Algemene inleiding
Wat is recht?
Het recht omvat een geheel van gedragsregels en normen
Deze gedragsregels en normen kunnen zeer verscheiden zijn en diverse vormen aannemen.
Verbodsbepalingen: verboden bepaalde handelingen te stellen.
Gebodsbepalingen: verplichten wordt opgelegd bepaalde handelingen te stellen.
Toelatingsregels: mogelijkheid er een beroep op te doen, zonder daartoe verplicht te zijn.
Dwingend recht: regels waar niet zomaar van afgeweken kan worden.
Aanvullend recht: van andere wel perfect kan afgeweken worden, ze gelden slechts als partijen niets
anders overeenkwamen.
Doel het maatschappelijk leven te ordenen
Bedoeling van recht is de gemeenschap of de samenleving te ordenen. Dus maatschappelijke rol.
De regels worden opgelegd door de overheid.
De overheid vaardigt de regels uit. Het is met andere woorden de overheid die, via bepaalde
beslissingskanalen, beslist welke rechtsregels uitgevaardigd zullen worden. Verschillende niveaus =
ordering van de maatschappij.
De regels zijn afdwingbaar
Het is niet voldoende dat de regels uitgevaardigd worden, ook afgedwongen. Daartoe zal gerechtelijk
apparaat opgezet worden om tot de afdwinging van de regels te kunnen overgaan.
Aanvullend recht
Enkel van toepassing als er geen andere regeling werd getroffen door de burgers. Ze vullen
overeenkomsten aan als partijen niks anders overeengekomen zijn.
Dwingend recht
Moet nageleefd worden door de burgers anders volgt er een sanctie.
,Indeling van het recht
Privaatrecht – publiekrecht
Privaatrecht
Rechtsverhoudingen tussen de burgers onderling. Meestal aanvullend recht.
Binnen het privaatrecht moeten o.a. het burgerlijk recht, het gerechtelijk privaatrecht en het
internationaal privaatrecht onderscheiden worden.
Burgerlijk recht
Geeft o.a. regels aan m.b.t. familiale verhoudingen, contracten tussen burgers, zakelijke rechten, …
Gerechtelijk privaatrecht
Geeft aan hoe het gerechtelijke apparaat georganiseerd is (welke rechtbanken zijn er, waarvoor zijn
ze bevoegd, …) en op welke wijze procedures oor rechtbank gevoerd moeten worden.
Internationaal privaatrecht
Geeft o.a. aan welke rechter bevoegd is en welke rechtsregels toegepast moeten worden als er een
grensoverschrijdend rechtsprobleem is. Het is immers niet zo dat in elk geval waarin een Belg
betrokken is de Belgische rechtbanken bevoegd zijn en het Belgische recht ook toegepast oet
worden.
Publiekrecht
Algemene belangen, meestal van dwingend recht. Heeft betrekking op de inrichting, de werking en
de onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen en op de verhouding van de overheid tot de
burgers.
Het publiekrecht omvat onder andere het staatsrecht, het administratief recht, het strafrecht, het
strafprocesrecht en het fiscaal recht.
Het staatsrecht
Het geheel van regels die betrekking hebben op de inrichting en de werking van de staat en de
onderlinge verhoudingen tussen de organen van de staat. Het omvat o.a. de bevoegdheidsverdeling
tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten.
Het administratief recht.
Bevat de regels die nodig zijn voor de werking van de overheidsinstanties, de manier waarop de
burger zich tot de overheid kan richten … (zo geeft het administratief recht o.a. aan hoe een
omgevingsvergunning aangevraagd moet worden, hoe beroep aangetekend kan worden tegen een
weigering van een dergelijke vergunning enz.).
Het strafrecht
Geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn en welke sancties er tegenover staan.
Het strafprocesrecht
Geeft o.a. aan op welke wijze misdrijven kunnen vastgesteld en opgespoord worden en hoe de
procedure verloopt om beklaagden te vervolgen.
Het fiscaal recht
regelt de problematiek van de belastingen.
Rechtstakken moeilijk geplaatst worden
Binnen deze indeling tussen het publiek- en privaatrecht kunnen een aantal rechtszaken moeilijker
worden geplaatst, bv. ondernemings- en economisch recht, financieel recht, sociaal recht, …
,Ook internationaal recht dat moeilijk binnen de indeling geplaatst kan worden.
Suprationaal recht vs nationaal recht (bv. 2 jaar garantie).
De bronnen van recht
Wetgeving sensu lato
Betreft de wetgeving in de ruime zin van het woord. Hierbinnen kunnen verschillende soorten
bronnen onderscheiden worden. Overigens hebben niet alle ‘wetten’ in de ruime zin van het woord
dezelfde waarde.
Internationale verdragen en beslissingen van supranationale organisaties
Supranationale regels hebben voorrang op de Belgische wet.
