EC HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEDENKINGEN OVER CRIMINOLOGIE EN ETIOLOGIE
Dia 3:
Wat normaal is varieert in tijd en ruimte. Dat maakt theorieën van abnormaal gedrag vinden moeilijk.
Elke theorie is een product van een bepaald tijdskader.
1. WAAR HOUDT DE ETIOLOGISCHE CRIMINOLOGIE ZICH MEE BEZIG?
Dia 4:
Etiologie is oorzakenleer. Wat zijn de oorzaken van criminaliteit? Het is de basis van de criminologie
als wetenschap geweest.
Waarom hebben wij wetten? Waarom gaan wij gedragingen vastleggen in wetten? Hoe gaan we om
met mensen die wetten overtreden?
in de 20ste eeuw was de dominantie van de sociologie enorm. Goed of niet goed? => Elke eenzijdige
blik wordt vandaag de dag afgeschoten. We zitten niet meer in het hokjesdenken.
Sutherland: definitie
Dia 5:
Modernere definitie dan Sutherland. We kijken naar veel meer zoals voorkomen, aandacht voor
daders, slachtoffer, hoe crimi meten? We moeten theorieen aan een toets onderwerpen. Dus het
kan niet zomaar een filosofisch idee zijn zonder dat we gegevens hebben verzameld.
Ook aandacht voor wetgeving (moeten we alles criminaliseren?)
Etiologie is er maar 1 component van.
Dia 6:
2. CRIMINALITEIT DEFINIËREN: EEN HEET HANGIJZER
Dia 7:
Hoe zal men criminaliteit definiëren? We verklaren maar wat we definieren als crimi, vandaar is het
ook handig omdat te toetsen in de zin van sociaal gedrag.
Biologen en criminologen
Dia 8:
Er is geen tweedeling tussen wat goed en fout is. Het is door mensen in gegeven begrippen.
sommigen zien conflicten als de basis voor de crimi, anderen consensus.
Stellen ook de klassieke stromingen in vraag.
Dia 9:
Hoeveel schade berokkent een handeling.
we hebben vormen van sociaal schadelijk gedrag. Ook gedragingen die schadelijk zijn voor bepaalde
groepen. Hoe meer schade hoe meer kans op een consensus van dit is fout.
1
,Dia 12:
etiologieën die onderzoek doen houden kijken hiernaar. De componenten van de gedragingen die ze
bestuderen.
We mogen geen moralistische of naturalistische fout maken wanneer we aan etiologisch onderzoek
doen.
Dia 13:
‘het gevaar’ is een te enge definitie. Het is veiliger om enge en duidelijke definities te hanteren.
Dia 14:
Het probleem van de definitie. Sommige misdrijven zijn schadelijk tegenover
Waarom plegen mensen verschillende soorten crimi? Daarom zijn de oorzaken niet altijd anders.
Macht kan een versterking vormen voor antisociale tendensen.
Die complexiteit is 1vd reden wrm er zoveel theorieën bestaan. Het is heel heterogeen. Dat maakt
het moeilijk.
Dia 15 en 16:
kennen
Dia 17:
Er bestaan verschillende soorten van criminaliteit.
De vraag stellen of je ergens zelf slachtoffer wil worden
Mala in se: criminaliteit vindt bijna iedereen eng
Mala prohibita: staat in strafrecht maar niet overal, en in wetboekenopandere plaatsen anders
behandeld
Dia 18:
besluit dat wat wij als criminaliteit beschouwen is een sociale constructie. Interesse in oorzaken van
bepaald sociaal gedrag
Dia 19:
Er zijn niet enkel misdrijven door een actieve handeling te stellen, maar ook omgekeerd, juist
criminaliteit door niets te doen.
3. ENKELE GROTE VRAAGSTUKKEN IN DE CRIMINOLOGIE
Dia 20:
1. Waarom is criminaliteit ongelijk verdeeld? Basis: er is altijd variatie in gedrag. (wrm is de ene meer
betrokken bij crimi dan een ander)
2. …
Dia 21:
Waarom zijn er enkel kleine plaatsen (bv een pand, of een straat), hotspots
Dia 22:
is het toegenomen? Of afgenomen? => meeste vormen van criminaliteit is afgenomen
2
,Dia 23:
Kijken naar bv leeftijd
4. NIET ALLE RISICOFACTOREN EN BESCHERMINGSFACTOREN ZIJN OORZAKEN
Dia 29:
Risico: zaken die criminaliteit verhoogt
Bescherming: zaken die criminaliteit verminderen.
Correlatie tussen betrokkenheid en leeftijd
Onbegrip om na te denken wat causaliteit kan betekenen.
Dia 33:
Statisch = niet manipuleerbaar
Promotive factor: de factor die alleen maar positieve effecten heeft, de criminaliteit neemt af.
Protective factor: een buffer, het effect van de risicofactor neemt af
Studie is gebeurd van uit het ‘risc factor’ perspectief
Dia 34:
andrews en Bonta: twee psychologen delen risico en beschermingsfactoren op in groepen.
Dia 35 en 36:
Theory 1: wetenschappelijke betekenis
Theory 2: hedendaagse betekenis
Dia 37:
hoog patroonniveau: de empirische samenhang is sterk
Theorie
Lage patroonniveau: lage vinden van
Dia 37:
def duidelijk geheel aan TOETSBARE veronderstellingen.
Dia 39:
samenleving: macrotheorie
individu: microtheorie
3
, Dia 44:
actoren binnen een staat plegen crimi, geen staten. Omgevingsniveau en individuele niveau hangen
samen.
Methodologisch holisme en individualisme. Vandaag kijken we naar methodologisch contextueel/
structureel individualisme.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lauraml. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.