17/02/2022
Levensbeschouwing: religie, atheïsme en
zingeving
Praktische info: 3 examenvragen, op het einde eigen mening geven = mogelijk
Homo sapiens (de mens de weet),
Homo faber (de werkende mens, werkelijkheid naar zijn hand zetten),
Homo religiosus (religie, maar ook de mens die zoekt naar het zingeven)
De bedoeling is om de link tussen die drie te zoeken
Overzicht hoofdstuk 7
- De cognitieve en manipulatieve interesse van de mens
- De zingevende interesse van de mens
- Religie zingeving en wetenschap
De cognitieve en manipulatieve
interesse van de mens
Cognitief = kennis verwerkend gericht
Manipulatief = meer technische, werkende aspect
1. Praktisch belang van kennis
Helpt ons om voorspellingen te maken en om te gaan met onze omgeving
- Arnold Gehlen: “Mängelwesen” Mens heeft iets disfunctioneel, mens is biologisch
gesproken behoorlijk hulpeloos dier (geen klauwen, geen grote tanden…)
o Mens is te vroeg geboren in biologisch opzicht: blijft tenminste tot zijn 12
afhankelijk van andere mensen. Het moet te vroeg geboren worden om nog door
het geboortekanaal te geraken
o Enorm voordeel: vroeg blootgesteld aan prikkels die van buiten komen (hersenen
kunnen alles van buiten opnemen). Dieren hebben heel veel hardware (er is
weinig ruimte voor software, het zijn vooral instincten). Maar mens niet, tijdens
groei neemt die van alles op (een mens wordt opgevoed)
Groot cognitief absorptievermogen
- Homo sapiens sapiens
o Informatie en taal (je brengt in de taal dingen aanwezig)
Mens heeft een enorm aanpassingsvermogen
Mens is ook een sociaal dier (het verstand is niet alleen bezig met
voorspellen, maar het verstand is ook bezig met andere mensen)
Taal vereist een taalgemeenschap: mensen die zeggen ‘dat is niet juist
hoe jij dat schrijft’ (sociale controle). Wij hebben onze kennis te danken
aan taal: zonder andere mensen zouden we niks zijn
, 17/02/2022
o Gedrag en omgeving aanpassen
o Zoeken naar veiligheid en controle (van omgeving)
2. De morele waarde van kennis
Kennis leidt niet meteen tot morele inzichten (je hebt verantwoordelijkheid over de kennis die je
hebt)
Manier waarop wij in de wereld zijn is waarde geladen (wij zien niet alleen iemand die op de grond
ligt, wij zien effectief een accident. Dit is de morele betekenis van feiten). We hebben bij alles
appreciaties en depreciaties.
Is/ought distinction (Hume): er moet een verschil zijn tussen zijn en moeten
Cf. morele concepten als eerlijk
BIJVOORBEELD
– ‘De paprika is groen. Dat vind ik niet goed, ik heb liever een rode paprika’
– ‘Die persoon is oneerlijk. Dat vind ik niet goed.’
– Of: ‘Dat kind is dapper. Dat vind ik goed.’
Bij morele concepten (‘morele kennis’) vallen descriptieve en evaluatieve dimensie vaak
samen. Feit/waarde distinctie niet altijd mogelijk
Welke bewering respecteert de is/ought distinction van D. Hume?
a) Omdat onze samenleving een aantal mensen met een motorische beperking telt (feit), moet
elk openbaar gebouw een aangepast toilet voorzien. dat volgt daar niet uit, wel als we
eraan toevoegen (en we willen dat iedereen in de maatschappij zich belangrijk voelt)
b) Als prenatale diagnostiek het syndroom van Down kan opsporen, dan moet deze diagnostiek
wettelijk verplicht worden.
c) Menselijke seksualiteit is gebaseerd op het biologische verschil tussen man en vrouw.
Daarom is homoseksualiteit moreel verwerpelijk.
d) Het is niet omdat onze samenleving een aantal mensen met een motorische beperking telt,
dat elk -openbaar gebouw een aangepast toilet moet voorzien.
William Clifford (1854-79): The duty of enquiry: voorbeeld het schip
zinkt:
Passagiersboten over de Atlantische Oceaan, een schip van hem gaat
vertrekken, maar het had al problemen. Hij zegt ‘als het al zo vaak
aan de andere kant is geraak, zal dat nu ook nog wel lukken’. Het
verdrinkt en Clifford zegt dat de man schuldig is (maar ook had het
niet verdronken). Hij heeft iets gedacht, maar had er geen bewijs
voor. Als je het laat onderzoeken, dan is hij niet meer schuldig.
