Samenvatting Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022, ISBN: 9789462493612 Geschiedenis
11 vues 0 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
Book
Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022
Samenvatting Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022, ISBN: 3612 Geschiedenis
Samengevat in dit document:
- Steden en Burgers in de Lage Landen
- Verlichting
- Duitsland in Europa
Duidelijke samenvatting voor het voorbereiden van SE's en he...
Steden en burgers in de lage landen, duitsland in europa, verlichting
13 février 2023
13 février 2023
40
2022/2023
Resume
Sujets
verlichting
duitsland in europa
succes van de republiek
wetenschappelijk
steden en burgers in de lage landen
opkomst stedelijke burgerij
opkomst vlaanderen en brabant
verzet van de stedelijke burgerij
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
HC Duitsland samenvatting
HC Verlichting
Samenvatting Historische Context 2 Steden en Burgers in de Lage Landen 1050-1700
Tout pour ce livre (119)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
6
Tous les documents sur ce sujet (4834)
Vendeur
S'abonner
anoukkeupink
Aperçu du contenu
Duitsland in Europa (1918-1991)
1. Zwakke plekken van de Republiek van Weimar
De democratie van Weimar was vanaf het begin wankel:
- De sociaaldemocratische regering moest de wapenstilstand tekenen in de oorlog die door het keizerrijk was
begonnen en verloren
- Een groot deel van de bevolking had weinig vertrouwen in de leiders van de Republiek
- De economie van Duitsland stond er heel slecht voor als gevolg van de oorlog.
- Duitsland moest lijden van de hoge herstelbetalingen en het verlies van grondstofrijke gebieden.
De regering van de Republiek van Weimar krijgt te maken met veel tegenstand
Voor het goed functioneren van een parlementaire democratie is het nodig, dat minstens het merendeel van de
bevolking in de parlementaire democratie gelooft en bereid is eraan mee te werken. Dit was bij de Republiek van
Weimar niet het geval. Er kwam veel tegenstand van communisten, nationalisten, conservatieven en teleurgestelde
ex-soldaten.
- Communisten (KPD) deden alleen mee om propaganda te maken voor het eigen ideaal en wilden zelf alle macht.
KPD:
- een van de sterkte communistische partijen van West-Europa.
- KPD hoopte op een revolutie
- zij zagen het parlement als een goed middel om propaganda te maken voor de eigen zaak
- ze wilden alle macht in handen hebben
- Nationalisten en conservatieven wilden het keizerrijk terug met minder macht voor de politieke partijen en meer voor
hen zelf.
Nationalisten en conservatieven:
- verwachtten meer invloed te behouden dan in de democratie van de Republiek van Weimar.
- vonden dat de oorlog was verloren doordat de socialisten het keizerrijk ten val hadden gebracht en een zeer
nadelige vrede hadden gesloten, terwijl het leger nog in staat was verder te strijden (Dolkstootlegende).
- hadden grote afkeer van en angst voor het communisme
- Ex-soldaten sloten zich aan bij communistische, conservatieve of fascistische groepen
Ex-soldaten:
- keerden na de Eerste Wereldoorlog met miljoenen soldaten terug naar huis.
- gaven de parlementaire democratie en haar vertegenwoordigers de schuld van alles wat naar hun mening verkeerd
was.
- sommige sloten zich aan bij conservatieve groepen, anderen bij communistische
- weer anderen begonnen een nieuwe partij met als leer het fascisme.
De regering krijgt de schuld van alles: de nederlaag, de Vrede van Versailles en de slechte economische
toestand
Gevoed door de Dolkstootlegende hielden de tegenstanders de sociaaldemocratische regering verantwoordelijk voor:
- de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog
- het opgelegde Verdrag van Versailles uit 1919
- en van de hieruit voortvloeiende slechte economische toestand
Doormiddel van een vreedzame politiek probeerden de leiders in de Republiek van Weimar weer aanzien te krijgen en
ook de steun te winnen van de bevolking. De Vrede van Versailles maakte dit moeilijk. Duitsland had als verliezer
namelijk niet mee mogen onderhandelen. Het kreeg een nadelige vrede opgelegd:
- Duitsland is schuldig aan de oorlog en kreeg enorme herstelbetalingen door de geallieerden
- Duitsland moet grondgebied afstaan, waaronder het veroverde Elzas-Lotharingen, dat in 1871 door de Duitsers was
geannexeerd
- Duitsland moest ontwapenen: het mocht alleen nog kleine oorlogsschepen en beroepsleger hebben.
In de eerste jaren na de oorlog ontstond er een slechte economische toestand. De Duitse economie had sterk te lijden
onder de hoge herstelbetalingen en het verlies aan grondstofrijke gebieden zoals Elzas-Lotharingen.
