Samenvatting van het gehele boek ''Inleiding in het Nederlandse recht'' van Verheugt.
Samenvatting van alle colleges van het vak Inleiding recht voor niet-juristen.
Oefententamen vragen zijn behandeld in de stof in de samenvatting.
, Week 1
Recht in het algemeen
Recht en staat
Hoofdstukken 1&2 Verheugt
Hoorcollege 1 (5 & 7-9-2022)
Recht in het algemeen
Wat is het recht?
Positief recht = onder de term ‘positief recht’ verstaan we het geheel van alle geldende rechtsregels
op een bepaalde plaats en op een bepaald tijdstip.
Rechtsregels zijn plaats en tijdsafhankelijk.
Recht is te vinden in de rechtsbronnen
Inhoud rechtsregels; vloeit voor uit algemeen aangevaarde opvattingen over goed en kwaad en uit de
behoefte aan een doel matige ordening van de maatschappij.
Rechtensamenleving; recht bestaat uit een verzameling van regels die betrekking hebben op het
handelen van mensen als leden van de samenleving en op de organisatie van die samenleving.
Naast de term positief recht kennen we ook het begrip objectief recht, deze term wordt in verband
gebracht met de term subjectief recht.
Objectief recht = is een synoniem aan het positief recht, dus; de verhoudingen tussen personen in
termen van bevoegdheden en verplichtingen.
Deze algemeen geldende bewoordingen vormen geen doel op zich zelf, ze dienen ertoe om in de
werkelijkheid te worden toegepast zodra het in de regel beschreven geval zich voordoet.
Subjectief recht = de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht
ontleent. Het is een aan het objectieve recht ontleende bevoegdheid van een rechtssubject.
Het verschil is duidelijker in de Engelse taal; het verschil tussen de definities van ‘law’ (algemene
regel – objectieve recht) en ‘right’ (individuele bevoegdheid – subjectief recht).
Natuurrecht = dit is het recht wat voor iedereen geldt ongeacht de plaats en tijd omdat het door de
natuur is gegeven.
Dit zijn universele waarden en normen die zijn voortgekomen uit de natuur zonder dat de mens
daaraan te pas is gekomen.
Rechtssubject; is een drager van subjectieve rechten en plichten. Deze bezit met andere woorden
rechtspersoonlijkheid of juridische persoonlijkheid. Juridisch gezien zijn er twee soorten
rechtssubjecten;
Natuurlijke personen; mensen, individuen.
- VB – Natuurlijke personen; een gezin of familie is geen rechtssubject maar bestaat uit 2 of
meer natuurlijke personen die ieder afzonderlijk een rechtssubject zijn.
Rechtspersonen; een juridische constructie, een ‘abstractie entiteit’.
- Privaatrechtelijke (een vennootschap, vereniging).
- Publiekrechtelijke (de Staat, provincies, gemeenten en waterschappen).
, - VB – Rechtspersonen; een rechtspersoon kan aangeklaagd worden en failliet gaan, maar
heeft minder rechten en plichten dan een natuurlijk persoon. Een rechtspersoon kan bijvb.
wel erven, maar niet trouwen of gevangenisstraf krijgen.
Hoe delen we recht in?
Functies van het recht (2)
Recht is conflict mijdend (1): het is gefocust op materieel recht.
Rechten, plichten, geboden en verboden.
Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en daarmee ook te
uniformeren doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn.
Recht is conflict oplossend (2): gefocust op formeel recht.
Hiermee kom je in aanraking als er wel al moeilijkheden zijn ontstaan.
Er wordt toezicht uitgeoefend op de niet-naleving ervan en conflicten daarover worden aan de
rechter voorgelegd.
Materieel vs. Formeel recht
Materieel recht = materieel recht zijn de regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van
personen in hun onderling verkeer. In het materieel recht wordt bepaald hoe (rechts)personen zich
naar elkaar toe moeten gedragen. Dagelijks hebben mensen met materieel recht te maken (bijvb.
boodschappen doen). Er ontstaan dan rechten en plichten.
VB - Materieel recht; de koper van een pizza moet de koopprijs betalen en heeft zo recht op
levering van de pizza. De verkoper moet de pizza leveren en heeft recht op betaling van de
koopprijs.
Materieel recht staat in het;
Burgerlijk wetboek (BW)
Wetboek van strafrecht (SR)
Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Materieel recht bevat AVV (het algemeen verbindend voorschrift) = een naar buiten werkende
voor de daarbij betrokken personen bindende regel, uitgaande van het bevoegd gezag, dat de
bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent.
