Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 4 havo. Een examenhoofdstuk
2 vues 0 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
HAVO
Geschiedenis samenvatting van heel hoofdstuk 4. Alle begrippen en jaartallen die terug kunnen komen op een toets en het examen staat duidelijk beschreven. Jaartallen zijn onderstreept. Een duidelijke uitleg over alle stromingen, partijen en culturen. Ideaal te gebruiken voor het leren van een toets.
In Nederland zijn alle burgers gelijk voor de wet. Ondanks dat voelen velen zich
achtergesteld. Deze groepen gaan zich vanaf eind 19e eeuw organiseren om hun
belangen te vervullen. Men strijdt voor emancipatie.
De bevolkingsgroepen gaat gescheiden van elkaar leven en men noemt de
groepen zuilen. De oprichting van eigen organisaties van Katholieken,
protestanten, socialisten en ‘neutralen’ (liberalen) wordt de Verzuiling genoemd.
Begin 1900 wordt de Nederlandse samenleving verdeeld in 4 zuilen die eigen
organisaties en instellingen stichten: politieke partijen, vakbonden, scholen,
kranten etc. Socialisten en liberalen willen openbaar onderwijs voor alle zuilen.
Confessionelen willen al hun scholen in overeenkomst met hun zuil. Geen
gemengd huwelijk.
De zuilen hebben een negatief beeld van elkaar. Elke zuil heeft een eigen elite
die een goede greep heeft op de zuil door de volgende omstandigheden:
Regelingen en oefeningen van leiders
Veel elites hebben meerdere functies: meer macht
Leden van een zuil hebben behoefte aan krachtige leiders
Na WO2 is er een poging om samenleving te vernieuwen, maar dit mislukt. Zuilen
blijven bestaan na de oorlog. De nazi’s hadden zuilen beëindigd in WO2, maar
Nederlanders wilden dit niet. SDAP probeert niet-socialisten aan te trekken door
de naam te veranderen in PvdA, maar dit mislukt.
Pieter Oud (1917 lid van Vrijzinnige Democratische Bond) sluit zich 1946 aan bij
PvdA, maar verlaat de partij en richt in 1948 VVD op. Veel partijen keren terug
onder andere namen.
Nederland behoort tot NAVO en EGKS 1951. EGKS maakt een supranationaal
orgaan. Deze samenwerking komt voort uit een bewapening van leden, waardoor
een nieuwe oorlog kon ontstaan. Door de samenwerking wordt dit voorkomen.
Nederland verliest Onafhankelijkheidsoorlog in Nederlands-Indië 1945-1949.
Na de oorlog was de babyboom tussen 1945-1955. Deze burgers groeien op in
welvaart. Na de moeilijke jaren na de oorlog is een snelle wederopbouw.
Economische groei 1950-1960 en toenemende industrialisatie door Marshallhulp,
economisch herstel Duitsland, geleide en vrije loonpolitiek, winning aardgas en
rooms-rode samenwerking;
Marshallhulp
Van geleide naar vrije loonpolitiek
1950 Sociaal-Economische Raad (SER) opgericht. Geeft advies aan de
regering. Er zijn vertegenwoordigers van verschillende zuilen. De overheid
bemoeit zich door de SER met de loonpolitiek. Dit is geleide loonpolitiek. De
regering houdt lonen laag, waardoor producten goedkoop zijn en er
geïnvesteerd wordt in Nederland. Dit lukt, maar toen werkgevers ook zwart
gingen betalen, liep de overheid veel geld mis.
1960 geleide loonpolitiek wordt vervangen door vrije loonpolitiek: per
bedrijfstak wordt onderhandeld over loonstijging. Daardoor stijgen alle lonen
en worden zwarte lonen wit.
Economisch herstel Duitsland
Nederland profiteert en Duitsland wordt de grootste handelspartner.
, GESCHIEDENIS examenstof 2022
Winning aardgas in Groningen
1959 ontdekking van aardgas, waardoor subsidies komen voor
maatschappelijke organisaties. Sociale wetgeving wordt beter (Algemene
Bijstandswet 1965).
Rooms-rode samenwerking
Socialisten en confessionelen waren voor de oorlog vijandig tegen elkaar. Na
de oorlog zagen zij in dat ze elkaar nodig hebben in het belang van de
wederopbouw van Nederland. Tot 1958 werken PvdA en KVP samen in rooms-
rode regeringen.
4.2 Grote veranderingen in maatschappelijke verhoudingen: 1948-1978
Na WO2 komt de verzuiling terug. Daarna begint de opbouw van de
verzorgingsstaat, waar de overheid zorgt voor veiligheid, welvaart en welzijn van
de burgers. Voorstanders zeggen:
Een maakbare samenleving met economische gelijkheid is het ideaal. Door de
wetgeving kan de overheid de samenleving verbeteren.
Een overheid die niet in staat is om voor de zwakken in de samenleving te
zorgen is niet goed.
Grote politieke partijen helpen mee aan de opbouw van de verzorgingsstaat.
PvdA vindt dit het beste idee, VVD juist niet. Politici en sociale partners zorgen
voor de mogelijkheid tot de opbouw van de verzorgingsstaat.
1947 minister van Sociale Zaken (Drees) komt met noodwet Drees die recht
geeft op ouderdomspensioen die in 1957 Algemene Ouderdomswet (AOW) wordt.
Drees wordt populair. Sociale wetgeving wordt uitgebreid.
1960 lonen stijgen en Nederland wordt consumptiemaatschappij: behoefte aan
luxe en status. Luxe producten die men al heeft, worden gezien als noodzakelijk.
Door reclame krijgt met steeds meer behoefte aan luxe.
Er is groeiende welvaart, verstedelijking en mobiliteit. Er is meer
werkgelegenheid en scholing, waardoor een groot deel van de bevolking leeft in
de woon-, werk- en leefomgeving. Steden en dorpen worden uitgebreid en men is
steeds mobieler. Forensengemeenten ontstaan, waardoor men sneller in steden
gaat wonen. De sociale controle die voorheen in dorpen en kleine steden sterk
aanwezig was, verdwijnt. Er is meer vrijheid voor het individu en de Kerk heeft
minder invloed op gelovigen. Lossere familieverbanden en meer eenzaamheid.
Vanaf 1960 begint een gedeeltelijke politieke en sociale ontzuiling:
Nieuwe onverzuilde partijen
D’66 (Democraten ’66) opgericht vanwege angst over devaluatie van de
democratie. De kloof tussen burger en bestuurder kan volgens hen alleen
overbrugd worden door het ontploffen van grote partijen. D’66 wil een
districtenstelsel, referenda, rechtstreekse verkiezingen van burgemeesters en
ministers, persoonlijke vrijheden, vrouwenemancipatie en milieuverbetering.
Hoogopgeleide jongeren uit Amsterdam leiden de partij.
PPR (Politieke Partij Radikalen) opgericht in 1968 vanuit afscheiding christen-
radicalen. Ze vinden dat de overheid te veel macht heeft, waardoor mensen
niet betrokken zijn. Ze willen ‘gewone’ mensen beslissingen laten maken en
elke burger een basisinkomen geven, zodat mensen zonder inkomen
onafhankelijk zijn van hun naasten.
Nieuw Links ontstaat binnen PvdA
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tamaragoedhart. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.