1. Recht in het Algemeen
1.1 Het begrip recht
Het recht is een toestand van regels die door sommige menselijke handelingen verstoord of
aangetast kan worden en door andere gehandhaafd, tot stand gebracht of hersteld kan worden.
Rechtsregels dragen bij aan de vestiging, de handhaving of het herstel van het recht in de
samenleving (de rechtsorde). Tegenwoordig verwijst recht vaak naar het systeem van regels
waarmee men de maatschappij ordent (wetsorde).
1.2 Noodzaak en belang van recht
In de wet staat wat je wel en wat je niet mag doen. Soms staat er ook in op welke manier je iets
moet doen. Dit zorgt voor een zekere orde die niet aanwezig zou zijn zonder het recht. Het recht
zorgt er ook voor dat mensen die zich niet aan de rechtsregels houden gepast gestraft kunnen
worden.
1.3 Bronnen van het recht
De formele bronnen van het recht zoals zij thans worden omschreven zijn de elementen die samen
het recht uitmaken en waarop de rechtsonderhorigen zich kunnen steunen om hun rechten te
kunnen laten gelden.
De wet is een bindende rechtsregel, opgelegd door de federale wetgevende macht, bekrachtigd
door de Koning en afgekondigd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De Salduz-wet houdt in dat iedere Belg die wordt beschuldigd van een misdrijf, recht heeft op
een advocaat tijdens het eerste verhoor.
Een decreet is een regel die wordt uitgevaardigd op het vlak van de gemeenschappen en
gewesten.
Het Bosdecreet is een decreet dat werd uitgevaardigd op 13 juni 1990 door het Vlaams
parlement en tot doel heeft het behoud, de bescherming, het beheer en het herstel van de bossen
en van hun natuurlijk milieu en de aanleg van de bossen te regelen.
Verordeningen zijn Koninklijke Besluiten (maatregelen getro en door de regering en ondertekend
door de Koning), Ministeriële Besluiten (maatregelen getro en door een minister binnen zijn
bevoegdheid in uitvoering van bepaalde wetten en zonder tussenkomst van de Koning) en
provinciale – en gemeentelijke besluiten (zij zijn slechts bindend binnen het betrokken
grondgebied).
Sinds 1 maart 2010 geldt de gewestelijke stedenbouwkundige verordening
voor Toegankelijkheid.
De gewoonte is een ongeschreven regel die ontstaat door openlijk gestelde handelingen die
regelmatig, langdurig en zonder tegenspraak is ontstaan.
De rechtspraak is het geheel van uitspraken van hoven en rechtbanken die door gerechtelijke
uitspraken de wetten interpreteren en toepassen, waarbij deze rechtspraak in ons Belgisch
rechtsstelsel geen bindende kracht heeft. De uitspraak van de ene rechter kan dus onmogelijk de
uitspraak van de andere rechter binden, net zomin als de uitspraak van de rechter in een ene
zaak, zijn uitspraak in een andere zaak kan binden. Dit neemt niet weg dat de rechtspraak een
bron van inspiratie en beïnvloeding is en als voorbeeld van de toepassing van de wet kan gelden.
De rechtsleer (ook wel doctrine genoemd) is het geheel van geschriften gewijd aan het recht door
gezaghebbende auteurs, meestal rechtsgeleerden. Het recht zoals aangetro en in de wetgeving
en in de rechtspraak spreekt immers niet voor zich, maar moet verduidelijkt worden.
ff ff ff
,1.4 De Belgische gerechtelijke organisatie van rechtbanken en
hoven en hun bevoegdheden
Het vredegerecht is een burgerlijke rechtbank. Voor strafzaken, scale zaken en problemen van
sociaal recht kan u niet terecht bij de vrederechter. De vrederechter staat dicht bij de burger en is
daarom ook vlot bereikbaar.
De politierechtbank behandelt voornamelijk overtredingen en verkeersmisdrijven. Ze bestaat uit
één of meer politierechters. Behandelt burgerlijke zaken (schade ontstaan uit verkeersongeval) en
strafzaken.
