Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Burgerlijk procesrecht en Insolventieprocesrecht ALLE oefencolleges (in 1 KEER gehaald met een 8!) €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Burgerlijk procesrecht en Insolventieprocesrecht ALLE oefencolleges (in 1 KEER gehaald met een 8!)

1 vérifier
 41 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat ALLE uitgebreide aantekeningen van de oefencolleges van ALLE weken. Er wordt zelfs bij elk antwoordoptie aangegeven waarom het fout/goed is!

Aperçu 4 sur 56  pages

  • 30 janvier 2023
  • 56
  • 2022/2023
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: catharinajansenschoonhoven • 1 année de cela

avatar-seller
Burgerlijk Proces- en Insolventierecht
Oefencolleges
Oefenvragen week 1A, BPR&I 2022-2023
1. Sterre’s Oldtimers B.V., gevestigd in Amsterdam, verkoopt aan Pedro, wonende in
Rotterdam, een oldtimer voor een bedrag van € 30.000. Na een paar maanden blijkt dat de
motor van de oldtimer kapot is en niet kan worden gerepareerd. Pedro vordert ontbinding
van de koopovereenkomst.
Welke rechter(s) is of zijn bevoegd van de vordering van Pedro kennis te nemen?

A. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam en Rotterdam.
Consumentenkoop Art 93 sub c jo. 99 jo. 101 BW, waar uitzondering in staat de alternatieve
mede bevoegdheid.
B. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam.
C. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam en Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam.


2. Rayyan woont in Utrecht. Hij is in dienst bij een verhuurder van woningen, Top
Wonen, gevestigd in Rotterdam, en hij werkt in een kantoorpand van Top Wonen in
Amsterdam. Top Wonen betaalt het salaris van Rayyan al maanden niet meer. Rayyan
vordert daarom betaling van zijn loon bij de rechtbank, kamer voor kantonzaken, Midden-
Nederland.
Wat zal de rechtbank Midden-Nederland doen?

A. De zaak behandelen en beslissen. Niet relatief bevoegd dus kan niet
B. De zaak behandelen en beslissen, tenzij Rayyan voor de mondelinge behandeling een
beroep doet op de onbevoegdheid van de rechtbank Midden-Nederland. Initiatief ligt niet bij
rayyan want art 110, het moet voor alle weren gevoerd worden maar in zaken waar ten
hoogste bedrag van 25000 beloopt of arbeidsovk beoordeelt de rechter zonder verweer of
hij bevoegd is, in belangrijk type kantonzaken moet de rechter ambtshalve toetsen, omdat je
geen verplichte procesvertegenwoordiging hebt dus ben je een zwakkere partij. Dus niet
rayyan maar de rechter moet het doen. Rayyan start de procedure maar de verweerder
moet beroep doen. Ook als topwonen verweer doet is het fout vanwege 110.
C. De zaak verwijzen naar de rechtbank Rotterdam of Amsterdam, mits Rayyan voor alle
weren een beroep doet op de onbevoegdheid van de rechtbank Midden-Nederland. Na de
komma klopt niet, want het gaat over een individuele arbeidsovk waar de rechter dat
ambtshalve doet. Rayyan start de procedure maar de verweerder moet beroep doen. Ook
als topwonen verweer doet is het fout vanwege 110.
D. De zaak ambtshalve verwijzen naar de rechtbank Rotterdam of Amsterdam. Niet
bevoegd is midden-Nederland. Art 99 jo. Art 100 staat de medebevoegdheid van
arbeidszaken in.

Midden-Nederland: Utrecht, Almere, Amersfoort, Lelystad, gooi en vechtstreek
Rotterdam: Rotterdam en Dordrecht

,3. In een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank wordt na een mondelinge
behandeling, waarbij eiser A en gedaagde B aanwezig zijn, een tussenvonnis gewezen. Van
de mondelinge behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt. Na het tussenvonnis wordt
de behandeld rechter vervangen door een andere rechter. Van de rechterswisseling wordt
geen mededeling aan partijen gedaan. Zonder tweede mondelinge behandeling wordt door
de nieuwe rechter een tweede tussenvonnis gewezen.
Welke stelling over de rechterswisseling in deze procedure is juist?

