Samenvatting: kinderen met een verstandelijke beperking
Cijfers van de hoofdstukken volgens te kennen delen
Hoofdstuk 2: Wij zijn mensen met een verstandelijke beperking?
2.1 Inleiding
Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de problemen, maar ook naar de
mogelijkheden. Beide zijn belangrijk. Als we werken met kinderen met een beperking dan
gaan we verder met de mogelijkheden en proberen we de beperkingen zo gering mogelijk te
houden.
2.2 Wat is een verstandelijke beperking?
Drie criteria:
- Beperkt intellectueel functioneren
- Problemen in het dagelijks leven: aanpassingsvermogen
- Problemen starten op kinderleeftijd
2.2.1 Intelligentie
= cognitief of mentaal vermogen
Verstandelijke beperking = problemen met het cognitief vermogen IQ score:
- Performaal IQ: visueel ruimtelijke vaardigheden
- Verbaal IQ: spreken, luisteren en taal
Kinderen met een verstandelijke beperking hebben een andere kalenderleeftijd dan een
verstandelijke leeftijd. (verstandelijke leeftijd ↔ kalendertijd)
Ontwikkelingsleeftijd = alles dat je zou moeten kunnen op die leeftijd
Verstandelijke leeftijd = wat je op verstandelijk vlak moet kunnen wanneer je een bepaalde
leeftijd hebt. Als je minder kunt, dan is de verstandelijke leeftijd lager
Kalenderleeftijd: de leeftijd die je hebt wanneer je geboren bent, je ‘echte’ leeftijd
In de meeste gevallen komt de kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd overeen
2.2.2 Definiëring van handicap en beperking
Definitie volgens de DSM (=Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
Vroeger DSM-IV: er moest sprake zijn van een IQ van 70 of minder om van een
verstandelijke beperking te kunnen spreken.
1
,DSM-V: er is geen IQ score meer om de verstandelijke beperking te definiëren
- IQ zegt weinig over de mate van de beperking
- Bij ernstige verstandelijke beperking: moeilijk om IQ test af te nemen, bijvoorbeeld
omwille van beperktere communicatie
- IQ-test wel nog nodig, maar niet meer als leidraad (wees kritisch met IQ testen)
Het aanwezig zijn van ‘tekorten in het intellectuele functioneren’ volstaat
2.2.3 Vijf aandachtspunten bij de omschrijving van een verstandelijke beperking
Referentiekaders voor beeldvorming:
- ICF
- AAIDD-model (American Association on Intellectual and Developmental Disabilities)
Vijf aandachtspunten:
1. Verstandelijke mogelijkheden (bv. rekenen, kloklezen, …)
2. Adaptief gedrag (hebben het moeilijk om zich aan te passen)
3. Gezondheid (comorbiditeit)
4. Participatie, interactie & sociale rollen (zelfredzaamheid/ zelfstandigheid)
5. Context (geeft mogelijkheden)
De 5 aandachtspunten samen met de ondersteuning die ze krijgen geeft dan een beeld op
het functioneren. De ondersteuning is heel belangrijk binnen het functioneren van de
persoon.
1) Intelligentie/verstandelijke mogelijkheden
- IQ moet altijd kritisch bekeken worden
- Er moet gekeken worden dat mensen, kinderen kunnen functioneren binnen de
veilige basis
- Hoe veiliger je je voelt, hoe meer je gaat exploreren
2) Adaptief gedrag
In hoeverre kan iemand zich aanpassen als er zich iets verandert in de omgeving, omgaan
met veranderingen in de omgeving. Voorbeeld openbaar vervoer
3) Gezondheid
- Een gezonde levensstijl
- Gezond eten en voldoende bewegen
4) Participatie, interactie & sociale rollen
- Het deelnemen aan de maatschappij is zeer moeilijk
- Kinderen met een beperking sporten minder dan andere leeftijdsgenoten, pas als ze
een ‘buddy’ hebben zijn ze bereid om wel te sporten. Buddy = ondersteuning
2
, - Instrument/assessment die helpt om de participatie tijdens vrijetijdsactiviteiten te
bevorderen = PREP
5) Context/omgeving
- Toenemende digitalisering:
kan positief zijn
kan ook negatief zijn (je moet met heel wat zaken tegelijkertijd rekening
houden)
2.3 Niveaus van functioneren
Harmonisch ontwikkelingsprofiel = de verschillende ontwikkelingsdomeinen staan ongeveer
allemaal op hetzelfde niveau
Disharmonisch ontwikkelingsprofiel = de verschillende ontwikkelingsdomeinen staan niet
allemaal op hetzelfde niveau (bv. cognitief 10 jaar, maar emotioneel 7 jaar)
Indeling:
- Licht VB
- Matig VB
- Ernstig VB
- Zeer ernstig VB
→ de ernst van een verstandelijke beperking kan verschillen afhankelijk van het niveau van
functioneren.
Licht Matig
Ontw. leeftijd: 4-12 jaar Ontw. leeftijd: 2-4 jaar
Moeite met dagelijkse dingen (lezen, Vaardigheden ontwikkelen zich op basaal
klokkijken, plannen, geld, zelfreflectie niveau.
enz.).
Ondersteuningsbehoefte varieert van Ondersteunings-behoefte op alle dagelijkse
weinig tot zeer intensief. dingen.
Ernstig Zeer ernstig
Ontw. leeftijd: 1-2 jaar Ontw. leeftijd: 1-1,5 jaar
Weinig begrip van gesproken of Vaardigheden kúnnen ontwikkelen, maar
geschreven taal. Wel mogelijkheid tot individueel bepaald.
sociale relaties.
Ondersteunings-behoefte Zintuiglijke stimulering belangrijk,
communicatie moeilijk.
Voorbeeld om te communiceren: pictogrammen, inpuzzelen van functionele voorwerpen dat
direct wijst naar een activiteit, snoezelruimte (zintuigelijke aspect)
2.4 Vaststelling van de verstandelijke beperking
Vermoeden van een vertraagde ontwikkeling. Verschillende onderzoeken:
Familie, lichamelijk, laboratorium, chromosomen, DNA, zintuigen, hersenen,
psychodiagnostisch (IQ, zelfredzaamheid)
3