Het is belangrijkste voorbeeld van beslissingen van supranationale politieke instellingen is wellicht het
recht van de Europese Unie. De Europese organen beschikken in dat verband over drie belangrijke
beleidsinstrumenten: de richtlijnen, de verordeningen en de besluiten.
Richtlijn
Enkel verbindend ter attentie van het resultaat voor elke lidstaat waar voor ze bestemd is.
Verordening
Heeft een algemene strekking en rechtstreeks van toepassingen in alle lidstaten.
Besluit
Verbindend in al zijn onderdelen (besluiten zijn mogelijk ter attentie van bepaalde lidstaten.
Los daarvan zijn er ook internationale verdragen tussen twee of meer staten.
Supranationaal recht is minder belangrijk bij burgerlijk recht dan bij economisch recht.
Grondwet
De grondwet kan beschouwd worden als de meest fundamentele (Belgische) wet. Zij regelt de
inrichting van de machten binnen de staat en waarborgt de fundamentele rechten en vrijheden van
de burgers.
Parlement maakt de wet => minister schrijft de wet => regering stemt de wet.
Twee voorbeelden: het onderwijs is vrij, de drukpers is vrij.
Wet sensu stricto
De wet in strikte zin van het woord is de wet die door de Kamer van Volksvertegenwoordigers tot
stand komt. Ten gevolge van de hervorming van de Senaat is de rol van de Senaat in het wetgevende
proces sterk beperkt.
Decreten (= juridisch gelijk) (= Vlaanderen – Vlaamse parlement)
Decreten zijn de ‘wetten’ die op het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten gestemd worden.
In de hiërarchie van de normen bevinden decreten zich op hetzelfde niveau als een federale wet.
Bij het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest is er geen sprake van decreten maar wel van ordonnanties.
Federale weet heeft voorrang op deelstaatwet.
Koninklijk besluit
Uitvoeringsbesluiten, uitvoerende macht => gemaakt door ministers.
Dit zijn besluiten die door de Koning (in de praktijk gaat het om de ministers) worden genomen en
die nodig zijn voor de uitvoering van bepaalde wetten. Deze besluiten moeten een wettelijke basis
hebben zijn mogen de wet zelf niet schorsen of vijstelling van haar uitvoering verlenen.
, Besluit van de gemeenschaps- en gewestregeringen
Zoals decreten eigenlijk de wetten in strikte zin van het woord op regionaal niveau zijn, kunnen de
besluiten van de gemeenschaps- en gewestregeringen worden beschouwd als de ‘regionale
Koninklijke Besluiten’. Op hiërarchisch vlak staan ze op hetzelfde niveau als een KB.
Grondwettelijk hof beslist wie gelijk heeft.
Gouverneur voor provincie, zij coördineren een provincie.
Andere
Naast de reeds genoemde bronnen vinden we op een hiërarchisch lager vlak nog enkele andere
regels terug zoals de Ministeriële Besluiten en de besluiten van een lid van de gemeenschaps- en
gewestregering.
Uitvoerende macht => toepassen.
Binnen de Belgische rechtsorde kan ook worden gewezen op het bestaan van provinciale en
gemeentelijke reglementen.
Bronnen van het recht
1 De grondwet
2 De wet
3 Decreten en ordonnanties
4 Koninklijke besluiten
5 Ministeriële besluiten
6 Belsuit van een deelregering
7 Provinciaal en gemeenstelijk reglement
8 De rechtsleer
9 De gewoonte
10 De algemene rechtsbedingen
Rechtspraak
Het probleem met de wet is dat ze nooit in een oplossing kan voorzien voor alle concrete gevallen die
zich zouden kunnen voordoen. De wet regelt immers alles in algemene bewoordingen.
Als een betwisting aan een rechter wordt voorgelegd, kan deze niet op een bijna automatische wijze,
als een computer, uitspraak doen. Hij zal de wet dan ook moeten kneden, toepasseijk maken op een
concreet geval; hij zal deze met andere woorden moeten interpreteren.
Het geheel van de beslissingen van hoven en rechtbanken vormt de rechtspraak, die ons leert hoe
een rechter de wet in een concreet geval toepast.
Deze rechterlijke uitspraken zijn in theorie alleen bindend tussen de partijen in het geding. In de
praktijk kan het inroepen van vroegere rechterlijke beslissingen de besluitvorming van de rechter wel
beïnvloeden, en dit zeker naarmate de beslissingen werd genomen door een hiërarchisch hoger
rechstcollege.
Overigens moet de rechter zijn beslissing motiveren en moet hij rchtspreken binnen een redelijke
temrijn. De wet zegt daarbij dat de rechter die de zaak in beraad neemt, de dag voor de uitspraak
bepaalt. Die moet meestal plaatsvinden binnen een maand na het sluiten van de debatten.
Rechtbank is vrij.
Rechtspraak
Toepassing van de wet op een concreet geval, wet is algemeen en de rechter moet de wet toepassen
op een geval.