Formeel recht = heeft betrekking op de handhaving van regels van materieel recht in procedures
voor de rechter. De begrippen formeel recht en procesrecht zijn synoniemen. Dit recht bevat de
regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd, op welke wijze materieel recht
wordt gehandhaafd.
VB - Formeel recht; een bankovervaller wordt met buit en al door politie op heterdaad betrapt en
aangehouden. In het procesrecht vinden we regels over hoe de bankovervaller in een strafproces
moet worden berecht.
Formeel recht/procesrecht staat in het;
Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (WRv)
Wetboek van strafvordering (WSv)
Algemene wet bestuursrecht (AwB).
Privaatrecht vs. publiekrecht
Privaat recht: dit is het geheel van regels over de verhouding tussen burgers onderling, tussen
bedrijven onderling en tussen burgers en bedrijven. Dit zijn de horizontale verhoudingen, dus het
betreft gelijkwaardige partijen.
Privaatrecht betreft particuliere bevoegdheden en is niet exclusief. Het dient voor individueel belang.
, VB – Privaatrecht; een koopovereenkomst/huurovereenkomst
Materiële privaatrecht; de rechten en plichten van burgers en bedrijven.
Formele privaatrecht; de regels wat betreft het proces van de rechten en plichten van burgers en
bedrijven. Het zijn de regels van het aan deze rechten en plichten gekoppelde procesrecht (denk
aan de procesgang, de tenuitvoerlegging van vonnissen).
Synoniemen privaatrecht; burgerlijk recht & civiel recht. Deze zijn dan weer onderverdeeld in
bijvb. arbeidsrecht, ondernemingsrecht, personen-en familierecht.
Publiekrecht: regelt de verhouding van burgers tot de overheid. Dit zijn de verticale verhoudingen.
Publiekrecht betreft overheidsbevoegdheden en is dus wel exclusief. Het dient voor algemeen
belang.
VB - Publiekrecht; wijze van kabinetsformatie en voeren van verkiezingen. Of opleggen van
belastingaanslag (denk aan de toeslagenaffaire).
De overheid is hier de rijksoverheid, gemeenten maar ook bestuursorganen zoals het UWV en de
Belastingdienst. In het publiekrecht staat ook welke bestuursorganen welke bevoegdheden hebben
en hoe deze tot besluiten komen.
Onder publiekrecht vallen het bestuursrecht, staatsrecht, strafrecht en belastingrecht.
Het heeft privaatrechtelijke trekken; in feite is het natuurlijk een conflict tussen burgers
aangezien de individuen wat samen de overheid vormt, ook burgers zijn.
Waar vinden we het recht?
Alles is juridisch geregeld, belangrijkst is waar je dat recht kan vinden. De basis is vast gelegd in de
wet. In de wet kan je alleen nooit alles vast leggen. Situaties kunnen altijd anders zijn dan de situatie
die is omgeschreven of een situatie in het verleden of heden.
Wetten zijn ook interpretatie afhankelijk. VB; het hinderlijk volgen of voorruit lopen bij een
staking.
Wetten zijn niet de enige bronnen van recht.
Rechtsbronnen (6)
De rechtsbronnen zijn al de bronnen van het positieve recht (dus al het geldende recht in ons land).
Bij de rechtsbronnen gaat het om de vorm waarin rechtsregels zich voordoen en niet om de inhoud
van de regels.
De wetgever maakt rechtsregels die tot ons geldend recht behoren en deze verschijnen in de
wet. Deze rechtsregels in de wet vormen slechts een deel van het positieve recht.
Wet (1)
Ons positieve recht staat in de wet. Onder de wet verstaan we elke algemeen geldende geschreven
rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan. Je hebt hier een
onderscheid tussen een wet in formele zin en een wet in materiële zin;
Een wet in formele zin is een gezamenlijk besluit van de regering en het parlement volgens een
grondwettelijke procedure.
Regering = koning en de ministers. De ministers vormen samen de ministerraad, deze wordt
voorgezeten door de minister-president. De ministers + staatssecretarissen vormen samen het
kabinet.
Parlement = is de eerste en tweede kamer. De eerste kamer heet ook wel de Staten-Generaal en
de tweede kamer heet ook wel de volksvertegenwoordiging
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nadiaschadenberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.