Dit is een samenvatting van de slides van prof Bosisio en mijn eigen notities van de lessen. Eczeem, psoriasis en lichen planus was niet te kennen voor het examen en is hier dus niet in samengevat. Veel succes!
Dermatologie: pathologie
Hoofdstuk 1: Histologie van de huid en basisbegrippen
1. Anatomie van de huid
De huid is het grootste orgaan van het lichaam. Het beschermt diepere structuren tegen
beschadiging, uitdroging en invasie door vreemde organismen. Het speelt ook een
belangrijke rol in thermoregulatie en beperkt in secretie en absorptie.
De huid bestaat uit verschillende lagen:
1) Epidermis of opperhuid die adnexen bevat
2) Papillaire en reticulaire dermis of leerhuid
3) Subcutis of onderhuids vetweefsel
4) Oppervlakkige en diepe vaatplexus
1.1 Epidermis
Dit is de buitenste laag van de huid, gescheiden van de diepere weefsels door een
oppervlakkige fascia.
Deze laag is dikker op de handpalmen en voetzolen waar deze ook epidermal ridges
bevatten met anti-slip en fingerprintfunctie. Hier bevat de huid een stratum lucidum, een
homogeen eosinofiele laag tussen de s granulosum en corneum.
De rete lijsten zijn de neerwaartse uitstulpingen van de epidermis tussen de opwaartse
stulpingen van de dermis of de dermale papillen.
Dit is een meerlagig plaveiselepitheel van keratinocyten georganiseerd in 4 lagen:
1) Stratum corneum of hoornlaag:
Dit is een luchtig gevlochten patroon van talrijke lagen van afschilferende polyhedrale
cellen die hun kern verloren hebben. In acrale huid is deze laag dikker en compacter.
Er zijn dus regionale verschillen.
Deze laag “keratine” werkt beschermend en is ondoorgankelijk voor water.
Keratinisering duurt tussen 30 à 45 dagen. Wijzigingen in snelheid en patroon van de
keratinisering zijn kenmerkend voor dermatosen.
Er is een uitrijping van de s basale tot het corneum.
2) Stratum granulosum:
Dit is een laag van 1-3 afgeplatte cellen met intens basofiele keratohyalijne granuli
die precursoren bevatten van filaggrine verantwoordelijk voor klontering van keratine
filamenten.
1
, 3) Stratum spinosum of plaveisellaag:
Deze bevat meerdere cellagen. Hoe oppervlakkiger ze komen te liggen, hoe platter
en eosinofieler ze kleuren door de toename in keratine en afname van ribosomen.
De cellen hangen aan elkaar via fijne brugjes met centrale knopvormige
desmosomen.
4) Stratum basale of germinativum:
Dit is 1 laag van mitotisch actieve cuboidale cellen met grote kern en weinig
cytoplasma. Ze zijn minder gedifferentieerd. Hieruit ontstaan de bovenliggende
keratinocyten door asymmetrische deling. Deze cellen bevatten laag-moleculair of
intermediair filament keratine.
Ze zijn gescheiden van de dermis door de basale lamina waaraan ze verbonden zijn
via hemidesmosomen.
Deze laag bevat ook melanocyten.
Het epitheel bevat verschillende cellen:
1) Keratinocyten:
Deze zijn eerder besproken.
2) Melanocyten:
Deze zijn afkomstig van de neurale lijst. Ze komen voor in s basale, haarfollikels,
plaveiselcellige mucosa en leptomeningen.
Ze maken melanine vanuit tyrosine en transporteren deze via cytocrinie en
dendrieten naar naburige 15-20 keratinocyten die de melanine zullen stapelen voor
bescherming tegen UV-stralen. Donkere huid is dus het gevolg van melanine in de
keratinocyten, niet in de melanocyten.
De dendrieten zijn zichtbaar op lichtmicroscopie door retractie die helder cytoplasma
achterlaat. Op elektronenmicroscopie zijn melanosomen zichtbaar: melanine-
producerende organellen afkomstig van het Golgi-apparaat.
Melanocyten moeten onderscheiden worden van melanofagen: macrofagen met
opgenomen melanine.
3) Langerhanscellen:
Dit zijn de voornaamste immuuncellen in de epidermis en onder normale
omstandigheden de enigen. Dit zijn dendritische cellen afkomstig van het beenmerg
die AG’en presenteren aan de T-lymfocyten. Ze zijn verspreid in het s corneum. Vaak
is er nood aan immuunhistochemie: HLA-DR+, S100+ en CD1a+.
