VAN HAL : GEDRAGSVERKLARINGSMODELLEN = Modellen voor promotie gezondheid; preventie
ziekte en therapietrouw
Doelstelling van gedragsverklaringsmodellen :
- Determinanten van gedrag in kaart brengen
- Ontwikkelen van programma’s om tot gedragsverandering te komen
Je moet al die modellen kunnen operationaliseren (concreet maken) DWZ je moet vragen kunnen
opstellen om concepten uit die modellen te operationaliseren m.b.t. een specifieke
gezondheidsthematiek (bijv. borstkankerscreening, baarmoederhalsscreening, stoppen met roken)
HEALTH BELIEF MODEL (Rodenstock 1974)
Gepercipieerde Ernst
Gepercipieerde Vatbaarheid E + V = Gepercipieerde bedreiging
Gepercipieerde Voordelen
Gepercipieerde Barrières V - B = Geneigdheid tot actie
Cues to action Stimulanten
- Gepercipieerde Ernst: hoe ernstig is bepaalde aandoening ? Welke van de volgende 5
ziektes vindt u het ergst?
- Gepercipieerde Vatbaarheid: hoe groot schat u kans in dat u ziekte krijgt?
- Gepercipieerde Voordelen: meedoen aan screening vergroot kans op genezing?
eens/oneens
- Gepercipieerde Barrières: dingen die de patiënt kunnen tegenhouden
- Gepercipieerde Bedreiging (e+va) + Geneigdheid tot actie (vo-b)
- o.b.v. Cues to action : stimulanten.
Nadeel van deze theorie : De term “health belief model” komt van de twee “beliefs” met name
Gepercipieerde Ernst en Gepercipieerde Vatbaarheid. Dit is het zwaartepunt van de theorie maar
veel determinanten liggen buiten dat domein van ziekte en gezondheid. Dan werkt dit niet zo goed.
Als determinanten voornamelijk te maken hebben met ziekte of gezondheid werkt dit goed. Dit
werkt bijvoorbeeld zeer goed bij de huisarts (“colloque singulier”) als andere zaken geen rol spelen.
Men heeft de “perceived self-efficacy” uit de social cognitive theory erbij genomen (zie infra).
Bijv. Operationaliseer het Health Belief Model bij baarmoederhalsscreening
1. Gepercipieerde Ernst : welke van de volgende 5 ziektes vindt u het ergst? Welke het tweede
ergst?
2. Gepercipieerde Vatbaarheid : hoe groot acht u de kans dat u de volgende 5 ziektes krijgt?
3. Gepercipieerde Voordelen : het regelmatig uitvoeren van een onderzoek maakt de kans op
genezing heel groot : helemaal oneens, neutraal, eens, helemaal eens
4. Gepercipieerde barrières : het laten uitvoeren van een uitstruikje vormt : - geen enkel
probleem, een beperkt probleem, neutraal, een groot probleem, een onoverkomelijk
probleem.
,Bijv. Operationaliseer het Health Belief Model bij het onderzoek naar de vraag waarom hetero’s
niet altijd een condoom gebruiken bij een nieuwe partner?
1. Gepercipieerde Ernst : is bijv. beperkt omdat men gelooft dat aids kan genezen worden;
2. Gepercipieerde Vatbaarheid : men kent niemand in zijn omgeving met deze ziekte; men
denkt dat de partner niet “at risk” is; men gelooft dat de pil alleen voldoende is; men is
onder invloed van alcohol/drugs; in het heetst van de strijd.
3. Gepercipieerde Barrières : kostprijs, religie, gedoe, minder leuk, onvoldoende handigheid,
peer pressure, geen bij de hand, geen beschikbaar, latex allergie, wantrouwen
4. Cues to action : mediacampagne, arts spreekt patiënt aan; bij vrienden.
Bijv. Operationaliseer het begrip ‘gepercipieerde ernst’ uit het Health Belief Model als je onderzoek
wil doen naar participatie aan darmkankerscreening. Gepercipieerde ernst bepaalt samen met de
gepercipieerde vatbaarheid de gepercipieerde bedreiging. Je maakt de gepercipieerde ernst concreet
aan de hand van een vragenlijst. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vraag: Welke van
de volgende 5 ziekten zou u het ergste vinden en welke de 2e ergste. - Hartziekte - Suikerziekte –
Darmkanker – Borstkanker - Epilepsie
THEORY OF REASONED ACTION (1980 – FISHBEIN en AJZEN)
De theorie van beredeneerd handelen heeft tot doel de relatie tussen attitudes en gedrag binnen
het menselijk handelen te verklaren. Het wordt voornamelijk gebruikt om te voorspellen hoe
individuen zich zullen gedragen op basis van hun reeds bestaande attitudes en gedragsintenties.