A. A en B kunnen na het tweede tussenvonnis geen nadere mondelinge behandeling
verzoeken, maar kunnen in hoger beroep van het eindvonnis met succes klagen over de
rechterswisseling. Ze kunnen wel verzoeken
B. Zowel A als B kan binnen twee weken na het tweede tussenvonnis verzoeken om
een nadere mondelinge behandeling. Beide partijen kunnen dat verzoeken, arrest
rechterwissel.
C. Na een tussenvonnis hoeft de rechtbank aan partijen geen mededeling te doen van
de rechterswisseling; het is na een tussenvonnis aan partijen om bij de rechtbank navraag
over een wisseling van de rechter te doen. Initiatief van mededeling ligt bij de rechtbank, als
de mededeling is gedaan heb je 2 weken de tijd om te verzoeken naar een mondelinge
behandeling, het is niet aan partijen om navraag te doen over een wissel.
D. Als na het tweede tussenvonnis tijdig een verzoek om een nadere mondelinge
behandeling wordt gedaan door A of B, mag de rechter dat verzoek afwijzen in het belang
van een voortvarende procesvoering. Rechtbank mag niet afwijzen, als er geen p-v is
gemaakt mag je niet afwijzen je hebt sws recht op een nadere mondelinge behandeling. Is er
wel een p-v gemaakt dan mag je afwijzen. Het moet wel echt binnen 2 weken is een fatale
termijn erna is je recht verlopen.


4. Welke stelling over partijen in het burgerlijk proces is juist?

A. In verzoekschriftprocedures moeten partijen zich steeds laten vertegenwoordigen
door een advocaat. Nee want, er zijn bepaalde verzoekschriftprocedures die kantonzaken
zijn en bijv. arbeidszaken waar je je niet voor hoeft te vertegenwoordigen.
B. Bij rechtsopvolging onder algemene titel kan de rechtsopvolger het geding van zijn
rechtsvoorganger overnemen en voortzetten. Erfgenaam kan dat blijkt uit 225 en 227 Rv.
C. Een besloten vennootschap is alleen formele en geen materiële partij, omdat de
vennootschap zich moet laten vertegenwoordigen door haar bestuur. Formeel is op wiens
naam wordt geprocedeerd materieel is om wiens rechten of verplichtingen het gaat. Shell is
bijvoorbeeld een bv en heeft een naam met eigen rechten, formeel en materieel valt samen
als ze in eigen naam procederen en voor hun rechten al worden ze vertegenwoordigd door
een advocaat.
D. In kantonzaken moet de gemachtigde een advocaat of deurwaarder zijn.
Kantonzaken mag je in persoon procederen maar mag ook vertegenwoordigen door
gemachtigde dat mag iedereen zijn art 80 jo 81 Rv.


5. Welke stelling over de beginselen van procesrecht is juist?

,A. De rechter mag zijn beslissing niet baseren op een deskundigenrapport als partijen
niet de beschikking hebben over alle onderliggende bescheiden en andere gegevens waarop
dat deskundigenrapport is gebaseerd. Uitgemaakt door EHRM, je mag wel reageren op
rapport zelf maar geen inzage in alle onderlinge stukken
B. Een klacht bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de schending van
de toegang tot de rechter of over de schending van de redelijke termijn is niet-ontvankelijk
als een partij niet alle nationale rechtsmiddelen heeft uitgeput. Hoofdregel is wel eerst alles
uitputten, maar geldt niet voor toegang voor redelijke termijn. Arrest Airey/Ierland. Als het
te lang duurt mag je over klagen ook al is niet alles uitgeput arrest Capuano.
C. De rechter treedt buiten de grenzen van de rechtsstrijd als hij de afwijzing van de
vordering van de eiser baseert op een niet door de gedaagde gevoerd verweer, tenzij de
afwijzingsgrond van openbare orde is. 24 Rv en Arrest Dexia/NL.
D. De rechter treedt buiten de grenzen van de rechtsstrijd als hij oordeelt dat de
waarheidsplicht is geschonden, zonder dat partijen een inhoudelijk debat hebben gevoerd
over de schending van de waarheidsplicht. Art 21 Rv, het is plicht van partijen dat ze volledig
en naar waarheid stukken naar voren brengen doe je dat niet mag de rechter de gevolgen
aan verbinden die hij noodzakelijk acht.


6. Umut, wonende in Amsterdam, heeft voor een bedrag van € 30.000 een auto gekocht
van Garage Van der Sloot B.V., gevestigd in Rotterdam. Binnen een week breekt de wielas.
Umut laat de auto onderzoeken door een deskundige en volgens deze deskundige is de auto
een wrak op wielen. In een procedure vordert Umut een bedrag van € 30.000 van Garage
Van der Sloot B.V.
Welke rechter(s) is/zijn bevoegd?

A. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Rotterdam.
B. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Rotterdam en Amsterdam. Art 99 jo.
Consumentenkoop alternatieve bevoegdheid 101 Rv.
C. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Rotterdam en Amsterdam.


7. Alicia, wonende in een huurwoning in Amsterdam, vordert bij de rechtbank
Rotterdam, kamer voor niet-kantonzaken, dat verhuurder Fedde, wonende in Rotterdam,
groot onderhoud zal verrichten aan haar huurwoning.
Welke stelling is juist?

A. De rechtbank in Rotterdam is niet relatief bevoegd; de rechtbank zal zich
ambtshalve onbevoegd verklaren. Art 110 huurzaak jo exclusieve bevoegdheid 103 Rv.
B. De rechtbank in Rotterdam is niet relatief bevoegd; de rechtbank zal zich alleen
onbevoegd verklaren als Fedde zich voor alle weren beroept op de onbevoegdheid van de
rechtbank. Volgens de hoofdregel wel maar we hebben te maken met uitzondering uit 103
Rv.
C. De rechtbank in Rotterdam is bevoegd; de kamer voor niet-kantonzaken zal de zaak
verwijzen naar de kamer voor kantonzaken, mits Fedde daarom verzoekt. Volgens art 93 is
de rechter voor huurzaken kantonrechter

, D. De rechtbank in Rotterdam is mede bevoegd, naast de rechtbank in Amsterdam. Niet
medebevoegd maar het gaat in de vraag om een exclusieve bevoegdheid.


8. Art. 1:69 BW luidt:
“(…) kan op grond dat de echtgenoten niet de vereisten in zich verenigden om tezamen een
huwelijk aan te gaan, de nietigverklaring van het huwelijk worden verzocht (…).”

Rozemarijn, wonende in Amsterdam, en Reza, wonende in Rotterdam, zijn gehuwd.
Rozemarijn heeft een verzoek ingediend tot nietigverklaring van het huwelijk. In haar
verzoekschrift noemt zij Reza als belanghebbende.
Welke rechter(s) is/zijn bevoegd?

A. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Amsterdam.
B. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Amsterdam en Rotterdam.
C. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Amsterdam.
D. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Amsterdam en Rotterdam.
Familiezaken blijkt niet kanton in art 93 Rv dus niet-kanton. In verzoekschriftprocedure geldt
niet 99 maar 262 Rv. Woonplaats verzoeker of woonplaats belanghebbende. In verzoek
willen ze het beide partijen makkelijk maken, omdat ze het eigenlijk niet willen. Dus
hoofdregel is een keuze tussen de woonplaatsen. Maar ook hier heb je alternatieve en
exclusieve bevoegdheden. In dit geval zit je los van burgerlijke stand dus geen 263, want dat
is niet het verzoek zelf. 263 gaat over bijv een vrouw als illegaal naar nl gekomen die heeft
valse naam opgegeven en vraagt na jaren om juiste naam te zetten in burgerlijke stand.

9. Welke stelling over procesvertegenwoordiging is juist?

A. Artikel 79 Rv bepaalt of partijen zich in een verzoekschriftprocedure moeten laten
vertegenwoordigen door een advocaat. 79 gaat over dat je bij kanton in persoon kan
procederen en bij andere zaken moet dat via advocaat. Kanton kan dagvaarding en verzoek
zijn.
B. Verzoekschriftprocedures zijn altijd advocaatzaken; artikel 93 Rv geldt alleen voor
dagvaardingsprocedures. Arbeidszaken zijn bijv kantonzaken zonder advocaat
C. Partijen mogen in persoon verschijnen bij de mondelinge behandeling in een
verzoekschriftprocedure. 279 lid 3 Rv. Alleen verzoekschrift en verweerschrift moet door
advocaat ingediend worden, moet er daarna stukken ingediend worden dan kan dat zelf.
D. Bij de voorzieningenrechter in kort geding moeten alle partijen zich laten
vertegenwoordigen door een advocaat. Bij kort geding hoef je niet te vertegenwoordigen
door advocaat. De gedaagde hoeft zich niet te vertegenwoordigen art 255 Rv. Gedaagde
moet een advocaat machtigen als hij zich wil vertegenwoordigen.

10. Welke stelling over procesbeginselen is juist?

A. Een gevolgtrekking uit de schending van de waarheidsplicht kan zijn: de omkering
van de bewijslast. Art 21 Rv.
B. De toegang tot de rechter moet effectief zijn; het Europese Hof voor de Rechten van
de Mens heeft voorgeschreven op welke exclusieve wijzen staten het recht op toegang

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jb1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter