Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting-woordenlijst: VMV5: Oncologie, Hematologie, Neurologie en Palliatieve Zorgen €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting-woordenlijst: VMV5: Oncologie, Hematologie, Neurologie en Palliatieve Zorgen

 55 vues  11 fois vendu

Deze samenvatting omvat het volledige vak VMV5 Met deze samenvatting behaalde ik: 15/20

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 12 février 2023
  • 36
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (10)
avatar-seller
justinemoerman
Oncologie
Tendenzen bij - Komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen
kanker  Man: prostaatkanker, longkanker, colon- en rectumkanker
 Vrouwen: borstkanker, colon- en rectumkanker en longkanker
- 67% van vrouwen en 80% van mannen zijn > 60 jaar
- 1/3 man en ¼ vrouw krijgt voor hun 75 ste de diagnose kanker
- < 1% doet zich voor op kinder- of adolescentenleeftijd
Een 5-jaars of - Uitgedrukt in percentage (x % kans om na dat aantal jaar nog in leven te zijn)
10-jaars- - Afhankelijk van:
overleving  Type kanker (longvlieskanker < prostaatkanker)
 Tijdstip van diagnose (hoe vroeger de start van de behandeling, hoe beter)
 Stadium op moment van diagnose (hoe lager, hoe beter)
Soorten 1. Partiële remissie: door de behandeling treedt er een tijdelijke vermindering van
“Genezing” / ziekteverschijnselen op
gevolgen 2. Complete remissie: er is geen enkele aanwijzing meer voor de aanwezigheid van
maligne cellen
3. Recidief: pt wordt opnieuw ziek na periode van remissie
 Lokaal recidief: op de primaire ziektelocatie
 Regionaal recidief: in de omgeving van de primaire ziektelocatie
4. Progressie: wanneer de ziekte toeneemt nadat toestand van partiële remissie
bereikt werd / de wnr de behandeling geen beterschap bracht
Oncogenese = het proces van het ontstaan van kwaadaardige tumoren
definitie - Carcinogenese: het ontstaan van maligne epitheliale gezwellen
Oncogenese Normaal:
- Aanmaak nieuwe cellen door celdeling (mitose) is in evenwicht met het verlies van
cellen door geprogrammeerde celdood (apoptose)
Tumor:
- Deze balans is ontregeld  er worden meer cellen gevormd dan er afgebroken
worden
- Dit komt door afwijkingen (mutaties) in de genen die deze balans regelen
 Per toeval
 Onder invloed van schadelijke omgevingsfactoren (carcinogenen)
 Tgv erfelijke afwijkingen
4 soorten 1. Proto-oncogenen
genen die hier  Genen die coderen voor een eiwit dat celdeling en celgroei stimuleert
een belangrijke  Proto-oncogen geactiveerd  groen licht om DNA bij te maken en te delen
rol in spelen bij  Mutatie in proto-oncogen (proto-oncogen  oncogen)
deze regulatie  Extra activiteit of overexpressie  abnormale deling en groei
!!! 2. Tumorsuppressorgenen
 Genen die coderen voor een eiwit dat de celcyclus stillegt als er een fout is
opgetreden bij de DNA-duplicatie
 Zodat de schade eerst hersteld kan worden voor deze verder
deelt/verspreidt
 Beschermend mechanisme tegen kwaadaardige ontaarding
 Mutatie in tumorsuppressorgen: het niet remmen vd celdeling wanneer nodig
3. DNA-herstelgenen
 Proberen beschadiging van DNA te herstellen
 Indien niet mogelijk is DNA te herstellen  apoptose
 Mutatie in DNA-herstelgenen  beschadigde cel kan niet overgaan tot apoptose
4. Telomerase
 Een enzym dat instaat voor het delende vermogen van cellen  normale cellen
verliezen na 60 delingen hun delend vermogen door verlies aan telomerase en
sterven af
 Bij tumorcellen: telomerase-activatie waardoor cellen onbeperkt delen

,Meerstappen- Verandering in de cel
proces - Initiatie: het induceren van deze
verandering door blootstelling
aan een carcinogeen
- Promotie: het proces waarbij in
een geïnitieerde cel een
proliferatie ontstaat
= sommige actoren kunnen initiator en
promotor zijn: vb. UV-straling
Tussenfasen:
1. Hyperplasie
 Fase van abnormale toename van het aantal cellen in weefsel/orgaan
2. Dysplasie
 Fase van abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie
3. Metaplasie
 Fase van aanwezigheid van normaal weefsel op een plaats waar het niet hoort
Beïnvloedende 1. Carcinogenen
factoren in het  Chemische carcinogenen
ontstaan van (exacte schade is afh van aard, hoeveelheid en duur van bootstelling)
kanker  Indirecte carcinogenen
 Meeste carcinogenen moeten in het organisme omgezet worden in de
effectieve carcinogene stof (vb. asbest)
 Vb. sigarettenrook: belangrijkste oorzaak van longkanker
 Vb. rood vlees en bereide vleeswaren en verzadigde vetten
(overconsumptie)
 Vb. alcohol (ethanol)
 Directe carcinogenen
 Deze producten binden zich direct aan het DNA en zijn daardoor
mutageen
 vb. cytostatica (tweede maligniteit als gevolg van chemo/radiotherapie
is een bekende complicatie)
 Fysische carcinogenen
 Ioniserende straling door directe schade aan het DNA
 Frequent en langdurige blootstelling aan UV-straling (mensen die
gemakkelijk verbranden zijn hier het meest gevoelig aan)
 Biologische carcinogenen
 Sommige parasieten of bacteriën
 Carcinogene virussen: herpesvirus, HPV, hepatisis B / C
 Combinaties van risicofactoren
 Interacties tussen risicofactoren
 Synergetisch: vb. combo van alcohol en roken bij keelkanker
 Antagonistisch
2. Beschermende factoren
 Gezonde, gevarieerde, vezelrijke voeding + voldoende beweging + juist gewicht
 Groenten en fruit (anti-oxidanten zoals vitC, vitE, selenium,...)
Indeling van 1. Op basis van maligniteit
kanker  Maligne  benigne (= reactieve celwoekering zoals versterkte littekenvorming
en lymfevergroting bij infectie)
Eigenschap Goedaardig Kwaadaardig
Begrenzing Scherp, afgerond Onscherp, onregelmatig, uitlopers
Groeiwijze Expansief Infiltrerend
Groeisnelheid Laag Hoog
Necrose Zelden Vaak
Differentiatie Hoog Matig tot slecht
Mitotische activiteit Gering hoog
 Meest betrouwbaar = infiltratieve groei (als tumorcellen het omliggende

, weefsel penetreert)
 Door infiltratieve groei kan de tumorcel metastaseren (= uitzaaien)
 Lymfogene metastasering: via lymfevocht
 Hematogene metastasering: via het bloed
 Groepen tumoren die niet goedaardig zijn, maar ook niet helemaal kwaadaardig:
 Borderlinetumoren: onderscheid tss goedaardig en kwaadaardig is niet
makkelijk
 Carcinoma in situ: tumoren die kenmerken van kwaadaardig hebben maar
nog geen infiltrerende groei vertonen (geen kapseldoorbraak)
2. Op basis van het tumortype
 Solide tumoren: vaste tumoren die ontstaan in een bepaald orgaan of weefsel
 Niet-solide tumoren: celwoekeringen die ontstaan op diverse plaatsen van het
lichaam (vb. bloed of beenmerg)
3. Op basis van architectuur, morfologie en lokalisatie
 Celtype (epitheliaal – mesenchymaal – neuro-ectoderm)
4. Op basis van uitgebreidheid van de ziekte
 TNM-classificatie (zie verder)
Soorten kanker - Sporadische kanker
op basis van  De pt is de enige met kanker in de familie (meestal door carcinogene
erfelijkheid blootstellingen in het leven zoals vb. roken)
- Familiale kanker
 Wanneer meerdere kankergevallen voorkomen in de familie, maar zonder geen
doorslaggevende erfelijke factor
 Kan berusten op: toeval, gezamenlijke blootstelling blootstelling, gezamenlijke
erfelijke aanlegfactor
- Erfelijke kanker
 De oorzaak is een mutatie in een kankergen gepaard met een dominant of
recessief overervingspatroon
 Novo mutatie = nieuwe mutatie = wanneer een erfelijke aandoening niet bij de
ouders aanwezig is
 Bij deze kanker gebeurt de diagnose doorgaans op jonge leeftijd
 Familieanamnese is dus belangrijk
- Erfelijke vorm van mammacarcinoom
 BRCA1- en BRCA2-gen mutaties  erfelijke factor (30-80% kans op carc.)
Preventie 1. Primaire preventie
 Voorkomen dat mensen ziek worden (vb. vaccinatie, rookstop)
2. Secundaire preventie
 Vroegtijdig opsporen van ziekten (vb. borstkankerscreening)
3. Tertiaire preventie
 Voorkomen dat een al aanwezige ziekte zich opnieuw manifesteert of leidt tot
zware complicaties (vb. rookstop bij succesvol behandelde NKO-tumor)
Screening = bevolkingsonderzoeken (ziekte vroegtijdig opsporen)  bepaalde groepen van mensen die
op basis van bepaalde kenmerken een groter risico lopen (vb. vrouwen > 50j)
Voorwaarden
- Betaalbaar onderzoek – test zelf mag geen aanleiding geven tot ziekte/bijwerking –
aandoening moet bij behandeling in vroeg stadium een duidelijk betere prognose
hebben
Toepassing:
- Borstkanker: vrouwen 50-69 jaar – om de 2 jaar mammografie
- Baarmoederhalskanker: vrouwen 25-64 jaar – om de 3 jaar uitstrijkje
- Darmkanker: mannen en vrouwen 50-74 jaar – om de 2 jaar stoelgangsstaal