Niet beperkt tot ziekte; kan op elk menselijk gedrag worden toegepast.
Verwachtingen (Expectations) E + V = Attitude
Waarden (Values – Evaluation)
Mening Belangrijke Anderen (MBA) MBA + CBA = Subjective Norm
Conformeren Belangrijke Anderen (CBA)
Intentie (bepaalt het gedrag) Functie van Attitude (A) en Subjective Norm (N)
Wanneer werkt dit niet? : dans le feu de l’action (in het heetst van de strijd); gewoontegedrag (bijv.
men neemt altijd de trein naar Brussel en dan moet men ineens naar Antwerpen) ; uitzonderlijke
omstandigheden (het regent)
Bijv. Operationaliseer het begrip ‘attitude’ uit de Theory of Reasoned Action als je onderzoek wil
doen naar het vastmaken van een baby in een veiligheidsstoeltje in de auto
Verwachting : het vastmaken van een baby in een autostoeltje verhoogt de veiligheid (heel veel,
veel, een beetje, bijna niet, niet).
Waarde : ik vind verhoogde veiligheid (heel belangrijk/ belangrijk/en beetje belangrijk, bijna niet
belangrijk, onbelangrijk)
MBA : mijn partner vindt het gevaarlijk (vastzitten tijdens brand); de andere moeders vinden dat
heel belangrijk
CBA : is de moeder geneigd zich meer te richten op de partner, dan is de SN negatief.
Bijv. operationaliseer het begrip ‘attitude’ uit de Theory of Reasoned Action als je onderzoek doet
naar het gebruik van tandzijde (flossen)
Verwachting : het geregeld flossen zal de tandhygiëne bevorderen (heel veel, veel, een beetje,
weinig, niets)
, Waarde : ik vind een goed verzorgd gebit heel belangrijk, belangrijk, een beetje belangrijk, bijna niet
belangrijk, onbelangrijk
MBA : mijn partner vindt een goed verzorgd gebit heel belangrijk OF mijn tandarts leest mij altijd de
les over flossen wanneer ik bij hem ga.
CBA : ik vind het belangrijk wat mijn partner denkt over een goed verzorgd gebit.
Subjective norm is positief !
Bijv. operationaliseer het begrip ‘attitude’ uit de Theory of reasoned action als je onderzoek doet
naar het gebruik van veiligheidshandschoenen bij de behandeling van chemische stoffen.
Verwachting : Mijn gebruik van veiligheidshandschoenen zal heel veel, een beetje, bijna niet, niet
mijn veiligheid bevorderen
Waarde: Handveiligheid bij de behandeling van chemische stoffen is voor mij, heel belangrijk,
belangrijk, niet zo belangrijk, niet belangrijk.
MBA : mijn collega’s vinden handveiligheid zeer belangrijk
CBA : ik vind het belangrijk wat mijn collega’s hierover denken en ik conformeer mij daaraan
(subjectieve norm is positief)
SOCIAL COGNITIVE THEORY – BANDURA
- Heel ingewikkelde theorie waarbij we ons gaan focusen op de Perceived self-efficacy (social
learning theory) : Ben ik in staat om het te doen?
- Wordt beïnvloed door de directe ervaring (heb het al gedaan), indirecte ervaring (ik zie het
anderen doen), verbale overtuiging (‘keep trying, you can do it’), fysieke toestand (beven als
men moet spreken voor 500 man) en outcome expectation (Mount Everest)
- PERCEPTIES BEÏNVLOEDEN GEDRAG
o de gevolgen van het gedrag (attitude),
o wat “belangrijke anderen” denken over het gedrag (“subjective norm”),
o de eigen mogelijkheid (“self-efficacy”) om het gedrag succesvol uit te voeren.
- Feedback + barrières
- Dynamische interactie persoon, omgeving en gedrag
- Probleem : soms is “Perceived” lager dan werkelijkheid en dan hebben we te maken met een
underperformer; of omgekeerd. Men kan dat verhelpen door te trainen in kleine groepen en
door rolmodellen (bijv. in de sport).
Operationaliseer het begrip ‘perceived self-efficacy’ van Bandura m.b.t. het gebruik van een
condoom bij een nieuwe seksuele relatie.
Het begrip perceived self-efficacy komt uit het social cognitive theory model. Dit gaat over de
dynamische interactie tussen persoon, omgeving en gedrag.
Ik weet niet waar ik condooms moet kopen, ik durf het niet te bespreken met mijn nieuwe partner;
ik ga heel onhandig overkomen;