Op elektronenmicroscopie zijn karakteristieke Birbeck granuli zichtbaar met een
tennis-racketvormige structuur met ritssluitingachtige streping.
4) Merkelcellen:
De functie is tactiel en neuro-endocrien. Ze zijn moeilijk zichtbaar op routine H&E-
kleuring. Ze komen vooral voor in de huid van de vingertoppen, lippen, buitenste
haarschacht en tactiele haarschijven.
Op elektronenmicroscopie zijn dense core neurosecretoire granuli in het cytoplasma
onder de celmembraan zichtbaar. Ze hangen vast aan de omliggende keratinocyten
via juncties. Ze zijn positief voor neuro-endocriene merkers, neurofilament en
keratine.
1.2 Dermis
Deze bevat:
1) Cellen:
Fibroblasten, mastcellen, macrofagen en dermale dendrocyten.
2
, 2) Grondsubstantie:
Glycosaminoglycanen (hyaluroonzuur) en mucoproteïnen.
3) Collageen:
− Oppervlakkige papillaire dermis:
Dit zijn dunne type III collageenvezels tussen de rete lijsten.
− Diepere reticulaire dermis:
Dit zijn dikkere type I collageenvezels parallel aan de epidermis.
4) Elastische vezels:
Deze degenereren met de leeftijd en met UV-expositie waarbij ze basofieler worden.
5) Bloedvaten-plexussen:
Er is een oppervlakkige tussen de papillaire en reticulaire dermis en een diepe.
6) Zenuwen:
− Sucquel-Hoyal kanalen met glomuscellen in de acrale huid
− Lichaampjes van Wagner-Meissner in handpalm en voetzool
− Lichaampjes van Pacini in diepe dermis en subcutis
7) Adnexen
Er zijn verschillende adnexen:
1) Haarfollikels:
Haarfollikels bevatten centraal de haarschacht en op longitudinale doorsneden zien
we de verschillende lagen : de bulbus rond de haarpapil. In de papil liggen de
bloedvaten en zenuwen die de haarfollikel ondersteunen. De locatie van de bulbus
hangt af van de haarlengte. In de hoofdscalp waar we ‘terminaal’ haar hebben ligt de
bulbus in de subcutis. Elders op het lichaam, waar het haar dunner en korter is, ligt
de bulbus in de dermis. Op longitudinale snede zien we ook de isthmus van de
haarfollikel, het punt van insertie waar de adnexen van de haarfollikel aanhechten.
Dit zijn de erector pilli spieren en de talgklieren.
Op transversale doorsnede zien we verschillende lagen met centraal de medulla en
cortex en hierrond de lagen van Huxley en daarna Henley, gevolgd door het
germinatief epitheel van het haar. Dit alles wordt tot slot omringd door een hyalijne
laag. De haarfollikel wordt omringd door perifolliculair stroma, een deel van de
dermis. Dit is een zeer gespecialiseerd stroma dat de haarfollikel ondersteunt.
2) Talgklieren:
Deze secreteren talg op de haarschacht ter hoogte van de isthmus. Dit talg of sebum
bestaat uit de lipiden die de talgcellen volledig opvullen waardoor deze cellen
afsterven en de sebum loslaten in de follikelschacht. De enige plaats in de huid waar
de talgklieren rechtstreeks naar de omgeving secreteren en niet in en haarkanaal zijn
de tuberkels van Montgomery rond de tepel. In alle andere klieren is de
aanwezigheid van talgklieren die rechtstreeks aan het oppervlakkig epitheel
secreteren een teken van malformatie of goedaardige neoplasie.
3) Eccriene zweetklieren:
De zweetklieren worden onderverdeeld in eccriene en apocriene. Wat betreft de
eccriene zweetklieren is het terminaal einde van de secretoire tubuli sterk
glomeruliform en wordt dan een lange dunne exocriene ductus die het zweet aan het
huidoppervlak secreteert.
4) Apocriene zweetklieren:
Apocriene zweetklieren produceren hun secreties door onthoofding van de binnenste
laag cellen in het lumen. Daarom zien we histologisch deze roze ‘buds’ aan het
uiteinde van de cellen die loslaten in het lumen. De buitenste laag daarentegen
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sartorius. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.