Achterstand in herstelbetalingen leidt tot bezetting Ruhrgebied en grote economische problemen
De herstelbetalingen drukten zwaar op de Duitse economie. In 1923 bezetten Franse en Belgische troepen het
Ruhrgebied, vanwege achterstand in de betalingen. Arbeiders gaan in staking, maar de Duitse regering betaalde hun
lonen door.
1
,De Duitse regering liet op dit moment op grote schaal bankbiljetten bijdrukken, wat leidde tot een enorme inflatie. Door
deze inflatie ontstond er in 1923 een enorme economische crisis.
Opbloei van de Duitse economie halverwege de jaren ’20
Halverwege de jaren ’20 bloeide de Duitse economie weer enigszins op als gevolg van:
- Het Dawesplan
à Het jaarlijkse aandeel in de aflossing van de herstelbetalingen werd gekoppeld aan de economische draagkracht
van Duitsland;
à De VS gingen vanaf 1925 leningen aan Duitsland verstrekken om de Duitse economie weer op de been te helpen.
Het Dawesplan leidde tot het vertrek van de bezettingstroepen in het Ruhrgebied en tot een tijdelijk economisch
herstel. Gevolg is dat tussen 1924 en 1929 redelijk stabiele regeringen konden worden gevormd.
- Een verzoeningspolitiek met Frankrijk
à De minister van Buitenlandse Zaken in Frankrijk begon met de Duitse minister van Buitenlandse Zaken een politiek
van Frans-Duits toenadering.
2. De nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929
Crisis van het wereldkapitalisme treft in Europa vooral Duitsland
Oktober 1929: de waarde van de aandelen daalde op Wall Street plotseling zeer sterk, ook wel de Amerikaanse
Beurskrach. Een economische crisis was het gevolg: talloze faillissementen van banken en bedrijven, sterke daling
van de productie en van de handel, grote werkloosheid.
De crisis sloeg over naar landen in Europa en andere landen in de wereld die nauwe economische banden met de
VS hadden. Vooral Duitsland werd getroffen door de beurskrach in de VS. De bleef jaren voortduren.
Als gevolg van de crisis ging de regering van de VS Amerikaanse leningen aan Europese landen terugvragen. Vooral
veel Duitse bedrijven hadden dankzij dat geld (Dawesplan) sterk kunnen uitbreiden. Toen er een einde kwam aan
deze leningen, gingen veel van deze bedrijven in Duitsland failliet en andere moesten door het wegvallen van de
leningen de productie beperken en een deel van de arbeiders ontslaan.
Gevolg: vanaf 1930 groeide het aantal werklozen tot grote hoogte.
De crisis is gunstig voor de nazi’s
De economische crisis wordt ook wel een politieke crisis:
Zoals vlak na de oorlog ontstond er weer een grote politieke instabiliteit. De partijen die de Republiek van Weimar
altijd hadden gesteund, vonden geen oplossing voor de economische problemen. De coalitieregering van de
democratische partijen viel in 1939 uiteen.
Toen het de Rijkspresident van de Rijkskanselier niet lukte in de Rijksdag een meerderheid voor een nieuwe regering
te vinden, namen zij hun toevlucht tot artikel 48 van de grondwet: het kabinet kon bij een noodtoestand regeren met
noodverordeningen, getekend door de Rijkspresident.
Vooral de NSDAP profiteert van de crisis:
De economische en politieke crisis bleek vooral een gunstige uitwerking te hebben voor de NSDAP en leider Adolf
Hitler. Die partij, waarvan de aanhangers ook nazi’s worden genoemd, bood een duidelijk en voor een groeiend aantal
Duitsers aanvaardbaar alternatief voor de parlementaire democratie. Hitler beloofde dat hij alleen het land zou leiden
naar welvaart en nationale eenheid en het Verdrag van Versailles ongedaan zou maken.
De NSDAP, opgericht in 1920, werd in 1923 landelijk bekend door een staatsgreep. De staatsgreep mislukte echter
volledig. Hitler kreeg gevangenisstraf en zijn partij leek van de kaart geveegd. Maar in 1925 begon Hitler opnieuw.
Het lukte de NSDAP om uit te groeien tot een massaorganisatie, door gebruik te maken van grootscheepse
propaganda en van paramilitair vertoon (uniformen, wapens, en een militaire organisatie).
Het fascisme van de nazi’s: nationaal-socialisme
Het fascisme is – evenals het communisme – een totalitaire ideologie. Dat is een duidelijk omschreven
wereldbeschouwing die betrekking heeft op alle aspecten van de maatschappij (totalitarisme)>
Het fascisme kwam in veel Europese landen voor.
Gemeenschappelijke kenmerken van het fascisme:
- Het fascisme is negatief
Grote aandacht wordt besteed aan zaken waar men tegen is. Tegen de parlementaire democratie; tegen
persoonlijke vrijheid, en dus tegen alle stromingen die de persoonlijke vrijheid als uitgangspunt hebben, zoals het
liberalisme. Tegen alles wat een volk kan verdelen, en dus tegen de gedachte van de klassenstrijd die socialisten en
communisten huldigen.
