Productbeleid
KIJK HOOFDSTUK 7
Hoofdstuk 1: Wat is een product?
1. Producten en diensten
Aanbod om in behoeften te voorzien
Producten
– materiële objecten
– diensten
– evenementen
– personen
– plaatsen
– organisaties
– ideeën
Diensten
– immaterieel
– geen eigendom
1) Kernproduct
a. de functie van uw product, de core benefits, ‘waarom kopen mensen dit
product(shampoo schoon haar)?’ apple: electronica
b. proper haar willen/ hygiene
2) Werkelijk product
a. valt ook in kernproduct + het kwaliteitsniveau van het product: de
eigenschappen, de stijl, het ontwerp, de vorm, het merk
b. onderscheid tussen verschillende merken (verpakking, naam,
eigenschappen)
3) Uitgebreid product
a. tastbaar product + ondersteunende dienstverlening: garantie, installatie,
reparatie, dienst na verkoop, krediet
1
,2. Classificaties van producten en diensten
1) Consumentenproducten
worden verkocht aan eindafnemer, voor persoonlijk verbruik/gebruik, deze delen we
in naargelang de MANIER hoe de consument ze koopt, en manier hoe de marketing
errond wordt gedaan
1) Convenience products
1) Convenience: Vaak routinematig aangekocht, weinig koopinspanning
van de klant
2) (Intensieve distributie= wordt op meerdere plekken verkocht)
2) Shopping products
1) Iets grotere inspanningsbereidheid
2) (Selectieve distributie: op minder verkooppunten aanwezig)
3) Specialty goods
1) Goederen met unieke eigenschappen, luxe merken, waarvoor
consumenten een ZEER grote inspanning bereidheid heeft
2) (Exclusief gedistribueerd= per regio meer enkele verkooppunten)
4) Unsought goods
1) Niet gezochte producten, deze staan niet op boodschappenlijst, dit
moet onder de aandacht worden gebracht
2) Vaak AGGRESIEVE reclame, persoonlijke verkoop,
3) (Variërende distributie)
2
,2) B2B-producten, industriële goederen
1) Grondstoffen en halffabricaten (tomaat voor pizza)
1) Worden verwerkt in het eindproduct (stoel hout, vijzen etc)
2) Kapitaalgoederen (weefgetouw voor weverij/ machines)
1) Machines voor goederen te kunnen maken
3) Hulpmaterialen en ondersteunende diensten (stylos, post its, vuilbakjes, …)
1) Hulpmateriaal (als bedrijf ga je een computer of printer hebben)/
ondersteunende diensten ( ramenwasser, reclamebureau,
boekhouder)
4) Worden gekocht door ondernemingen voor gebruik/verbruik/ verdere
verwerking
De indeling wordt gemaakt voor het DOEL dat het product wordt
gebruikt
Soms zie je de verschillen niet
Consumentenproduct (wij die bij brico een grasmachine kopen voor in
de tuin)
Industrieel product (voor een hovenier, voor je job uit te oefenen)
3) Product in de brede zin
Zaken die kunnen gemarket worden, sporters, politici
1) Organisatiemarketing =corporate image (zoek op)
2) Personen (trump, meus, kardashian)
3) Citymarketing (amsterdam)
4) Maatschappelijke ideeën (recycleren, zoek op)
5) Belevingsmarketing
3
, Hoofstuk 2: Productbeslissingen
1. Beslissingen over afzonderlijke producten
1. Beslissingen kunne gebeuren op 3 manieren
1. Voor het product
2. Voor de productlijn/categorie
3. Voor het hele assortiment
Beslissingen rond het product zelf, op 5 niveaus
1. Product- en dienstkenmerken
– Product- en dienstkwaliteit
Soorten kwaliteit
• Technische kwaliteit
Functioneert het product, objectief meten (zuigkracht stofzuiger)
• Economische kwaliteit
Bruikbaarheid is meestal korter dan levensduur van het toestel (bv
faxmachine werkt nog volledig maar is nu niet meer nuttig)
• Gepercipieerde kwaliteit
=consumenten kwaliteit, subjectieve eigenschappen, niet tastbare
kenmerken, dingen die je ziet te koppelen aan kwaliteit. Stel kellogs
er is een gescheurde doos er is niets mis aan de kwali maar je gaat
deze toch niet nemen, omdat ze niet voldoet aan wat jij wil in je
hoofd.
Bv reis met een vliegtuig en het is vuil dan denkt je brein dat de
piloot minder goed kan vliegen dan dat het een nieuwe vlieger is.
• Sterk verband met klantwaarde en klanttevredenheid
• TQM (total quality management)
• Niveau en consistentie
Total quality management = TQM
Integrale kwaliteitszorg= IKZ
Bewaken van kwaliteitsniveau en kwaliteitenconsistentie
4