Alle aantekeningen van de lessen van Straffen en Maatregelen, een vak op de Hanzehogeschool in het derde jaar. Met behulp van deze aantekeningen heb ik een ruime voldoende gehaald. Succes!
Werkgroep 1: Inleiding Sanctierecht en slachtofferrechten
Tapjes wetboek: inleiding sanctierecht en slachtofferrechten: blauw.
Bestuderen:
F.W. Bleichrodt en P.C. Vegter; Ons Strafrecht deel 3: Sanctierecht, Kluwer: Deventer 2021 (derde
herziene druk), Hoofdstuk 1, 2 (par. 2.1 t/m 2.7 (m.u.v. par 2.3 en 2.5))
Algemene vragen:
Vraag 1:
Straffen worden onderscheiden in hoofdstraffen en bijkomende straffen. Welke hoofdstraffen en
bijkomende straffen zijn er en waar vindt u deze in de wet?
- Hoofdstraffen: art. 9 lid 1 sub a Sr
o Gevangenis: art. 10 Sr.
o Taakstraf: art. 22c Sr.
o Hechtenis: art. 18 Sr.
o Geldboete: art. 23 Sr.
- Bijkomende straffen: art. 9 lid 1 sub b Sr
o Ontzetting van rechten: art. 28 Sr.
o Verbeurdverklaring: art. 33 en 33a Sr.
o Openbaar maken van uitspraak:
Bijkomende straffen kunnen, als de wet hun oplegging mogelijk maakt, zowel afzonderlijk als samen
met hoofdstraffen en met andere bijkomende straffen worden opgelegd (art. 9 lid 5 Sr).
Welke maatregelen kunnen worden opgelegd en waar vindt u deze in de wet?
- Maatregelen: van art. 36a Sr tot art. 38ij Sr.
o Plaatsing psychiatrisch ziekenhuis
o Ter beschikking stelling (TBS)
o Onttrekking aan het verkeer
o Ontneming wederrechtelijk voordeel
o Schadevergoeding aan slachtoffer
o Inrichting stelselmatige daders (ISD)
Vraag 2:
Is de volgende stelling juist of onjuist?
‘Vrijheidsbenemende straffen en maatregelen kunnen in Nederland enkel opgelegd worden door de
rechter’
- Juist, op grond van art. 113 GW. De rechter is in Nederland de enige die het Wetboek van
Strafrecht mag uitvoeren. Het strafrechtelijke sanctierecht strekt zich niet uit tot sancties
waarvan de oplegging en de tenuitvoerlegging door andere rechtsgebieden worden beheerst,
zoals de bestuurlijke boete.
Casusposities:
Casus 1:
Hans K. staat terecht voor de meervoudige kamer wegens zware mishandeling ex. art. 302 lid 1 Sr. Hij
heeft zijn vriendin toegetakeld met een gummiknuppel waarna zij met spoed naar het ziekenhuis is
overgebracht. Ze houdt geen blijvend fysiek letsel over aan de aanval, maar psychisch lijkt het niet
goed met haar te gaan. Zij is angstig en raakt makkelijk in paniek.
De meervoudige kamer acht het wettig en overtuigend bewezen dat Hans K. schuldig is aan
eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 1 Sr).
a. Wat is de minimale en de maximale geldboete die in dit geval kan worden opgelegd door de
rechter?
1
,Eerst kijken naar art. 300 lid 1 Sr mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste 3 jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Daarna naar art. 23 lid 4 Sr de vierde categorie is maximaal €22.500.
Op grond van art. 23 lid 2 Sr blijkt dat de minimale geldboete die opgelegd kan worden €3 is.
Conclusie: op grond van art. 300 lid 1 Sr jo. Art. 23 lid 2 en lid 4 Sr blijkt dat de minimale geldboete
altijd €3 is en de maximale geldboete in dit geval €22.500.
b. Wat is de minimale en de maximale duur van de gevangenisstraf die in dit geval kan worden
opgelegd door de rechter?
Eerst kijken naar art. 300 lid 1 Sr → Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste 3 jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Dan kijken naar art. 10 lid 2 Sr, de duur van een gevangenisstraf is minimaal 1 dag en ten hoogste 18
jaar.
Conclusie: In dit geval is dus op grond van art. 300 lid 1 Sr jo. art. 10 lid 2 Sr de minimale duur van een
gevangenisstraf altijd 1 dag en in dit geval is de maximale duur van de gevangenisstraf 3 jaren.
c. Kan de rechter in dit geval een taakstraf opleggen in de plaats van de gevangenisstraf?
Kijken naar art. 9 lid 2 Sr, Ten aanzien van misdrijven die worden bedreigd met een vrijheidsstraf of
een geldboete of ten aanzien van overtredingen die worden bedreigd met een vrijheidsstraf kan,
behoudens in bij de wet bepaalde gevallen, in plaats daarvan een taakstraf worden opgelegd.
De behoudens in bij wet bepaalde gevallen worden genoemd in art. 22b Sr → In dit geval valt artikel
300 lid 1 Sr niet onder een van deze uitzonderingen, dus kan er een taakstraf worden opgelegd.
Art. 9 lid 2 Sr ja, met uitzondering van de delicten die vallen onder het taakstrafverbod van art.
22b Sr. Art. 300 Sr valt niet onder het taakstrafverbod van art. 22b Sr en daarom mag in dit geval wel
een taakstraf worden opgelegd in plaats van een gevangenisstraf (art. 9 lid 2 Sr).
Stel, de rechter legt Hans K. een onvoorwaardelijke straf op van 8 maanden. Hiernaast wil de rechter
ook een taakstraf opleggen.
d. Mag de rechter in dit geval naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook een taakstraf
opleggen?
Art. 9 lid 4 Sr, In geval van veroordeling tot gevangenisstraf of tot hechtenis, vervangende hechtenis
daaronder niet begrepen, waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen deel ten hoogste 6
maanden bedraagt, kan de rechter tevens een taakstraf opleggen.
Conclusie: In dit geval kan er dus niet ook nog een taakstraf op worden gelegd omdat er een
onvoorwaardelijke straf op is gelegd van 8 maanden.
e. Stel, de rechter mag naast de gevangenisstraf ook een taakstraf opleggen. Wat is de
maximale duur van de taakstraf?
Op grond van art. 22c lid 2 Sr is de maximale duur van een taakstraf 240 uren.
Casus 2
Brenda is slachtoffer geworden van een straatroof. Zij had net een groot bedrag (1000 euro) gepind
om een aanbetaling te kunnen doen voor een auto. Kennelijk had de verdachte haar in de gaten
gehouden, want vlak na het pinnen sloeg hij toe. Gelukkig wordt de verdachte enkele dagen later
(door beelden die zijn vertoond in opsporing verzocht) aangehouden. Hij moet zich verantwoorden
voor de rechter.
Brenda wil het gestolen geldbedrag (1000 euro) verhalen op de verdachte. Ook wil zij 500 euro
schadevergoeding omdat ze erg geschrokken en ontdaan is na het delict. Brenda zoekt naar
mogelijkheden om dit bedrag binnen het strafrecht terug te krijgen en heeft gelezen over een
maatregel waarbij de veroordeelde wordt gedwongen om het geld te betalen.
2
,Vraag 1
Op welke maatregel doelt Brenda en heeft de vordering van Brenda kans van slagen? Maak bij uw
antwoord onderscheid tussen de twee onderdelen van de vordering.
Brenda doelt op de schadevergoedingsmaatregel van art. 36f Sr.
Er is een vordering van €1000 en een vordering van €500.
Wanneer Brenda de vorderingen wil verhalen op de verdachte, moet ze doen aan de volgende
voorwaarden:
- Brenda moet slachtoffer zijn op grond van art. 51a Sv: er is €1000 van haar ontnomen en dit
betekent dat zij €1000 vermogensschade heeft geleden. Ook bij de €500 immateriële schade
heeft Brenda een nadeel ondervonden.
- Hier moet ook een causaal verband aanwezig zijn: voldaan, want de van Brenda schade was
niet opgelopen wanneer de verdachte de €1000 niet had gestolen. Ook bij de €500 is er een
causaal verband, omdat Brenda erg is geschrokken en ontdaan is na het delict. Wanneer de
diefstal niet was plaatsgevonden, was Brenda niet zo geschrokken en ontdaan geweest.
Aantekeningen in de les
Forensische zorg: altijd in het kader van het strafrecht.