De rechtbank van eerste aanleg is de rechtbank met de meest uitgebreide bevoegdheden,
zowel op burgerlijk als op strafrechtelijk gebied.(burgerlijke, correctionele en familie- en
jeugdsectie)
De arbeidsrechtbank is een gespecialiseerde rechtbank. Zij heeft heel wat bevoegdheden inzake
arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht. Daarnaast heeft de arbeidsrechtbank een aantal
bevoegdheden die voorzien zijn in bijzondere wetten.
De rechtbank van koophandel is een gespecialiseerde rechtbank. Zij neemt kennis van
geschillen tussen ondernemingen.
Als een van de partijen het oneens is met een beslissing van de rechtbank van eerste aanleg,
inclusief de familie- en jeugdrechtbank, of de rechtbank van koophandel, kan deze in beroep gaan
bij het hof van beroep.
Het hof van assisen behandelt de zwaarste misdrijven, zoals moord en doodslag, poging to
moord, poging tot doodslag, gijzeling met dodelijke a oop, zware zedendelicten, enz.
fl fi
, Als een van de partijen het oneens is met een beslissing van de arbeidsrechtbank, kan deze in
beroep gaan bij het arbeidshof.
Het Hof van Cassatie is het hoogste rechtscollege. Het oordeelt over de wettigheid van de
rechterlijke beslissingen. Het spreekt zich niet uit over feiten. Een cassatieberoep is een
bijzondere rechtspleging.
2. Personenrecht
2.1 Natuurlijke en rechtspersonen
Er zijn natuurlijke personen en rechtspersonen. Natuurlijke personen zijn mensen zoals jij en ik. Zij
gaan zelfstandig verplichtingen aan door bijvoorbeeld een telefoonabonnement of hypotheek af te
sluiten. Een rechtspersoon kan dat ook. Het verschil tussen een natuurlijk persoon en een
rechtspersoon is dat er geen sprake is van een mens van vlees en bloed, maar van een
organisatie die de verplichtingen aangaat.
2.2 De Identiteit van de natuurlijke persoon: de naam, de
voornaam, de woonplaats en de identiteit
Voornaam
Er moet een onderscheid zijn tussen voor- & achternaam sinds de wet van 15 mei ’87.
- Voornaam: het recht om een voornaam te kiezen komt beide ouders toe in gezamenlijk overleg.
Indien de ouders het niet met elkaar eens zijn, is de jeugdrechter bevoegd.
- De voornaam is vrij te kiezen, toch legt de wetgever restricties op:
- Geen aanleiding tot verwarring (een meisje Filip noemen);
- Het mag het kind niet schaden (een belachelijke naam);
- Het mag geen derden schaden (een familienaam als voornaam gebruiken).
Familienaam
De familienaam kan niet vrij gekozen worden en wordt automatisch overgedragen op het kind.
Voortaan krijgen ouders in ons land de keuze: zowel de naam van de vader, als de naam van de
moeder als de dubbele naam (met keuze volgorde) kan worden gegeven. Wanneer ouders geen
keuze maken, of er onderling niet uit raken, zal het ‘oude’ systeem worden toegepast en de naam
van de vader worden gegeven.
Woonplaats
De woonplaats is de plaats waar een natuurlijk persoon of rechtspersoon zijn hoofdverblijf heeft
voor het uitoefenen van zijn burgerlijke rechten.
Kinderen nemen hun woonplaats in de gezamelijke woonplaats van de ouders. Als deze niet
samenleven, woont het kind in de woonplaats van één van beide. Wie onder voogdij leeft, heeft
zijn woonplaats bij de voogd.
Verblijfplaats
De verblijfplaats is de plaats waar men in werkelijkheid vertoeft. Bijvoorbeeld: mijn woonplaats is
in Antwerpen, maar in de zomer verblijf ik op mijn appartement aan zee.
Meerdere verblijfplaatsen zijn mogelijk, maar er is maar één woonplaats.