“it is wrong always, everywhere, and for anyone, to believe
anything upon insufficient evidence”
Je bent verantwoordelijk voor wat je kent/weet, je moet betrouwbare kennis hebben, anders
moet je je ideeën opschorten
, 17/02/2022
Wat als je materiaal niet hebt? Dan moet je geen mening hebben, als je geen tijd hebt om
het te onderzoeken
Regel die hij hier opstelt, is te verwachten in een labo (maar hij wil die uitbreiden tot leven
als geheel) geen mening over liefde, ouders…? Zo’n mensen worden
scientisten/positivisten genoemd (wetenschap doortrekken naar realiteit)
William James (1842-1910): reactie ‘the will to believe’
- Dit gaat tegen onze natuur: sommige dingen kunnen
pas ontstaan door erin te geloven
- Opschorting van oordeel is ook een keuze
- Sommige realiteiten komen eerst tot ontstaan door
het voorafgaandelijke geloof in die realiteiten (de
voorbeelden van James betreffen vriendschap,
liefde, sollicitaties)
- The will to believe: Do you like me or not? – for
example. Whether you do or not depends, in
countless instances, on whether I meet your half-
way, am willing to assume that you must like me,
and show you trust and expectation. The previous
faith on my part in your liking’s existence is in such cases what makes your liking come.
(handboek p. 222)
Volgens Clifford moet je in een nieuwe omgeving tegen de muur gaan staan en zich afvragen ‘zouden
ze mij sympathiek vinden of niet?’, zo werkt het niet: je moet op voorhand geloven dat ze je
sympathiek vinden voordat je er bewijs voor hebt.
Bijvoorbeeld je partner die je voortdurend controleert. Dan weet je alles, maar vertrouwen is iets
anders
3. Kennis om de kennis
Van roddel en sensatiezucht tot welgemeende wetenschappelijke interesse in hoe de dingen in
elkaar zitten, ook al heeft die kennis niet meteen praktisch nut. er is de mens een
nieuwsgierigheid, wij willen weten om te weten.
De wetenschappelijke attitude: neutraal, objectief, onpersoonlijk, … William James is ervan
overtuigd dat dat niet vol te houden is. Het is een onpersoonlijke manier van denken (je kan dat
even, maar vanaf het moment dat je uit je labo stapt, zie je het leven vol kleur)
4. Het mythische denken
De mythe biedt een verhalende, niet-argumentatieve verklaring van de werkelijkheid en van de
plaats van de mens daarin. Vaak zijn goden en allerlei bovennatuurlijke wezens en krachten de
hoofdrolspelers. Anders dan de wetenschap pretendeert de mythe niet alleen te verklaren, ze schrijft
ook voor hoe dingen moeten zijn.
De premoderne manier van kijken is vol met verhalen. Als je aan Aristoteles vroeg ‘waarom valt een
steen?’ omdat een steen daar hoort, natuurlijke plaats (zal zijn antwoord zij). Ziet de werkelijkheid
doordrongen van doeleinden.
, 17/02/2022
Moderne manier: hoe valt een steen? Hoe zwaar? …
Niet alleen het antwoord verschilt maar ook de vraag
5. De wetenschap
Definitie
Wetenschap is een menselijke bedrijvigheid die erop gericht is tot gesystematiseerde en
betrouwbare kennis te komen. De term wordt ook gebruikt om te verwijzen naar het resultaat van
die bedrijvigheid in een bepaald gebied: in deze betekenis is een wetenschap een geheel van
uitspraken, wetten of theorieën over een enigszins samenhangend probleemgebied, die aan de
volgende eisen beantwoordt: 1. ze kunnen worden meegedeeld aan andere mensen, 2. ze vertonen
een systematisch en geordend karakter en 3. er bestaat een controle op de betrouwbaarheid ervan.
(Vermeersch, 2008, ch. 1).
Historische evolutie van wetenschap:
Bijkomende uitleg over verificatie- en falsificatie als methode om wetenschappelijke vooruitgang te
genereren: Positivisme, Wiener Kreis en neo-positivisme: verificatie
Popper: falsificatie (een wetenschapper is iemand die zich kwetsbaar moet opstellen). Niet kunnen
aangeven dat je ongelijk hebt = ideologen. Wetenschappers moeten hun ongelijk kunnen toegeven
BIJVOORBEELD: psychoananalyse beschouwen als een soort ideologie: als je tegen Freud vertelt dat
het niet waar is (dan bevestig je zijn theorie)
Niet sluitend, werken met feiten en tot conclusie komen, wil niet zeggen dat het sluitend
bewezen werd (je kan niet alle feiten gaan controleren)
6. Manipulatieve interesse
- Alliantie wetenschap en technologie (dankzij kennis is technologie mogelijk)
o Er is een dialectisch verband (dankzij technologie meer kennis en omgekeerd)
o Wetenschap brengt technologie voort en technologie brengt nieuwe wetenschap
voort
- “We know more than we can tell.” Michael Polanyi: ‘tacit knowledge’
o Wij hebben veel expliciete kennis, maar wij hebben ook stilzwijgende kennis
BIJVOORBEELD: als je in NY bent en je herkent je buurman (hoe doe je dat? Dat is
impliciete kennis = knowhow)
- Geen sluitende definities van religie en wetenschap.
DEF 1: religie = poging om de werkelijkheid te verklaren → dan is religie een concurrent
van de wetenschap.
DEF 2: religie = zingevingsysteem → dan NOMA
- knowing how / knowing that
o Hoe kan je knowhow achterhalen?
o Hoe weet je hoe je moet fietsen, zwemmen…
o Wie zwemt, ademt op een andere manier (maar dat weten we niet)