Diagnosestelling

, Diagnostische 1. Anamnese en lichamelijk onderzoek
onderzoeken 2. Bloedonderzoek
3. Pathologisch onderzoek
4. Radiodiagnostiek
5. Endoscopisch onderzoek
6. Genetisch onderzoek
Anamnese en Meestal afspraak bij huisarts met bepaalde symptomen of problemen  dit komt bij tumor
lichamelijk door een verstoring in het omliggend weefsel
onderzoek Anamnesegesprek: beeld van pt en voorgeschiedenis (gezondheidsgewoonten, beroep,…)
Lichamelijk onderzoek: palpatie, percussie, auscultatie, observatie
Bloedonderzoe 1. Algemeen
k  Erytrocyten, leukocyten, trombocyten, ijzerstatus, elektrolyten
 Verhoging van spiegels van bepaalde enzymen
 Verhoogd LDH (lactaatdehydrogenase): negatief prognostische factor
2. Tumormarkers
 = enzymen, antigenen, eiwitten,… die door de tumor zelf of door het lichaam als
reactie op de tumor geproduceerd worden
 Belangrijk bij het meten van de effectiviteit van een behandeling
 Weinig specifiek (kunnen ook voorkomen bij gezonde mensen) en weinig
sensitief (bewijst net altijd dat er een tumor zit)
3. Liquid biopsy
 Wanneer een tumor aanwezig is in het lichaam laat die stukjes genetisch
materiaal en tumorcellen achter in de bloedsomloop  met een gewone
bloedafname kan er info verkregen worden over de tumor
Pathologisch 1. Cytologisch onderzoek
onderzoek  = het microscopisch onderzoek van losse cellen (morfologie en afwijkingen
zoeken)  via lichaamssecreties, beenmergpunctie, uitstrijkje,…
 Vb: Dunnenaaldbiopsie of FNA (fine needle aspiration)  met dunne naald
materiaal opgezogen uit tumoraal weefsel
2. Histologisch onderzoek van biopten
 = cellen in weefselverband onderzocht microscopisch
 Vb: Dikkenaaldpunctie, endoscopische technieken of excisie (= volledige tumor
verwijderen)  atoompathologisch onderzoek (APO)
 Info over welk tumor, uitgebreidheid, agressiviteit
3. Histologisch onderzoek van operatiepreparaten
 Vriescoupe = een vorm van intra-operatieve sneldiagnostiek waarbij het weefsel
wordt ingevroren tot -20°C om zo snelle preparaten te maken  na 15 minuten
al mogelijk te bekijken onder de microscoop
= vooral tijdens operatie om te kijken hoe er verder gehandeld moet worden
Radio- 1. Klassieke radiologie (RX)
diagnostiek 2. CT
 Vaak om de uitgebreidheid van de ziekte in kaart te brengen (best met
contrastvloeistof)
3. MRI
 Vooral zachte weefsels in kaart (vb. hersenen)
4. Echografie
 Door de lage belasting een relevant onderzoek
 Kan ook gebruikt worden bij het uitvoeren van een biopsie
5. Botscintigrafie
 Bij verdenking van botmetastasen
 Radioactief technetium: ophopen: plaatsen waar bot in ombouw is door tumor
6. Positronemissietomografie (PET-scan)
 Tumor stadiëren en behandeling evalueren
 Mbv radioactieve tracer wordt een afbeelding gemaakt van de metabool actieve
plaatsen in het lichaam (fusiescan: PET-CT-scan)
Endoscopisch = inwendig met video-instrument dat door natuurlijke lichaamsopening wordt ingebracht

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur justinemoerman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

81113 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  11x  vendu
  • (0)
  Ajouter