Kredietbemiddeling: module 1: algemene beginselen vd kredietbemiddeling
H1) Het Belgisch financieel landschap
1) Kredietgevers en kredietbemiddelaars
De kredietverstrekking en de kredietbemiddeling zijn gereguleerde activiteiten. Enkel behoorlijk
vergunde kredietgevers, respectievelijk behoorlijk ingeschreven kredietbemiddelaars mogen deze
activiteiten in België uitoefenen.
Kredietgever = elk natuurlijk persoon of rechtspersoon die, in het raam van zijn
handels- of beroepsactiviteiten, een krediet toestaat
o Niemand mag ik België de activiteit van kredietgever uitoefenen als hij niet op
voorhand van de FSMA een vergunning heeft gekregen of bij haar is
geregistreerd.
o De kredietinstellingen (= banken), verz.ondernemingen, instellingen voor
elektronisch geld en betalingsinstellingen die al vergund zijn voor hun andere
activiteiten dienen voorafgaandelijk ook vergund te worden door de FSMA als
kredietgever
Kredietbemiddelaar = elk natuurlijk persoon of rechtspersoon die niet optreedt als
kredietgever en die ih raam v zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten tegen een
vergoeding id vorm v geld of een ander overeengekomen economisch voordeel:
o Aan csmten kredietovereenkomsten voorstelt of aanbiedt
o Csmten bijstaat id voorbereiding vh sluiten v kredietovereenkomsten
o Namens de kredietgevrt met csmten kredietovereenkomsten sluit
o Niemand mag in België de activiteit van bemiddelaar inzake csmtenkrediet of
hypothecair krediet uitoefenen als hij niet op voorhand ih daartoe door de
FSMA bijgehouden register is ingeschreven
2) De toezichthouders
De FSMA en de NBB: de verschillende actoren id Belgische financiële sector staan, voor
diverse aspecten, onder permanent toezicht.
Doelstelling vd controle is:
Stabiliteit en vertrouwen id financiële markten waarborgen
Een loyale, billijke en professionele behandeling vd beleggers en financiële
csmten te waarborgen
Dit toezicht loopt sinds 1/4/2011 via het Twin Peaks-model met twee autonome
toezichthouders, die elk specifieke doelstellingen nastreven:
De Nationale Bank van België: integraal toezicht op banken, verz.ondernemingen en
andere financiële instellingen
1
Bron: Febelfin Academy. (2015). Handboek kredietbemiddeling. Febelfin Academy
Brussel.
, Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA): het toezicht op de
financiële markten en de csmtenbescherming
Taken en bevoegdheden vd FSMA:
Toezicht op de financiële markten en op de financiële informatie van
vennootschappen
Gedragstoezicht
Producttoezicht
Toezicht op bepaalde financiële dienstverleners en tussenpersonen, waaronder:
o De kredietgevers inzake csmtenkrediet en hypothecair krediet
o De tussenpersonen csmtenkrediet en hypothecair krediet
Toezicht op de aanvullende pensionen
Bijdragen tot een betere financiële vorming
Sinds 1/11/2015 is de FSMA tevens bevoegd voor de toegang tot het beroep van
kredietgever en kredietbemiddelaar in hypothecair krediet en consumentenkrediet.
Deze bevoegdheid houdt onder meer het volgende in:
Erkenning van kredietgevers
Inschrijving van kredietbemiddelaars
Toezicht op en nemen van administratieve maatregelen en sancties in geval van
inbreak op de bepalingen die van toepassing zijn op de toegang tot de activiteit van
kredietgever en kredietbemiddelaar
Met de invoering vh Twin Peaks-model is de NBB verantwoordelijk voo de handhaving vd
macro- en micro-economische stabiliteit en macro- en microprudentiële toezicht vh
financiële stelsel.
De NBB ziet aldus toe op het verzekeren vd financiële soliditeit vd financiële instellingen
onder haar controle. Deze financiële controle wordt uitgeoefend op de solvabiliteit,
liquiditeit en de rendabiliteit v deze instellingen.
De Federale Overheidsdienst Economie (FOD Economie): inzake kredietverstrekking en
kredietbemiddeling wordt het toezicht niet enkel uitgeoefend door de FSMA, maar ook door
de FOD Economie:
De FSMA houdt toezicht op de vergunnings-, inschrijvings- en
bedrijfuitoefeningsvwden
De FOD Economie houdt toezicht op de naleving vd bepalingen van Boek VII WER
(Betalings- en kredietdiensten wetboek economisch recht)
Het toezicht op de naleving vd bepalingen van Boek VII houdt onder meer in:
De instelling die verzoekt om een vergunning tot kredietgever is verplicht om de
modellen vd hypothecaire kredietOK of csmtenkredietOK die zij in België wenst te
gebruiken, vooraf ad FOD Economie voor te leggen.