2
,Maar er was ook veel waar het fascisme voor was:
- Het belang van de eigen groep wordt vooropgesteld
De eigen groep kan bijvoorbeeld het eigen volk zijn dat soms verspreid over verschillende staten woont, of de
eigen etnische of geloofsgroep.
- Het fascisme is ultra-nationalistisch
Fascisten vinden dat hun staat de beste in de wereld is en het recht heeft andere volken te overheersen.
- Het fascisme wil één corporatieve staat
De samenleving moet worden georganiseerd in beroepsgroepen (corporaties). Op die manier kunnen concurrentie
en onderlinge strijd, bijvoorbeeld tussen werkgevers en arbeiders, worden voorkomen. Het privébezit van
productiemiddelen mag blijven bestaan.
- De mensen zijn niet gelijk, ‘hogeren’ moeten het volk leiden.
De mensen in een staat zijn niet gelijkwaardig, de ‘hogeren’ moet zich in één politieke partij verenigen om leiding
te geven aan het volk.
- Aan het hoofd staat één leider
- De fascistische partij beheerst alle uitingen van cultuur in de staat
De fascisten waren voorstanders van een totalitair bewind. De staat moest alle uitingen van cultuur in de staat
beheersen en uitmaken wat goed en wat slecht is.
- Verstand als basis voor handelen minder geschikt dan het gevoel:
Hitler zei over intellectuelen: ‘Zich opofferen voor een ideaal, dat is die lieden geheel vreemd, en dar houden ze
ook helemaal niet van. En de uitzonderingen bevestigen daarbij slechts de regel. Daarom zijn zij ook als bouwstenen
voor zo’n Volksgemeinschaft geheel waardeloos, zij zijn niet standvastig in ogenblikken van nood en gevaar’.
- Het fascisme verheerlijkt de daad
Vooral de daden waarbij kracht en geweld gebruikt worden, staan hoog aangeschreven. ‘In eeuwige strijd is de
mensheid grot geworden, in eeuwige vrede gaat zij ten gronde’.
- Vrouwen moeten veel kinderen voortbrengen en voor hun gezin zorgen
Het Duitse fascisme, nationaalsocialisme genoemd, had twee hierna volgende aanvullende kenmerken:
- De rassenleer
De nazi’s gingen uit van de ongelijkheid van de rassen in de wereld. Zij verdeelden de rassen in drie soorten:
1. Één hoogwaardig ras
Het ‘Arische’ ras: de blanke – niet-Slavische – volken van Europa. Volgens de nazi’s waren alleen de Germaanse
volken nog ‘raszuiver’: en onder hen was het Duitse volk het belangrijkst; alleen het Arische ras was in staat de
mensheid vooruit te helpen.
2. Minderwaardige rassen
De Slaven in Oost-Europa en de gekleurde bevolking in de niet-westerse wereld, beide dienstbaar aan de
hoogwaardige volken.
3. Verderfelijke rassen
De volken die volgens de nazi’s tot deze verderfelijke rassen behoorden (zigeuners en vooral de joden),
probeerden de hoogwaardige volken zoor zich te laten werken of ze te vernietigen; door de nazi’s werden zij
‘parasietenrassen’ genoemd.
De haat tegen de joden, ook antisemitisme genoemd, was geen uitvinding van de nazi’s. Bijna overal in Europa
bestond al eeuwenlang antisemitisme.
Lebensraum in Oost-Europa
Het eerste doel van Hitler was alle Duitsers in één staat te verenigen. Zijn tweede omschreef hij als het veroveren van
Lebensraum (leefruimte) voor het Germaanse ras en in het bijzonder voor het Duitse volk. Het grondgebied waarover
het Duitse volk beschikte, was onvoldoende om alle Duitsers en hun nakomelingen een goed bestaan te bieden.
In het belang van het Duitse volk zouden de Duitsers nieuw grondgebied moeten veroveren. Daarvoor had Hitler
Oost-Europa en vooral de Sovjet-Unie op het oog. In Oost-Europa was volgens hem voldoende ruimte voor het
Germaanse ras. Het daar wonende Slavische ras zou zich in dienst van het Germaanse ras moeten stellen.
3
, 3. De nazi’s grijpen de macht
Hitler wordt Rijkskanselier in een coalitiekabinet
Hitler werd in januari 1933 benoemd tot rijkskanselier, maar dat was niet zomaar gegaan.
Bij de nieuwe verkiezingen in juli 1932 behaalde de NSDAP 37% van de zetels en werd daarmee de grootste partij in
de Rijksdag. Hitler eiste toen het Rijkskanselierschap voor zich op. De conservatieve Rijkskanselier en president Von
Hindenburg vonden dit te ver gaan en besloten, toen weer geen kabinet met een parlementaire meerderheid kon
worden gevormd, tot nieuw verkiezingen in november 1932.
