Wegenbouw 1 is een OLOD dat door veel studenten onderschat wordt. Het examen is dan ook niet eenvoudig. Met deze samenvatting ben je al een heel eind op weg geholpen.
HOOFDSTUK 1: Inleiding
1. Inleiding
Eerste wegen/paden levensbehoeften en vluchtwegen
Oudheid:
Assyriërs, Perzen, Babyloniërs
Romeinen:
Militaire wegen (verplaatsing, bevoorrading)
1600-1700 zandwegen + aanleg wegen tussen handelshaven
Romeinen technische wegenbouwers – platte zwerfstenen die tussen (deels ingegraven)
kantstenen waren opgesloten [Via Appia]
- Begin 19e E: Fransen (Napoleon)
- 2de helft 19 E stoommachine / spoorverkeer
- Eind 19e E verbrandingsmotor (auto) ontwikkeling plaatselijk wegennet
- Begin 20e E – verharding met klinkers
- Ontstaan – ontwikkeling huidig wegennet
- 2de helft 20e E aanleg autosnelwegen
2. De weg – basisstructuur
Laagsgewijze opbouw (ongewijzigd principe)
‘Weg’ = een al dan niet verharde strook grond (met fundering en afwatering) waarop
verplaatsing mogelijk is.
Afhankelijk van verkeersbelasting vervormt grond.
Onderfundering als de ondergrond de wielbelasting niet of niet voldoende kan
dragen
o Steviger dan de ondergrond
o Spreidt de belasting en de druk op ondergrond wordt minder
o Fundering is dan weer steviger dan de onderfunder
o = harder, ruwer en meer gebonden materiaal
Fundering + onderfundering = zorgt dat druk in verkeer in een HOEK wordt overgebracht
naar ondergrond
Wegverharding:
o Comfortabel
o Weerstand aan slijtage
o Regenwater afvoer – geen plassen
Te maken met:
o Verkeersbelasting en snelheid
o Regenwater en grondwater
Regenwaterafvoer: moet naar grondwater gebracht worden
- Door de verharding (waterdoorlatend)
- Langs de verharding
, Algemene uitvoeringsmodaliteiten voor wegenis- en aanverwante werken:
Standaardbestek 250 (Vlaanderen)
Cahier des charges type RW 99 (Wallonië)
Typebestek 2000 (Brussel)
3. Indeling der wegen en wegbeheer
2 grote categorieën: Aangelegd, onderhouden en
Hoofdverbinteniswegen = o HOOFDWEGEN [KB van 25/7/1816] beheerd in opdracht van 3
Gewestwegen Belgische gewesten. Vlaams
[Provinciewegen (bestaan niet meer)] Gewest AWV (Agentschap
autosnelwegen Wegen en Verkeer)
o KLEINE WEGEN
Gemeentewegen
Buurtwegen en voetwegen (atlas van “) “ door de gemeente
Volgens functionele indeling (Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen) :
o Hoofdwegen
o Primaire wegen I autosnelweg en gewestweg
o Primaire wegen II
o Secundaire wegen
o Lokale wegen gemeenteweg
(belang i.v.m. bouwklassen [zie wegontwerp])
4. Benaming
A, E, B, R en N-wegen
o A-wegen
= autosnelwegen (slechts bekend als er geen E-nummer is)
o E- wegen
= Europese verbindingswegen (meestal autosnelwegen)
o B- wegen
Sommige zeer korte stukjes autosnelweg (lussen) of sommige lange
toegangswegen naar een autosnelweg
o R- wegen
Ringwegen rond de grootste Belgische agglomeraties
o N-wegen
Gewestwegen (N1 tot N9 = belangrijkst)
N10, N20, N30 … N90 = belangrijke wegen die agglomeraties met elkaar
verbinden
N11 tot N99 = belangrijkste wegen, waarbij het cijfer der tientallen de
provincie aanduidt waar zich het belangrijkste deel van de weg bevindt.
N100 tot N999 = minder belangrijke wegen = lokale wegen [cijfer der
honderdtallen verwijst opnieuw naar provincies]
,HOOFDSTUK 2: nomenclatuur van de weg
1. Algemene bepalingen
Weg = geheel van inrichtingen die het verkeer van voetgangers, voertuigen en dieren
mogelijk moeten maken.
Meest voorkomende onderdelen weg in bovenaanzicht:
Weergegeven in dwarsprofiel …
, Onderdelen weg dwarsdoorsnede:
Weggebied = deel openbaar domein, bestemd voor de weg en aanhorigheden.
Wegbaan = bewerkt gedeelte van weggebied, dat met de grenzen van het grondwerk overeenstemt
(taluds, steunbermen etc.)
Aanlegbreedte = breedte van horizontale projectie van de wegbaan, loodrecht op de wegas
gemeten.
Taluds:
- In uitgraving tenen van taluds
- In ophoging kruinlijnen taluds
BERMEN:
- Tussensteunberm = onderbreekt helling talud (soms gewoon ‘steunberm’)
- Onderberm = steunberm gelegen aan onderkant van een talud
in ophoging
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sennarodriguesdasilva. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.