De FOD Economie onderzoekt of de modelcontracten beantwoorden ad bepalingen v
algemeen belang v Boek VII en v Boek VI (marktpraktijken en csmtenbescherming) vh
WER
De door Minister van Economische Zaken aangestelde ambtenaren zijn bevoegd om
de inbreuken op het WER op te sporen en vast te stellen
2
Bron: Febelfin Academy. (2015). Handboek kredietbemiddeling. Febelfin Academy
Brussel.
, 3) Instellingen betrokken bij de omkadering van de werkzaamheden van de
kredietgevers en kredietbemiddelaars in België
De Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP) registreert alle kredieten die door
natuurlijke personen voor privédoeleinden worden afgesloten alsook de eventuele
wanbetalingen mbt deze kredieten.
Teneinde informatie te verkrijgen over de financiële toestand en de solvabiliteit vd
consument, dienen de kredietgevers de CKP te raadplegen vooraleer zij een kredietOK
sluiten of een schriftelijk aanbod overhandigen.
De Belgische Federatie vd financiële sector (Febelfin) is de overkoepelende federatie vd
Belgische financiële sector. Zij heeft als taak de belangen van haar leden te
vertegenwoordigen en te behartigen.
Febelfin groepeert 5 beroepsverenigingen uit de financiële sector, wo.:
BVB – Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen
BVK – Beroepsvereniging vh Krediet
De Ombudsdienst voor financiële diensten (Ombudsfin)
Een vorm v buitengerechtelijke geschillenregeling is bemiddeling. Hierbij trachten de
partijen, op vrijwillige basis en met hulp ve onafhankelijke neutrale derde (de bemiddelaar),
zelf tot een oplossing te komen van hun geschil. Mislukt de bemiddelingspoging, dan kunnen
de partijen de zaak nog altijd bij een rechtbank aanhangig maken. Ter bevordering vd
buitengerechtelijke regeling v geschillen werd een autonome openbare dienst opgericht, de
‘Consumentenombudsdienst’ genaamd.
De Consumentenombudsdienst heeft als opdracht zelf op te treden in elke aanvraag tot
buitengerechtelijke regeling ve csmtengeschil, waarvoor geen andere gekwalificeerde
entiteit bevoegd is.
Voor elk probleem mbt een bankdienst, krediet, belegging, vermogensbeheer of belegging
op de beurs kan de csm zich richten tot Ombudsfin.
Wat de kredieten betreft, heeft Ombudsfin tot doel de geschillen te helpen oplossen tussen:
Een aangesloten kredietgever of -bemiddelaar enerzijds
Een csm anderzijds
Ombudsfin strekt hierover advies of treedt op als bemiddelaar. Ombudsfin is wel enkel
bevoegd voor de klachten tegen de financiële instellingen (zoals de kredietgevers of -
bemiddelaars) die bij haar zijn aangesloten.
De Ombudsdienst voor financiële diensten mag onder meer de klachten behandelen van:
Csmten tegen een financiële instelling die lid is van Ombudsfin
Ondernemingen en zelfstandigen, vooral mbt de uitvoering ve kredietOK
3
Bron: Febelfin Academy. (2015). Handboek kredietbemiddeling. Febelfin Academy
Brussel.
, Procedure:
De klant dient zich eerst te richten tot de betrokken financiële instelling
Bij gebrek aan een minnelijke regeling tuss de csm en de financiële instelling, zal de
csm zich kunnen richten tot de Csmtenombudsdienst of rechtstreeks tot Ombudsfin
Uiteindelijk zal Ombudsfin een niet-bindend advies (en desgevallend een
aanbeveling) uitbrengen over het voorgelegde probleem
De procedure verloopt volledig schriftelijk en is kosteloos voor de csm.
H2) Wetten die raakvlakken hebben met de financiële sector
1) Boek VI ‘Marktpraktijken en csmtenbescherming vh Wetboek van economisch
recht (WER)
Wetgeving en doelstelling van Boek VI:
De bescherming van ondernemingen tegen oneerlijke mededinging
De informatieverstrekking aan en bescherming van de csm in betrekkingen met
ondernemingen
Toepassingsgebied van Boek VI:
Van toepassing op ondernemingen;
En csmten
Consument = iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn
handels-, bedrijfs-, ambachts, of beroepsactiviteit vallen.
Om te bepalen of iemand een csm is, moet men nagaan voor welke doeleinden de csm
handelt. Hiertoe moet men rekening houden met de bestemming (privaat of professioneel)
vd goederen of diensten die de csm aanschaft. In geval van gemengd gebruik (zowel privaat
als professioneel), wordt de betrokkene ook als csm gekwalificeerd zolang de private
doeleinden overheersen.
Onderneming = elke natuurlijke of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch
doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen.
Producten = goederen en diensten, onroerende goederen, rechten en verplichtingen.
Goederen = lichamelijke roerende zaken (bvb. huishoudapparaten, wagens, GSM).
Diensten = de prestaties verricht door een onderneming ih kader van haar professionele
activiteit of in uitvoering v haar statutair doel.
4
Bron: Febelfin Academy. (2015). Handboek kredietbemiddeling. Febelfin Academy
Brussel.