De uitslag veranderde echter weinig aan de situatie, al liep het aantal stemmen voor de NSDAP iets terug. Op
voorstel van de Rijkskanselier Von Papen kwam er toen een kabinet waarin Hitler Rijkskanselier werd, hijzelf vice-
kanselier, maar waarin de conservatieven de meerderheid hadden.
Op 30 januari 1933 benoemde president Von Hindenburg Hitler als Rijkskanselier.
Rijksdaggebouw in brand: communistische partij wordt uitgeschakeld
Hitler had echter andere plannen. Al op 1 februari ontbond hij de Rijksdag en schreef hij met toestemming van Von
Hindenburg nieuwe verkiezingen uit. Hitler verwachtte met zijn partij de absolute meerderheid te behalen. Daarvoor
moest vooral terreur van het partijleger van de NSDAP zorgen. De kiezers zouden als gevolg van de terreur wel uit
hun hoofd laten socialistisch of communistisch te stemmen.
- De nazi’s geven de communisten de schuld van de brand in het gebouw van de Rijksdag 1933
Op de avond van 27 februari 1033 stond plotseling het gebouw van de Rijksdag in brand. Het stond vast dat de
KPD en de Komintern (organisatie van alle communistische partijen in de wereld, gedomineerd door de Sovjet-Unie)
een communistische revolutie hadden beraamd, waarvan de brandstichting het beginsignaal was. Gedurende de
nacht en de volgende dagen arresteerden politie en SA duizenden communistische leiders.
- De nazi’s ontnemen de communisten hun burgerrechten
Al ’s ochtends 28 februari werd de actie tegen de communisten in een wet goedgekeurd: de ‘noodverordening ter
bescherming van volk en staat’ maakte een einde aan alle burgerrechten en gaf de politie de bevoegdheid tot
willekeurige arrestaties. Deze noodverordening zou blijven bestaan zolang Hitler aan de macht was.
De KPD mocht wel deelnemen aan de verkiezingen, maar de vertegenwoordigers die gekozen zouden worden,
mochten hun zetels niet innemen.
De stemmen van de communisten zouden dan niet naar de socialisten of andere partijen kunnen gaan. Het zou
daardoor gemakkelijker worden voor de NSDAP om in het parlement een tweederde meerderheid te behalen om een
wet als de Machtigingswet aangenomen te krijgen.
Von Hindenburg en conservatieve ministers ondertekenden de wet. Zij zullen daartoe bereid zijn geweest, omdat ze
de communisten als een groter gevaar zagen dan de fascisten.
De Machtigingswet: de Rijksdag schakelt zichzelf en de grondwet uit. Einde aan de Republiek van Weimar
Op 5 maart 1933 werd een nieuwe Rijksdag gekozen. De NSDAP haalde 44%. Maar Hitler had geen meerderheid en
wilde niet afhankelijk zijn van andere partijen. Daarom besloot hij zich door de Rijksdag te laten machtigen alleen
verder te regeren. Een wet, de Machtigingswet, moest zowel de Rijksdag als de grondwet buiten spel zetten.
De eerste twee artikelen van deze wet waren het belangrijkst, omdat daarmee zowel de Rijksdag, de Rijkspresident
en de grondwet werden uitgeschakeld:
1. Wetten kunnen behalve op de in de grondwet beschreven wijze ook door de regering worden uitgevaardigd
2. Door de regering uitgevaardigde wetten kunnen van de grondwet afwijken
De tweederde meerderheid werd, mede door het ontbreken van de communistische afgevaardigden, ruim behaald.
De nazi’s schakelen alle overgebleven tegenstanders uit
Onder leiding van Hitler schakelden de nazi’s daarna de andere bronnen voor georganiseerd verzet uit:
- De vakbonden
Deze hadden zich niet verzet tegen de machtsovername van de nationaalsocialisten. Hun gevaarlijkste wapen, de
staking, hadden ze niet gebruikt. Toch werden in mei 1933 alle vakbonden opgeheven en vervangen door één
nationaal-socialistische organisatie.
- De andere politieke partijen
De nazi’s wilden slechts één politieke partij in het land: de NSDAP. De KPD en SDP werden verboden en hun
leiders, voor zover niet gevlucht, werden gearresteerd. Op de andere partijen oefenden de nazi’s druk uit om zichzelf
‘vrijwillig’ op te heffen ‘ter wille van de nationale eenheid’. In juli 1933 kon Hitler de kroon op het werk zetten door de
‘wet tegen de oprichting van partijen’ af te kondigen. Daarmee was Duitsland officieel een éénpartijstaat geworden.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukkeupink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.