Het pieter baan centrum onderzoekt mensen naar hun mate van toerekeningsvatbaarheid. Mensen
worden verplicht geobserveerd.
Het is de bedoeling dat psychologen en psychiater de verdachte observeren. Hier kan de verdachte
ervoor kiezen om niks te zeggen, geen testen af te nemen etc.
Voorbeeld van een tentamenvraag: Welke combinatie van sanctierecht kan wel of welke kan niet?
Kan deze gevangenisstraf, kan deze duur van de gevangenisstraf? Kan een gevangenisstraf
gecombineerd worden met een taakstraf in dit geval?
Slachtofferrecht werd groot uitgebreid tijdens de zaak van Robert M. omdat de slachtoffers hier
kinderen en baby’s waren en nog niet konden praten werd het slachtoffer recht uitgebreid naar de
ouders. → Bijvoorbeeld uitgebreid naar spreekrecht van een nabestaande.
Terugblik jaar 1 en 2:
Materieel strafrecht: wetboek van Sr (of bijzonder: Opiumwet, wet wapens en munitie,
wegenverkeerswet, wet op de economische delicten); hetgeen wat wij in Nederland Strafbaar
achten.
Formeel strafrecht: wetboek van Sv; de procedureregels (vervolging, verdachte, bevoegdheden,
rechten verdachte etc.).
Sanctierecht: strafrechtelijke maatregelen en strafrechtelijke straffen.
Misdrijf: boek 2 Wetboek van Strafrecht; poging en medeplichtigheid zijn strafbaar
Overtredingen: boek 3 Wetboek van Strafrecht; poging en medeplichtigheid zijn niet strafbaar.
4 voorwaarden voor strafbaarheid:
1. Menselijke gedraging; bewust doen of nalaten. ‘Gewilde spierbeweging’.
2. Wederrechtelijkheid; Hiermee wordt bedoeld dat het gedrag in strijd moet zijn met het
objectieve recht.
3. Schuld; aanmerkelijke mate van verwijtbaarheid en onvoorzichtigheid.
4. Delictsomschrijving; het moet in de wet staan.
Verdachte:
3
, Art. 27 lid 1 Sr: Waar uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig
strafbaar feit voortvloeit.
Voorwaarden:
- (rechts)persoon
- Waar uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld
- Aan enig strafbaar feit voortvloeit.
o Arrest: hollende kleurling: er was geen sprake van feiten en omstandigheden waaruit
een redelijk vermoeden van schuld moest blijken.
o Arrest stormsteeg: …
Verschil tussen opportuniteitsbeginsel en het vervolgingsmonopolie.
- Vervolgingsmonopolie: Het Openbaar Ministerie mag kiezen of ze overgaan tot vervolging of
niet. Ze zijn belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en andere bij de wet
vastgestelde taken. Art. 124 Wet RO.
- Opportuniteitsbeginsel: het OM mag besluiten om van vervolging af te zien, op gronden aan
het algemeen belang ontleend. Als het beter is voor het algemeen belang kan het OM
besluiten om niet te vervolgen.
Rechterlijk beslissingsschema:
- 4 formele vragen: art. 348 Sv
o Dagvaarding geldig?
o Rechter bevoegd?
o OvJ ontvankelijk?
o Reden tot schorsing van de vervolging?
- 4 materiele vragen: art. 350 Sv
o Ten laste gelegde feit bewezen?
o Bewezenverklaarde strafbaar?
o Verdachte strafbaar?
o Welke straf?
Strafuitsluitingsgronden
- Schulduitsluitingsgronden
o Nemen verwijtbaarheid van de dader weg
Soorten:
Noodweerexces
Psychische overmacht
Onbevoegd ambtelijk bevel
Ontoerekeningsvatbaarheid
Afwezigheid van alle schuld
o Arrest Melk-en-Water
- Rechtvaardigingsgronden
o Nemen wederrechtelijkheid weg/ rechtvaardiging van een bepaalde daad
Soorten:
Noodweer
Overmacht noodtoestand
Bevoegd ambtelijk bevel
Wettelijk voorschrift
Ontbreken van materiele wederrechtelijkheid
o Arrest Veearts.
Actualiteit
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jannavdkooi. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.