelig voor zuren
2
, Houtanatomie: Macroscopisch
1) Merg/hart:
a. Centrale zone, beperkt in omvang
b. Restant van de jonge stengel
c. Verhout niet →blijft gevoelig voor schimmel
2) Kernhout:
a. Cellen nemen niet meer deel aan leefproces
b. Gevormd uit afstervend spinthout (verhouting is opgetreden)
c. Uitsluitend mechanische functie
d. Meestal donkerder van kleur door lignine
3) Spint (secundair xyleem)
a. Levende cellen: opgaande sapstroom (vocht & anorganische bestanddelen)
b. Bevat reservevoedsel
c. Onderhevig aan aantasting I.F.V. vocht & temperatuur (bevat suikers)
4) Cambium:
a. Mantel van teeltcellen voor diktegroei = aanwas spint (binnen) én bast (buiten)
b. 1 cel dik +-0,3mm
Schil:
5) Bast:
a. levend gedeelte →circulatie afgewerkte sappen met zetmeel naar groeipunten en
opslagzones (wortels) = neergaande sapstroom
6) Schors / korst =afgestorven gedeelte bast (kurk) →bescherming tegen externe invloeden
Groei van de boom
1. MERG: 1-jarige boom
2. KERNHOUT: mechanische sterkte van de boom (hardwood)
3. SPINTHOUT: aanvoer van de sappen (sapwood)
4. CAMBIUM: verantwoordelijk voor diktegroei, productievan houtcellen
5, BAST: afvoer van de sappen
6, SCHORS: bescherming tegen klimaat en impact
3